In Europa daalt de capaciteit aan huisartsen omdat minder dan de helft van de geneeskundestudenten kiest voor een toekomstige carrière als huisarts.12 Idealiter zou 50% van de studenten voor huisartsgeneeskunde moeten kiezen.3 Uit onderzoek blijkt dat een goed georganiseerde huisartsgeneeskundige zorg nodig is voor een efficiënt gebruik van middelen en een kwalitatief goede zorg.4 Toch is gemiddeld slechts een op de drie Europese artsen huisarts; België en vooral Nederland scoren hier iets beter met respectievelijk 38 en 44%.2
Het meeste onderzoek naar het imago van de huisartsgeneeskunde richt zich op negatieve factoren. Zo is bekend dat veel huisartsen de praktijk verlaten vanwege burn-out.5 Het inkomensverschil tussen huisartsen en specialisten is voor geneeskundestudenten een belangrijke reden om voor specialistische geneeskunde te kiezen.56 De terughoudendheid om voor het huisartsenvak te kiezen hangt ook samen met de hoge werkdruk, de grote mentale belasting, de noodzaak om complexe zorg te managen, de hoge eisen die patiënten stellen, de administratieve druk en de slechte werk-privébalans. Het negatieve imago van het vak draagt bij tot minder instroom en meer uitstroom.579
De literatuur over werktevredenheid onder huisartsen is veelal van lage kwaliteit en het onderzoek is vooral uitgevoerd met vragenlijsten die meer focussen op de organisatie van de zorg en minder op de kern van de huisartsgeneeskunde.10 Slechts enkele kwalitatieve onderzoeken gaan over de werktevredenheid en die geven een gemengd beeld.1112
Met ons onderzoek wilden we exploreren welke positieve factoren de tevredenheid van huisartsen in Europa in hun beroep mede bepalen en wat hen motiveert om in de klinische praktijk werkzaam te blijven. Deze informatie kan helpen om aangepaste maatregelen en incentives voor huisartsen te ontwikkelen.
Methode
Binnen het European General Practice Research Network voerden we een descriptief, kwalitatief onderzoek uit in zeven Europese landen en Israël.1315 [Tabel 1] geeft een overzicht van de positie van de huisarts in de verschillende gezondheidszorgsystemen.
Tabel 1 | Overzicht van de positie van de huisarts in elk deelnemend land (gescoord op een vijfpuntsschaal, waarbij 0 = onbelangrijk en 5 = zeer belangrijk)
Deelnemers
In elk van de acht landen rekruteerden we huisartsen die ten minste vijf jaar in een klinische praktijk werkzaam moesten zijn. Voor het waarborgen van diversiteit letten we op de volgende kenmerken: leeftijd, geslacht, praktijkkenmerken (solo- of groepspraktijk), vergoedingssysteem (per prestatie, gesalarieerd) en opleidings- of andere beroepsgebonden nevenactiviteiten. De coördinator van het onderzoek ging in elk land op zoek naar deelnemers die veel informatie zouden kunnen leveren.
Gegevensverzameling
Omdat de bestaande modellen over werktevredenheid niet echt op huisartsen van toepassing waren, ontwikkelden we op basis van de literatuur een eigen interviewleidraad voor het onderzoek [kader].16
Dit instrument is vertaald naar de landstaal van elk deelnemend land en vervolgens terugvertaald naar het Engels met het oog op linguïstische validatie. De interviewers moedigden de huisartsen aan om over hun persoonlijke ervaringen te vertellen en niet alleen een algemeen beeld te schetsen van de situatie in hun land. We verzamelden gegevens tot in elk van de landen saturatie werd bereikt. De interviews werden woordelijk uitgetypt.
Kader | Onderwerpen van de interviewleidraad
-
Topic 1. Huisartsen komen in de dagelijkse praktijk aangename ervaringen tegen. Kunt u over een dergelijk voorval vertellen?
