Het totaalbeeld dat uit dit onderzoek naar voren komt, is dat er een grote mate van overeenkomst bestaat tussen de oordelen over DRP van de graders en die van de oogarts. Dat geldt zowel op het niveau van de diagnostiek als in relatie tot de verwijzing. Als er sprake is van verschillen, dan is dat in de categorie fout-positieven. Fout-negatieven, waarbij patiënten ten onrechte worden gerustgesteld, zijn in dit pilotonderzoek niet voorgekomen. Dit onderzoek geeft aan dat huisartsen adequaat kunnen screenen op DRP.
De beoordeling van ‘overige afwijkingen’ door de graders behoeft speciale aandacht. De graders kunnen deze afwijkingen apart vermelden. Het verschil in beoordeling tussen oogarts en grader is in deze groep het grootst. Graders kunnen in deze groep zowel minimale afwijkingen, zoals enkele perifere drusen, als ernstige afwijkingen scoren [tabel 4]. Slechts een beperkt aantal ‘overige afwijkingen’ heeft klinische consequenties. Juist enkele van deze afwijkingen hebben de graders niet als zodanig herkend (bijvoorbeeld afwijkende cup/disc-ratio, venetaktrombose). De meeste gemiste overige afwijkingen hebben echter geen klinische consequenties. Patiënten zijn op andere gronden toch terecht verwezen of zijn bij klinisch niet-relevante afwijkingen terecht niet verwezen.
De kwaliteit van de foto’s is een punt van zorg. Een niet te verwaarlozen aantal foto’s is zo slecht dat beoordeling in feite niet mogelijk is. Opvallend is dat de graders wel adequaat de kwaliteit van de foto’s beoordeelden, maar dat als ze deze als slecht hadden gekwalificeerd, ze deze in een aantal gevallen toch hebben gescoord.
De hardware speelt een rol als het om de kwaliteit van de foto’s gaat. Hetzelfde geldt misschien voor de scholing en vaardigheden van degenen die de foto’s maken.
In vergelijking tot eerdere onderzoeken komen onze resultaten met betrekking tot het beoordelen van DRP overeen. Opvallend is dat eerdere onderzoeken zich beperken tot de beoordeling van DRP en niet of nauwelijks ingaan op de problematiek van overige afwijkingen. Eerdere onderzoeken onderkennen eveneens de problemen met de kwaliteit van de foto’s.
Bij ons onderzoek zijn ook kritische kanttekeningen te plaatsen. Op de eerste plaats omvat het slechts vijftig patiënten, terwijl het aantal patiënten met diabetes mellitus type 2 in Midden-Limburg en de westelijke mijnstreek boven de 12.000 ligt. In het verlengde hiervan komt een andere beperking naar voren, namelijk dat we hebben gekozen voor een gestratificeerde steekproef. Er is geen intergrader-variabiliteit bepaald, hetgeen te maken heeft met de omvang en opzet van het onderzoek. Daarnaast vond het overleg met de statisticus plaats na het onderzoek, in plaats van vooraf, hetgeen de statistische beperkingen verklaart.
Het screeningsonderzoek in de Meditta-regio vindt nog steeds plaats. In 2013 zijn er ruim 32.000 onderzoeken verricht. De genoemde kritische kanttekeningen bij dit onderzoek hebben geleid tot verschillende aanpassingen. Zo is er bij de nascholing van de graders veel meer nadruk komen te liggen op scholing in overige afwijkingen. Verder worden de graders periodiek getoetst en krijgen ze betere feedback. De scorelijsten zijn aangepast, zodat de graders nu eerst de kwaliteit van de foto’s beoordelen en pas daarna de DRP en de overige afwijkingen. Ook ‘overschatting’ van de kwaliteit van de foto’s krijgt in de opleiding meer aandacht. Indien de kwaliteit nu als slecht wordt beoordeeld, kan de grader de overige items niet meer aanvinken en volgt automatisch het advies tot verwijzing. De fundusassistenten krijgen nu regelmatig scholing en kunnen een pre-beoordeling aan de grader doorgeven. Verder is geïnvesteerd in nieuwe apparatuur en een nieuwe bus. De kwaliteit van de foto’s is duidelijk verbeterd.