Triage en zelfzorg
Binnen huisartsenposten (HAP’s) valt er nog het een en ander te winnen op het gebied van triage en zelfzorg. De triage is van goede kwaliteit, maar kan verder worden verbeterd door het gebruik van 1 actueel patiëntendossier (EPD), dat wordt gedeeld met de dagpraktijk en ketenpartners.12 Ook zou een vaste groep, continu aanwezige, getrainde en ervaren regieartsen triagisten kunnen ondersteunen.3 Volgens ons sluiten regieartsen met hun diagnostische, contextuele en epidemiologische kennis aan op het urgentiegerichte denken van triagisten. Hiermee ontstaat een veiliger en doelmatiger triage die onnodige inzet van huisartsen en ambulances kan voorkomen.3 Ten slotte kunnen zelftriage, videotriage en e-consultaties een deel van de consulten en visites vervangen en ook worden ingezet om zelfzorg te bevorderen.45 Met herhaalde persoonsgerichte voorlichting is dan zowel op de HAP als in de huisartsenpraktijk aan te sturen op zelfzorg en zelfredzaamheid van de patiënt.1267 Ook door optimalisatie van de bereikbaarheid, beschikbaarheid en kwalitatief goede spoedzorg in de dagpraktijk, is contact met de HAP deels te voorkomen.8
Diagnostiek en expertise
Om de diagnostiek op de HAP te ondersteunen en de veiligheid en doelmatigheid van de zorg te verbeteren kunnen klinische beslisregels meer worden ingezet.9 het bekendste voorbeeld is de Wells-score, maar er zijn meer bruikbare beslisregels, zoals de National Early Warning Score (NEWS), om ernstig zieke patiënten vroegtijdig te detecteren en de Marburg Heartscore, waarmee een hartinfarct kan worden uitgesloten.101112 Het is dan wel nodig om deze beslisregels voor HAP’s te valideren en aan te passen. Daarnaast kan point-of-care (POCT) laboratoriumdiagnostiek de kwaliteit en veiligheid verbeteren.13 HAP’s dienen ook rechtstreeks toegang te krijgen tot röntgendiagnostiek, want uit onderzoek blijkt daarmee het aantal onnodige verwijzingen naar de SEH af te nemen.14 De waarde van echografie voor de HAP moet nog worden onderzocht. Voor de dagpraktijk lijkt echografie in elk geval een veelbelovende innovatie, omdat deze in meer dan de helft van de gevallen leidt tot veranderingen in diagnose en beleid, en tot minder verwijzingen.151617
Meer inbreng van expertise kan ook bijdragen aan de kwaliteit van de spoedzorg. Zo zouden NHG-kaderhuisartsen Spoedzorg bij de HAP in dienst kunnen gaan, om op vaste tijden diensten te draaien. Bij twijfel, een niet-pluisgevoel of zeldzame ziektebeelden zijn ze dan beschikbaar voor (digitale) meekijkconsulten op de HAP.1819 Ook kunnen meekijkconsulten door andere dienstdoende huisartsen de kwaliteit en het werkplezier vergroten. Ten slotte kan systematische feedback van de eigen huisarts op het medisch handelen van de dienstdoende huisarts de ‘leercirkel’ helpen verbeteren.
Werkdrukregulatie en meer werkplezier
In het algemeen kan de werkdruk van huisartsen worden geoptimaliseerd door de triage en ketensamenwerking te verbeteren. Meer teamwerk door de inzet van verpleegkundig specialisten en een spreekuur van assistentes en basisartsen kunnen eveneens de druk verminderen en het werkplezier vergroten.2021
De nachtdiensten vormen een probleem, want dan zijn er weinig patiëntencontacten, terwijl relatief veel hulpverleners in de spoedketen paraat zijn. Dat is inefficiënt en relatief kostbaar. Bovendien zijn nachtdiensten ontregelend en belastend. Daarom is het goed om vooral de inzet van huisartsen in de nacht te beperken, bijvoorbeeld door sommige HAP’s ’s nachts te sluiten. Dan neemt de afstand tot de patiënt weliswaar toe, maar dat kan in nauwe afstemming met de ambulancedienst worden ondervangen. Op spoedposten is het aantal huisartsen in de nacht ook te beperken door bij grote drukte of tijdelijke afwezigheid vanwege een visite een SEH-arts of -verpleegkundige in te zetten bij hoogurgente consultpatiënten.