-
Topic 2. Wat maakt u gelukkig in uw werk als huisarts? Wat motiveert u om ’s morgens aan het werk te gaan? Factoren in relatie met tevredenheid
-
Topic 3. Factoren met betrekking tot werkorganisatie, praktijklocatie en samenwerking
-
Topic 4. Factoren met betrekking tot de werk-privébalans
-
Topic 5. De betekenis van de leefomgeving
-
Topic 6. Copingstrategieën bij onverwachte situaties
Analyse
Een multidisciplinair team van onderzoekers (psychologen, sociologen, artsen en antropologen) voerde een thematische analyse uit. In elk land analyseerden ten minst twee onderzoekers de transcripten, waarvoor ze descriptieve en interpretatieve codes ontwikkelden. Elke code kreeg een uitgebreide beschrijving, werd in het Engels vertaald en hertaald in de oorspronkelijke taal. De codes werden samengebracht in een uniek Europees codeboek, aangevuld met een aantal specifieke landgebonden codes. Bij het analyseproces hielden we rekening met de lokale context. In een laatste bijeenkomst bepaalden we de hoofdthema’s van de interviews.
Resultaten
In totaal namen 183 deelnemers uit de acht verschillende landen deel aan het onderzoek. De gemiddelde leeftijd, die binnen elk land tussen 47 en 57 jaar lag, weerspiegelt de actuele situatie in de meeste landen en garandeert ook dat de deelnemers al langere tijd als huisarts werkzaam zijn. De analyse leverde zes hoofdthema’s op: de kenmerken van de huisarts als persoon, specifieke vaardigheden en competenties, de arts-patiëntrelatie, vrije keuze van de werkomgeving, de mogelijkheid om toekomstige collega’s op te leiden en de balans tussen werk en privéleven.
De huisarts als persoon
Huisartsen hebben specifieke kenmerken, waaronder een interesse voor het dagelijks leven van de patiënt en sterke copingmechanismen om met uiteenlopende situaties, patiënten en onzekerheden om te gaan. Huisartsen hebben een passie voor het vak, die zwaarder weegt dan de financiële prikkels. Ze zijn bezorgd om hun eigen welzijn. Meer dan naar een hobby en vrije tijd zijn ze op zoek naar andere intellectuele uitdagingen en persoonlijk verrijkende activiteiten.
“Huisartsgeneeskunde is een mooi beroep, maar je bent te veel op jezelf, zelfs in een groepspraktijk. Je ziet de gemeenschap (buurt) vanuit een beperkt perspectief. Het is belangrijk om voeling te houden met de buurt. Je bent vermoedelijk zowel vader, moeder of partner, als arts. Het is interessant om verschillende perspectieven te hebben: het verbreedt je denkwijze. Boeken lezen is hetzelfde. Het is essentieel om bij het lezen van een goed boek empathie te voelen voor de personages. Het verrijkt je als mens, maar ook je praktijkvoering.” (Belgische huisarts)
Specifieke vaardigheden en competenties
Huisartsen kunnen bijzonder tevreden zijn als ze erin slagen om met weinig technische ondersteuning een juiste diagnose te stellen. Het intellectuele aspect van de medische besluitvorming die tot een efficiënte aanpak leidt, draagt bij aan een positief gevoel. Huisartsen zien zichzelf als het eerste aanspreekpunt voor de patiënt, en als diens zorgcoördinator en pleitbezorger. Dit vergt een grote vaardigheid in interprofessioneel samenwerken, maar vraagt ook om ondersteuning van specialisten en andere hulpverleners.
Over het algemeen zijn huisartsen ervan overtuigd dat goede communicatievaardigheden, en een patiëntgerichte en holistische aanpak noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het huisartsenvak. Ze koppelen empathie aan een brede medische kennis en zoeken een evenwicht tussen de verwachtingen en zorgen van de patiënt en de richtlijnen waarmee ze moeten werken. Patiënten opvoeden en het geven van adviezen voor een gezonde levensstijl maken ook deel uit van de specifieke competenties.
“Het is intellectueel extreem stimulerend en uitdagend werk.” (Finse huisarts)
“De patiënt dankt mij voor een goede diagnostiek.” (Poolse huisarts)
De arts-patiëntrelatie
De aard van de arts-patiëntrelatie geeft huisartsen het gevoel dat hun patiënten hen waarderen.2223 De deelnemende huisartsen vinden dat patiënten zelf hun huisarts moeten kunnen kiezen voor het waarborgen van een goede arts-patiëntrelatie. Verrijkende menselijke interacties met patiënten bepalen mede het welbevinden van huisartsen. Wederzijds respect en vertrouwen staan centraal. Tevreden huisartsen hebben vaak een zeer lange relatie met de meerderheid van hun patiënten en voelen zich vaak echte ‘familiedokters’, die voor verschillende generaties mogen zorgen.
