Casus
Patiënt: Een 68-jarige vrouw bezoekt het spreekuur van de huisarts.
Voorgeschiedenis: Osteopenie, humerusfractuur.
Medicatie: Calcium met vitamine D.
Anamnese: Sinds 4 maanden heeft de patiënte bij haar dagelijkse fietstocht pijn rechts in haar borstkas en oksel. Ze heeft het idee dat de pijn ook naar haar keel trekt. De klacht doet zich uitsluitend voor als ze een brug op moet fietsen. Ze komt wel fietsend boven, maar moet dan even wachten. Binnen 2 minuten kan ze weer pijnvrij verder. Haar vader is overleden aan een hartinfarct toen hij 69 jaar was.
Lichamelijk onderzoek: Bloeddruk 140/86 mmHg. Pols 74/min, regulair. Hart: normale tonen, geen souffle. Longen: vesiculair ademgeruis zonder bijgeluiden. Geen enkeloedeem.
De huisarts denkt aan stabiele angina pectoris (AP). Het pijnpatroon is echter niet eenduidig. Er zijn 2 van de 3 criteria voor typische AP aanwezig: de pijn neemt toe bij inspanning en reageert op het staken van de inspanning, maar de pijn rechts in de borst/oksel is niet klassiek. De huisarts constateert dat er sprake is van atypische AP en verwijst de patiënte, conform de NHG-Standaard Stabiele angina pectoris, naar de cardioloog. Tien dagen later maakt de cardioloog in voorbereiding op de poliklinische afspraak een ecg dat de huisarts direct in het elektronisch postvak ontvangt. Op het moment van het ecg heeft de patiënte geen klachten.
Opgave
➤ Het antwoord vindt u hier.
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.