Ten slotte vormt de dienstbelasting in dunbevolkte gebieden een probleem vanwege het grote aantal diensturen. Met 190 uur dienst is dat soms wel het dubbele aantal uren van het landelijk gemiddelde.22 De diensten zijn volgens ons een gezamenlijke verantwoordelijkheid van praktijkhouders en waarnemend huisartsen. Hierbij kan de inzet van waarnemend huisartsen de (nachtelijke) dienstbelasting van praktijkhouders verkleinen en hun motivatie en werkplezier vergroten.23
Samenwerking ambulancezorg
Ambulancezorg Nederland (AZN) en VWS zijn gestart met het opzetten van Zorg Coördinatie Centra (ZCC), waar de triage voor alle spoedzorgketenpartners plaatsvindt.24 Op deze zorgmeldkamers verrichten triagisten van de HAP, ambulance-dienst, thuiszorg en de ggz 24 uur per dag multi-disciplinaire triage. Dat zou ervoor moeten zorgen dat zoveel mogelijk meteen de juiste hulpverlener wordt ingezet. Volledige dossierinzage, een getrainde regiearts voor consultatie en supervisie, inzicht in de beschikbare regionale capaciteit van visiteauto’s, ambulances, en ziekenhuis- en eerstelijnsverblijfbedden dragen hieraan bij. Voor patiënten is er dan per regio 1 loket, waar ze zich digitaal of telefonisch kunnen melden. Tijdens de praktijkuren kunnen ze met de eigen huisarts overleggen. Ook hier is het uitgangspunt dat de eigen huisarts bij niet-levensbedreigende spoed het eerste aanspreekpunt is.
Op de zorgmeldkamer wordt de Nederlandse Triage Standaard (NTS) gebruikt. Deze blijkt een valide en betrouwbaar systeem voor de triage van zowel kinderen als volwassenen.25 Ze is geschikt voor alle ketenpartners en uit recent onderzoek blijkt dat de urgentie-inschattingen van HAP-, ambulance- en SEH-triagisten in hoge mate overeenkomen.25
Het idee voor ZCC klinkt aantrekkelijk. Het wordt dan nog wel een uitdaging om de verschillende bedrijfsculturen en belangen te overstijgen. Volgens ons is het een eenvoudiger optie om aan te sluiten bij de actuele ontwikkelingen, waarbij HAP’s hun triageposten opschalen en er een gedeelde locatie ontstaat met de triage van de thuiszorg, specialist ouderengeneeskunde en ggz. Triagisten van de meldkamer kunnen daarbij dan (eventueel virtueel) aanschuiven.
Samenwerking met SEH op de spoedpost
Per regio zal bekeken moeten worden of de bestaande SEH kan worden behouden of dat de regio meer geschikt is voor een volledig geïntegreerde 24 uursspoedpost, conform het voorstel in houtskoolschets, waarbij huisarts, specialist, ggz, thuiszorg en specialist ouderengeneeskunde fysiek samenwerken.2627 Dan moet er behalve voor preventie van de instroom ook aandacht zijn voor het optimaliseren van de uitstroom, door bijvoorbeeld directe beschikbaarheid van eerstelijnsverblijven en thuiszorg.
Conclusie
Op de laatste Woudschotenconferentie in 2019 gaven huisartsen aan dat ze 24 uursspoedzorg willen blijven leveren.28 Om dit waar te maken zijn vanuit onze ervaring en vanuit wat wij hierover signaleren in de literatuur wel aanzienlijke innovaties nodig.
Er is op veel punten winst te boeken. Om deze innovaties en ontwikkelingen te onderbouwen moet ook meer worden geïnvesteerd in wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld naar de rol van regieartsen, klinische beslisregels, aanvullend diagnostiek, de waarde van feedback en de kwaliteit van verwijzingen.
HAP’s en landelijke koepels als InEen, LHV en NHG kunnen bij de innovaties een ondersteunende, voorwaardescheppende rol spelen. De inbreng van huisartsen met creativiteit, slagvaardigheid en leiderschap is daarbij zeer noodzakelijk en gewenst.
Lees ook De opbrengst van 20 jaar huisartsenposten van Paul Giesen, et al.
Literatuur
- 1.↲↲Giesen P, Smits M, Huibers L, Grol R, Wensing M. Quality of after-hours primary care in the Netherlands: a narrative review. Ann Intern Med 2011;155:108-13.
- 2.↲↲Smits M, Rutten M, Keizer E, Wensing M, Westert G, Giesen P. The development and performance of after-hours primary care in the Netherlands: a narrative review. Ann Intern Med 2017;166:737-42.
- 3.↲↲Giesen P, Halink D. Smeerolie van de huisartsenpost: patiënten en hulpverleners tevreden over de regiearts. Med Contact 2007;69:371-3.
- 4.↲Smits M, Konings M, Klabbers L, et al. Het gebruik van videobeelden bij triage op de huisartsenpost: wat is de toegevoegde waarde? [geaccepteerd H&W].
- 5.↲Korteweg L. Huisartsenzorg 2030: van praktijk naar platform? Huisarts Wet 2020;12:65-6.