“We weten veel meer over hen dan andere dokters, want deze patiënten hebben ons gekozen.” (Bulgaarse huisarts)
“We begeleiden patiënten bij hun zwangerschap, kanker en stervensproces, en van de geboorte tot de leeftijd van 99 jaar of ouder.” (Duitse huisarts)
Vrije keuze van de werkomgeving
Huisartsen zullen langer aan het werk blijven als ze zelf hun praktijk, collega’s en leefomgeving kunnen kiezen. Belgische huisartsen vinden het belangrijk dat alle hulpverleners die in een praktijk werken dezelfde visie en missie delen. Huisartsen willen persoonlijk inspraak hebben in de werking en financiering van hun eigen praktijk. Wanneer ze in dienstverband werken, vragen ze een redelijk inkomen.
Flexibiliteit betekent voor hen de mogelijkheid om keuzen te maken, zoals (huis)artsen opleiden, werken in een woonzorgcentrum of wetenschappelijk onderzoek doen. Daarom kiezen artsen voor een goed georganiseerde praktijk met een competent ondersteuningsteam. Huisartsen vinden het belangrijk dat de acute huisartsenzorg buiten openingsuren goed geregeld is.
“Als iemand zegt dat een praktijkruimte volledig onpersoonlijk moet zijn, want ze moet uitwisselbaar zijn, dan begrijp ik dat. Het is respectvol naar de anderen. Maar een persoonlijke klemtoon (touch) is belangrijk – die vertelt de patiënt iets over wie jij bent. Dat is belangrijk.” (Israëlische huisarts)
“Het is belangrijk om een persoonlijke organisatie en uitrusting te hebben.” (Franse huisarts)
“Het belangrijkste in onze praktijk is dat ik kan beslissen wanneer en hoe ik werk.” (Bulgaarse huisarts)
Opleiden
De huisartsen zijn trots op hun beroep en willen toekomstige collega’s graag opleiden. Dit vergroot de tevredenheid met hun beroep en stimuleert hen tot continue professionalisering. Ze benadrukken ook het belang van training bij het aantrekken van jonge collega’s en zoeken de erkenning van de huisartsgeneeskunde als een academische discipline door de universiteit.
“Alles wat je doet om op te leiden (stagiairs), overdracht van kennis naar de ander, verbetert exponentieel je ervaring. Je ziet jezelf door de ogen van anderen.” (Israëlische huisarts)
Ondersteunende factoren voor het evenwicht tussen werk en privéleven
Een goede balans tussen werk en privé biedt de mogelijkheid om een volwaardig gezinsleven te onderhouden, waarbij een goed sociaal netwerk belangrijk is. Inbedding in de lokale sociale gemeenschap geeft tevens een breder perspectief op de context van patiënten. Geld op zich is niet het belangrijkste, maar huisartsen hebben wel behoefte aan voldoende financiële middelen en vrije tijd voor vakantie. Huisartsen ervaren werkzekerheid, waardoor ze zich minder zorgen hoeven te maken over werkloosheid.
“Ik probeer mijn woensdagmiddag vrij te houden om thuis te blijven. Ik stel mijn prioriteiten. Wanneer er iets met de kinderen gebeurt, pas ik mijn werkschema aan.” (Belgische huisarts)
Contextspecifieke thema’s
Naast de internationale thema’s vonden we ook thema’s die specifiek zijn voor bepaalde landen. Poolse en Sloveense huisartsen melden niets over het belang van het opleiden van toekomstige collega’s. Franse huisartsen vinden de continuïteit van de zorg belangrijk. Finse huisartsen waarderen de stimulerende werkgemeenschap en multidisciplinair teamwerk. Israëlische huisartsen zijn trots op hun gerespecteerde positie. Ze geven de voorkeur aan een privépraktijk en benadrukken het belang van teamwerk. Poolse huisartsen zien enkele positieve ontwikkelingen in de financiering van de zorg, die een effectief evenwicht tussen werk en privéleven ondersteunen. Zij geven ook de voorkeur aan een sterke beroepsgroep die het beleid kan beïnvloeden.
