Intranasale corticosteroïden vergen betere voorlichting

Dit observationele onderzoek betrof de informatievoorziening over de toediening van intranasale corticosteroïden. De auteurs benaderden 15 kno-artsen, 20 kinderartsen uit 8 ziekenhuizen in Noord-Nederland, 20 huisartsen op de huisartsenpost in Leeuwarden en 20 apothekersassistenten.

Van de 29 stappen van een veelgebruikt Nederlands toedieningsprotocol beschouwden zij er 5 als essentieel (neus snuiten, tegelijkertijd inhaleren via de neus en sprayen, schudden, sprayopening afwenden van het septum en uitademing door de mond). Van de 75 participanten voerde niemand het protocol volledig uit. Gemiddeld volbrachten de deelnemers 14 van de 29 stappen. De apothekersassistentes deden het met een mediaan van 16,5 van de 29 stappen significant beter dan de artsen (een mediaan van 13,5 voor de huisartsen, 12 voor de kno-artsen en 14 voor de kinderartsen).

Met name het reinigen na afloop en de patiënt erop attenderen dat hij naar de apotheek moet terugkomen bij onduidelijkheden of verloop van de houdbaarheidsdatum werden frequent vergeten. Zevenentwintig van de 75 (36%) deelnemers voerden alle 5 essentiële stappen uit.  Ze vergaten neus snuiten 29 van de 76 keer (39%). Ze vergaten inhaleren via de neus en tegelijkertijd sprayen 7 (8%) maal. Ze vergaten schudden 16 maal (19%). Ze wendden de sprayopening 10 maal (12%) niet correct van het septum af en bespraken in 19 (24%) gevallen de uitademing door de mond niet. 

Als alle 29 stappen nodig zijn voor goed gebruik, kun je je afvragen hoe effectief intranasale corticosteroïden zijn in de dagelijkse praktijk. Laten we ons ten minste bekwamen in die 5 essentiële stappen en stuur patiënten zo nodig terug naar de apothekersassistente voor de beste instructie.