- 6.↲Keizer E, Smits M, Peters Y, Huibers L, Giesen P, Wensing M. Contacts with out-of-hours primary care for nonurgent problems: patients’ beliefs or deficiencies in healthcare? BMC Fam Pract 2015;16:157.
- 7.↲Giesen M, Keizer E, Van de Pol J, Knoben J, Wensing M, Giesen P. The impact of demand management strategies on parents’ decision-making for out-of-hours primary care: findings from a survey in the Netherlands. BMJ Open 2017;7:e014605.
- 8.↲Smits M, Peters Y, Broers S, Keizer E, Wensing M, Giesen P. Invloeden op de zorgconsumptie op de huisartsenpost. Huisarts Wet 2015;58:634-7.
- 9.↲Schols AMR, Meijs E, Dinant G-J, Stoffers HEJH, Krekels MME, Cals JWL. General practitioner use of D-dimer in suspected venous thromboembolism: historical cohort study in one geographical region in the Netherlands. BMJ Open 2019;9:e026846.
- 10.↲Scott LJ, Redmond NM, Garrett J, Whiting P, Northstone K, Pullyblank A. Distributions of the National Early Warning Score (NEWS) across a healthcare system following a large-scale roll-out. Emerg Med J 2019;36:287-92.
- 11.↲Ayerbe1 L, González E, Gallo V, Coleman CL, Wragg A, Robson J. Clinical assessment of patients with chest pain; a systematic review of predictive tools. BMC Cardiovasc Disord 2016;16:18.
- 12.↲Angel M, Schols M, Willemsen R, Rutten MH, Stassen PM, Kietselaer BLJH, et al. A nationwide flash-mob study for suspected acute coronary syndrome. Ann Fam Med 2019;17:296-303.
- 13.↲Giesen P, Loots F, Hopstaken R. Diagnostische sneltests verdienen brede invoering. Point of care testing maakt spoedzorg veiliger. Med Contact 2015;42;1996-8.
- 14.↲Rutten MH, Smits M, Peters YAS, Assendelft WJJ, Westert GP, Giesen PHJ. Effects of access to radiology in out-of-hours primary care in the Netherlands: a prospective observational study. Fam Pract 2017;35:253-8.
- 15.↲Versluis R, Morgenstern P, Buis P. Point-of-care echografie. Huisarts Wet 2020;63:1-3.
- 16.↲Aakjær Andersen C, Brodersen J, Davidsen AS, Graumann O, Jensen MBB. Use and impact of point-of-care ultrasonography in general practice: a prospective observational study. BMJ Open 2020;10:e037664.
- 17.↲Andersen CA, Holden S, Vela J, Skovdal Rathleff M, Bach Jensen M. Point-of-care ultrasound in general practice: a systematic review. Ann Fam Med 2019;17:61-9.
- 18.↲Van der Jagt L, Smeele I, Vervlee L. De kaderarts 2.0: visie op de toekomst van de kaderarts en kaderopleidingen. Utrecht: NHG, 2020.
- 19.↲Van Twillert M. Vaste huisarts brengt de sfeer terug op de HAP. Med Contact 2020;41:10-1.
- 20.↲Van der Biezen M, Schoonhoven L, Wijers N, Van der Burgt R, Wensing M, Laurant M. Substitution of general practitioners by nurse practitioners in out-of-hours primary care: a quasi-experimental study. J Adv Nursing 2016;72:1813-24.
- 21.↲Smits M, Peters Y, Ranke S, Plat E, Laurant M, Giesen P. Substitution of general practitioners by specialised nurses in out-of-hours primary care home visits: a quasi-experimental study. Int J Nurs Stud 2020;104:103445.
- 22.↲InEen, LHV, VPHuisartsen. Naar een toekomstbestendige huisartsenzorg in de avond, nacht en weekenden. Utrecht: InEen, LHV, VPHuisartsen, 2017.
- 23.↲Giesen P, Smits M, Verstappen W, Kant J, Sluiter A, Rutten M. De opbrengst van 20 jaar huisartsenposten. Huisarts Wet 2021;64:DOI:10.1007/s12445-021-1135-x.
- 24.↲ZCN Zorgcentrale Noord. Zorgcentrale Noord verlaagt druk op spoedzorg in Zwolle. Beilen: ZCN Zorgcentrale Noord, 2017.
- 25.↲↲NTS. NTS is een betrouwbare en valide standaard voor de triage van volwassenen in de gehele spoedzorgketen. Utrecht: NTS, 2021.
- 26.↲Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Houtskoolschets acute zorg. Een discussiestuk over de inrichting en
- 27.↲bekostiging van het acute zorglandschap. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2020.
- 28.↲Toekomst Huisartsenzorg. Toekomst Huisartsenzorg – kerntaken in de praktijk. Utrecht: NHG/LHV/VPH/Ineen, 2019. https://toekomsthuisartsenzorg.nl/.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.