Beschouwing
Voor zover bekend is dit het eerste Europese multicenter kwalitatieve onderzoek over werktevredenheid onder huisartsen.1617 We onderzochten een gevarieerde populatie van huisartsen in diverse gezondheidssystemen en culturele contexten. Ondanks de gevonden verschillen zien we dat in alle onderzochte landen dezelfde factoren maken dat studenten huisarts willen worden en huisartsen in de klinische praktijk werkzaam blijven. Gezien deze uniformiteit in visie en ervaringen zal de Nederlandse huisarts zich hier waarschijnlijk ook in kunnen terugvinden. Zo telt inkomen weliswaar mee, maar vinden de huisartsen het belangrijker om voldoende financiële middelen te hebben voor een comfortabel leven en een gezinsleven met genoeg vrije tijd.
De specifieke persoonlijke kenmerken zijn universeel in Europa: huisartsen zorgen graag voor mensen.18 Deze zorgzaamheid staat niet alleen centraal in onze interviews, maar ook in ander onderzoek.19
Andere onderzoeken hebben een beperkte beschrijving gegeven van de huisartsenvaardigheden en -competenties.1620 Centraal in deze onderzoeken staan competentie en een effectief ziektemanagement van de patiënt. In een Schots kwalitatief onderzoek maakte klinische competentie integraal deel uit van het welbevinden van de huisarts.21 In ons onderzoek kwamen alle kerncompetenties uit de WONCA-definitie aan bod.4 Hieruit blijkt de waarde van deze definitie en van de kenmerken die huisartsen gemeen hebben, ongeacht waar ze werken. De competenties en intellectuele aspecten die specifiek zijn voor het huisartsenvak zijn sterk gerelateerd aan tevredenheid. Het is noodzakelijk om huisartsen de kans te geven om deze vaardigheden te verwerven en te verbeteren.
Ons onderzoek bevestigt dat huisartsen het op prijs stellen om hun werkzaamheden in vrijheid in te richten en te kunnen bepalen in welke omgeving ze werken. Het gaat hier vooral om een efficiënte organisatie van de praktijk en niet zozeer om het aantal werkuren op zich.2426 Huisartsen hebben vrijheid en autonomie nodig voor werkplezier.1127 Dit betekent niet dat alles kan. Huisartsen willen dat hun beroep een wetenschappelijke uitstraling heeft en daarom hebben ze behoefte aan richtlijnen en continue nascholingsmogelijkheden.
Academische verantwoordelijkheid zorgt voor een positieve stimulans en biedt nieuwe perspectieven voor huisartsen die behoefte hebben aan afwisseling en uitdaging.132728 Ze willen erkend worden door de academische wereld. Stages bij huisartsen zijn noodzakelijk om studenten warm te maken voor een carrière in de huisartsenpraktijk.29 De zichtbaarheid van de huisartsgeneeskunde in het basiscurriculum, positieve rolmodellen, de mogelijkheid om klinische praktijkervaring op te doen en stages zorgen ervoor dat studenten vaker overwegen om voor het huisartsenvak te kiezen.3032.
Ons onderzoek laat zien dat huisartsen zich willen vestigen in een gemeente waar hun gezin zich ook thuis kan voelen. Uit eerder onderzoek blijkt dat huisartsen met een landelijke achtergrond zich ook sneller in een plattelandsgebied zullen vestigen.3033 Hierbij spelen de aanwezigheid van faciliteiten als scholen, voldoende aanbod van vrijetijdsactiviteiten en een goede woonomgeving een cruciale rol.34
Dit onderzoek laat ook zien hoe het beroep aantrekkelijker kan worden gemaakt. Omdat de intrinsieke persoonlijke eigenschappen van de aanstaande huisarts belangrijk zijn, moet hiermee bij de toelatingsprocedure of de selectie voor geneeskunde rekening worden gehouden.
Het blijft essentieel om toekomstige (huis)artsen de biomedische kennis en vaardigheden van de huisartsenpraktijk bij te brengen, maar het is ook noodzakelijk om aandacht te besteden aan manieren om met onzekerheid om te gaan, praktijkmanagement, interprofessionele samenwerking en communicatievaardigheden. Aios en huisartsen moeten gestimuleerd worden om aan hun eigen welzijn en copingstrategieën te werken.
Dat huisartsen de vrijheid hebben bij de keuze van hun werkomgeving, leidt tot spanningen omdat de zorg in bepaalde regio’s hierdoor in het gedrang kan komen. Financiële impulsen vormen slechts gedeeltelijk een oplossing. Het probleem van huisartsenarme zones hangt samen met de bredere maatschappelijke context van het verlies van kernactiviteiten in dorpen en de keuzen die mensen maken om op het platteland te gaan wonen.
