Nederlandse onderzoekers bekeken het testgedrag van huisartsen, inclusief de redenen en intenties om wel of niet te testen. In totaal vulden 122 huisartsen (respons 21% van de 594 uitgenodigde huisartsen) uit Limburg een online vragenlijst in over hun diagnostiek naar kinkhoest in 2013. De lijst bevatte drie onderdelen: (1) aantallen geteste patiënten (klinisch verdenking, bevestiging in laboratorium); (2) redenen om (niet) te testen op kinkhoest; (3) meting van de intentie van huisartsen om te testen op kinkhoest bij acht, fictieve patiëntcasussen (zogeheten klinisch vignet).
Huisartsen diagnosticeerden gemiddeld 6,1 kinkhoestgevallen per jaar (SD 7,0; range 0 tot 40), 84% had het afgelopen jaar minimaal één keer kinkhoest gediagnosticeerd. De belangrijkste redenen om te testen op kinkhoest waren bevestiging van de klinische diagnose (n = 86; 70%) en verzoek van de patiënt (n = 70; 57%). Huisartsen testten niet op kinkhoest als het testresultaat geen consequenties had voor het beleid (n = 86; 70%) en als er geen contact was met risicogroepen (n = 64; 52%). Huisartsen gaven aan eerder te testen op basis van symptomen (klinisch vignet) dan op basis van potentieel contact met risicogroepen.
Een van de kernboodschappen van de NHG-Standaard Acuut Hoesten is juist om op kinkhoest te testen bij patiënten met potentieel contact met risicogroepen: niet of onvolledig gevaccineerde kinderen < 1 jaar, kinderen met chronische hart- of longziekten, en/of vrouwen die 34 weken of langer zwanger zijn. De auteurs moedigen huisartsen aan de focus van diagnostiek te verleggen naar patiënten met potentieel contact met risicogroepen. Het is goed hiervoor in de anamnese aandacht te hebben.
Lees meer over het onderzoek Pertussis diagnostic practices of general practitioners in the Netherlands. A survey study.
Literatuur
- Heil J, et al. Pertussis diagnostic practices of general practitioners in the Netherlands. A survey study. Eur J Gen Pract 2019;25:214-9.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.