E-health heeft weinig effect op zoutreductie

De onderzoekers includeerden patiënten met matige nierschade (GFR > 25) en zonder hypertensie (RR < 170/95) of hypotensie (RR > 135/85) uit 4 poliklinieken. De interventiegroep kreeg in 3 maanden 2 groepssessies en eventueel individuele coaching (1-4 maal), gecombineerd met 15 online modules. In de 6 maanden die daarop volgden, bleven patiënten zichzelf online monitoren en werden 4 telefonische of e-consulten ingepland. De controlegroep kreeg de reguliere zorg. De primaire uitkomstmaat was de hoeveelheid natriumexcretie in 24-uurs urine.

In totaal werden 99 patiënten geïncludeerd en gerandomiseerd over de interventiegroep (n = 52) en de controlegroep (n = 47). Na 3 maanden was er binnen de interventiegroep een significante afname in de natriumexcretie te zien (van 188 ± 63 mmol/d naar 148 ± 55 mmol/d; p < 0,001). In de controlegroep daalde de natriumexcretie echter ook, mogelijk doordat het onderzoek de aandacht extra vestigde op het zoutgebruik. Wanneer beide groepen met elkaar werden vergeleken, deed de interventiegroep het nét iets beter (-24,8 mmol/d; 95%-BI 49,6 tot 0,1; p = 0,049). Na 9 maanden waren er echter geen verschillen meer te zien in natriumexcretie, bloeddruk, medicatiegebruik of proteïnurie. Het verschil in kosten was klein (interventiegroep € 451 versus controlegroep € 410).

Hoewel de onderzoekers dus geen significante verschillen tussen de groepen vonden, was er in beide groepen wel een reductie van zoutgebruik. Het blijft zoeken naar de meest effectieve manier van begeleiding, maar extra aandacht zorgt er in elk geval voor dat het zoutgebruik op de korrel wordt genomen.