Nieuw in dit onderzoek is dat alle huisartsen de regie van hun praktijk in eigen hand willen houden. Ze willen niet dat managers de visie, werkwijze en samenstelling van het team gaan bepalen. Praktijkondersteuning is wel belangrijk. Jonge huisartsen voelen soms weinig affiniteit voor dit management, wat deels komt door een gebrek aan kennis.
Nationale beleidsmaatregelen rond arbeidsomstandigheden, inkomen, opleiding en officiële erkenning van het huisartsenvak moeten de keuze voor een carrière als huisarts gemakkelijker maken. Stakeholders moeten zich bewust zijn van deze factoren, als ze het huisartsenbestand willen vergroten.
Conclusie
In alle onderzochte landen zijn het dezelfde positieve factoren die huisartsen ondersteunen bij hun klinische praktijk. Centraal staat de huisarts als persoon, voor wie een continue professionele ontwikkeling van specifieke vaardigheden belangrijk is. Cruciaal zijn de vrijheid om de werkomgeving en de collega’s te kiezen, en de inspraak in de eigen praktijkorganisatie. Beleidsmakers kunnen hierbij ondersteunen door het huisartsenvak als specialisme te erkennen, financiële steun te verlenen en binnen universiteiten een positief imago te creëren.
Lees meer | Over landsgrenzen
- Palliatieve geneeskunde in sub-Sahara Afrika
- Seksuele gezondheidszorg voor Europese jongeren kan beter
- Kernwaarden van Nederlandse huisartsen in internationaal perspectief
- Internationale intervisie via Skype werkt goed
- ‘Frisse’ berglucht toch niet altijd gezond?
- Kernwaarden huisartsenzorg volgens Europese huisartsen in opleiding
Interviews Nederlandse huisartsen die in het buitenland werken:
Literatuur
- 1.↲Evans T, Van Lerberghe W. The World Health Report 2008: primary health care: now more than ever. Geneva: World Health Organization, 2008.
- 2.↲↲OECD. Health at a Glance 2015. OECD Indicators. Paris: OECD Publishing, 2015.
- 3.↲Barber S, Brettell R, Perera-Salazar R, Greenhalgh T, Harrington R. UK medical students’ attitudes towards their future careers and general practice: a cross-sectional survey and qualitative analysis of an Oxford cohort. BMC Med Educ 2018;18:160.
- 4.↲↲Allen J, Gay B, Crebolder H, Heyrman J, Svab I, Ram P. The European definitions of the key features of the discipline of general practice: the role of the GP and core competencies. Br J Gen Pract 2002;52:526-7.
- 5.↲↲↲Dusmesnil H, Serre BS, Régi J-C, Leopold Y, Verger P. Professional burn-out of general practitioners in urban areas: prevalence and determinants. Sante Publique 2009;21:355-64.
- 6.↲OECD. Health at a Glance 2013. OECD Indicators. Paris: OECD Publishing, 2013.
- 7.↲Sinclair HK, Ritchie LD, Lee AJ. A future career in general practice? A longitudinal study of medical students and pre-registration house officers. Eur J Gen Pract 2006;12:120-7.
- 8.↲Rowsell R, Morgan M, Sarangi J. General practitioner registrars’ views about a career in general practice. Br J Gen Pract 1995;45:601-4.
- 9.↲Czachowski S, Pawlikowska T. ‘These reforms killed me’: doctors’ perceptions of family medicine during the transition from communism to capitalism. Fam Pract 2011;28:437-43.
- 10.↲Roos M, Watson J, Wensing M, Peters-Klimm F. Motivation for career choice and job satisfaction of GP trainees and newly qualified GPs across Europe: a seven countries cross-sectional survey. Educ Prim Care 2014;25:202-10.
- 11.↲↲Lepnurm R, Dobson R, Backman A, Keegan D. Factors associated with career satisfaction among general practitioners in Canada. Can J Rural Med 2007;12:217-30.
- 12.↲Geneau R, Lehoux P, Pineault R, Lamarche PA. Primary care practice a la carte among GPs: using organizational diversity to increase job satisfaction. Fam Pract 2007;24:138-44.
