Momenteel is ongeveer 2% van de Nederlandse kinderen obees. Voor kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst ligt dit percentage fors hoger (6 tot 8,5%). In 1980 was het aantal kinderen met obesitas in Nederland nog 0,5%.
Obesitas gaat al op de kinderleeftijd gepaard met een verhoogd risico op comorbiditeit. Net als bij volwassenen is er een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen. Daarnaast komen ook astma en gewrichtsaandoeningen meer voor. Kinderen met obesitas hebben een slechtere lichamelijke conditie. Dit leidt tot een vicieuze cirkel van minder bewegen, meer gewichtstoename en een verdere afname van de conditie. Ook worden zij vaker gepest en rapporteren ze een slechtere kwaliteit van leven. Obese kinderen hebben een verhoogd risico om obese volwassenen te worden en te overlijden op een relatief jonge leeftijd.
Overgewicht en obesitas worden vastgesteld met de Body Mass Index (BMI). Voor kinderen zijn internationaal geaccepteerde leeftijds- en geslachtsspecifieke afkapwaarden vastgesteld.
Ouders herkennen het gewichtsprobleem vaak niet. Een recente review laat zien dat van de kinderen met overgewicht bijna 63% van de ouders aangeeft dat hun kind een normaal gewicht heeft.
2 Ook artsen kunnen obesitas op het oog niet altijd herkennen.
Het effect van de behandeling van obesitas is beperkt. Er is bewijs dat een multidisciplinaire aanpak (met de componenten bewegen, voeding en psychologische begeleiding) het beste werkt en in de eerste lijn kan worden uitgevoerd. Over de exacte effectgrootte, langetermijneffecten en welke kinderen het meest baat hebben bij behandeling is nog onduidelijkheid.