Geneesmiddelen kunnen schadelijke invloeden hebben op het ongeboren kind. Dit pleit voor een terughoudend voorschrijfbeleid tijdens de zwangerschap. Daar staat tegenover dat het staken van medicatie ook schadelijk kan zijn voor de aanstaande moeder en haar kind, vooral als het gaat om chronische aandoeningen. Voor de huisarts bieden de NHG-Standaarden vaak weinig houvast, maar waarschijnlijk houden zowel de huisarts als de zwangere vrouw zelf rekening met het medicijngebruik. Wat is hiervan in de praktijk terug te vinden? We gebruikten gegevens uit LINH om het aantal en type van voorgeschreven middelen voor chronische aandoeningen bij zwangerschap na te gaan.
Hoe vaak wordt er voorgeschreven?
Aan de hand van de inschrijving van een geboren kind in de huisartsenpraktijk in 2004 werden 1371 vrouwen opgespoord. Bij hen is zowel vóór als tijdens de zwangerschap gekeken hoe vaak zij ten minste één keer medicatie voor een chronische aandoening voorgeschreven kregen. In de figuur zijn de percentages per kwartaal weergegeven. Opvallend is dat het aantal vrouwen met medicatie voor chronische aandoeningen al vóór de zwangerschap afneemt. Wellicht komt dit doordat vrouwen met een kinderwens hun medicijngebruik aanpassen, al dan niet in overleg met de huisarts. Verder blijkt dat het aantal vrouwen dat medicijnen krijgt voorgeschreven gedurende de zwangerschap nog verder daalt.
Wat wordt er voorgeschreven?
Als een huisarts voorschrijft aan een zwangere vrouw, bedraagt het gemiddeld aantal recepten iets meer dan twee; dit maakt niet veel verschil met de negen maanden voorafgaand aan de zwangerschap. Ontstekingsremmers en reumamiddelen worden het vaakst voorgeschreven in de periode vóór de zwangerschap, maar dit verandert tijdens de zwangerschap (tabel). Mogelijk houdt de huisarts rekening met het feit dat zwangerschap een contra-indicatie is voor gebruik van deze geneesmiddelen. Ook kan de huisarts besluiten minder snel van deze middelen gebruik te maken bij acute klachten zoals lage rugpijn. Vrouwen gebruiken tijdens de zwangerschap bovendien minder vaak astmamiddelen, corticosteroïden voor dermatologisch gebruik en antidepressiva: zowel het aantal recepten als het aantal gebruikers is dan lager. Niet al deze middelen zijn even schadelijk voor het ongeboren kind en voor sommige vrouwen zal het klinisch gezien beter zijn om medicatie te blijven gebruiken.
Aantal recepten | Aantal vrouwen | Gemiddeld aantal recepten | |
Vóór de zwangerschap | |||
1. Ontstekingsremmers en reumamiddelen | 252 | 173 | 1,5 |
2. Corticosteroïden voor dermatologisch gebruik | 150 | 118 | 1,3 |
3. Astmamiddelen | 146 | 61 | 2,4 |
4. Antidepressiva | 137 | 33 | 4,2 |
5. Anti-epileptica | 48 | 7 | 6,9 |
Tijdens de zwangerschap | |||
1. Astmamiddelen | 120 | 53 | 2,3 |
2. Corticosteroïden voor dermatologisch gebruik | 118 | 98 | 1,2 |
3. Antidepressiva | 73 | 21 | 3,5 |
4. Middelen voor verminderde schildklierfunctie | 39 | 9 | 4,3 |
5. Ontstekingsremmers en reumamiddelen | 35 | 29 | 1,2 |
Minder, en andere medicatie voor chronische aandoeningen
Zwangere vrouwen krijgen minder medicatie voor chronische aandoeningen voorschreven tijdens de zwangerschap. Het aantal vrouwen dat chronische medicatie gebruikt, neemt al geleidelijk af in de periode voorafgaand aan de zwangerschap. Ook het soort medicijnen dat wordt voorgeschreven verandert. Wie het initiatief neemt om het medicijngebruik te veranderen, is niet duidelijk. Nader onderzoek is nodig om te kunnen bepalen of huisartsen actief een terughoudend voorschrijfbeleid voeren, of dat zij zich laten leiden door de (terecht) behoedzame houding van de aanstaande moeder.
De hier beschreven analyses zijn uitgevoerd met LINH-gegevens (2003 en 2004). LINH is een project van WOK, NIVEL, LHV en NHG. In 2003 participeerden 91 huisartsenpraktijken en in 2004 ging het om 85 huisartsenpraktijken. Voor meer informatie over de hier beschreven gegevens kunt u terecht op de website (www.linh.nl). Reacties naar info@linh.nl.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.