- 13.↲↲Buono N, Thulesius H, Petrazzuoli F, Van Merode T, Koskela T, Le Reste J-Y, et al. 40 years of biannual family medicine research meetings – the European General Practice Research Network (EGPRN). Scand J Prim Health Care 2013;31:185-7.
- 14.↲Koskela TH. Building a primary care research network – lessons to learn. Scand J Prim Health Care 2017;35:229-30.
- 15.↲European General Practice Research Network.
- 16.↲↲↲Le Floch B, Bastiaens H, Le Reste JY, Lingner H, Hoffman RD, Czachowski S, et al. Which positive factors determine the GP satisfaction in clinical practice? A systematic literature review. BMC Fam Pract 2016;17.
- 17.↲Van Ham I, Verhoeven AAH, Groenier KH, Groothoff JW, De Haan J. Job satisfaction among general practitioners: a systematic literature review. Eur J Gen Pract 2006;12:174-80.
- 18.↲Backer EL, McIlvain HE, Paulman PM, Ramaekers RC. The characteristics of successful family physicians in rural Nebraska: a qualitative study of physician interviews. J Rural Health 2006;22:189-91.
- 19.↲Walker KA, Pirotta M. What keeps Melbourne GPs satisfied in their jobs? Aust Fam Physician 2007;36:877-80.
- 20.↲Allen J, Gay B, Crebolder H, Heyrman J, Svab I, Ram P. The European definition of general practice/family medicine. Short version. Eur Acad Teach Gen Pract 2011;1-11.
- 21.↲Fairhurst K, May C. What general practitioners find satisfying in their work: implications for health care system reform. Ann Fam Med 2006;4:500-5.
- 22.↲Behmann M, Schmiemann G, Lingner H, Kühne F, Hummers-Pradier E, Schneider N. Job satisfaction among primary care physicians: results of a survey. Dtsch Arztebl Int 2012;109:193-200.
- 23.↲Makivić I, Kersnik J, Klemenc-Ketiš Z. The role of the psychosocial dimension in the improvement of quality of care: a systematic review. Slov J Public Heal 2016;55:86-95.
- 24.↲Shrestha D, Joyce CM. Aspects of work-life balance of Australian general practitioners: determinants and possible consequences. Aust J Prim Health 2011;17:40-7.
- 25.↲Goetz K, Musselmann B, Szecsenyi J, Joos S. The influence of workload and health behavior on job satisfaction of general practitioners. Fam Med 2013;45:95-101.
- 26.↲McGrail MR, Humphreys JS, Scott A, Joyce CM, Kalb G. Professional satisfaction in general practice: does it vary by size of community? Med J Aust 2010 19;193:94-8.
- 27.↲↲Rivet C, Ryan B, Stewart M. Hands on: is there an association between doing procedures and job satisfaction? Can Fam Physician 2007;53:93, 93:e.1-5, 92.
- 28.↲Eliason BC, Guse C, Gottlieb MS. Personal values of family physicians, practice satisfaction, and service to the underserved. Arch Fam Med 2000;9:228-32.
- 29.↲Meli DN, Ng A, Singer S, Frey P, Schaufelberger M. General practitioner teachers’ job satisfaction and their medical students’ wish to join the field – a correlational study. BMC Fam Pract 2014;15:50.
- 30.↲↲Shanley BC, Schulte KM, Chant D, Jasper A, Wellard R. Factors influencing career development of Australian general practitioners. Aust Fam Physician 2002;31:49-54.
- 31.↲Scott I, Wright B, Brenneis F, Brett-Maclean P, McCaffrey L. Why would I choose a career in family medicine? Reflections of medical students at 3 universities. Can Fam Physician 2007;53:1956-7.
- 32.↲Stagg P, Prideaux D, Greenhill J, Sweet L. Are medical students influenced by preceptors in making career choices, and if so how? A systematic review. Rural Remote Health 2012;12:1832.
- 33.↲Rourke JTB, Incitti F, Rourke LL, Kennard M. Relationship between practice location of Ontario family physicians and their rural background or amount of rural medical education experience. Can J Rural Med 2005;10:231-40.
- 34.↲Noonan T, Arroll B, Thomas D, Janes R, Elley R. When should I do rural general practice? A qualitative study of job/life satisfaction of male rural GPs of differing ages in New Zealand. N Z Med J 2008;121:59-67.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.