Het voorval is zeker 15 jaar geleden, in een kleidorp in Noord-Friesland vlak achter de waddenzeedijk. Ik legde een paar visites af om enkele bejaarden tegen griep te vaccineren. Zo ook bij een bejaarde vrouw van ergens in de zeventig die slecht ter been was. Moeizaam beklom ze haar bed dat in de kamer stond, om de griepprik in ontvangst te nemen. Tijdens het ritueel vertelde ze dat haar moeder en een zus in de afgelopen jaren waren overleden, zodat ze nu nog alleen met haar vader van 98 in dit huisje woonde. Vader was nu even buiten, wat aan het rommelen. Even later kwam hij toch binnen. Hij oogde nog verrassend kwiek, in ieder geval veel fitter dan zijn artrotische dochter. Hoewel hij niet op de lijst stond voor de griepprik, bedacht ik dat hij daar op grond van zijn leeftijd wel voor in aanmerking kwam. ‘Moet u niet ook een prik?’, begon ik hem dus te polsen. ‘Aan mijn lijf geen polonaise, dokter. Die moderne griep daar lach ik om. Ik heb de Spaanse griep van 1918 nog meegemaakt. Dat was pas een griep. Wie die heeft overleefd, is heus wel tegen de huidige griepjes opgewassen.’ Geheel tegen mijn gewoonte in, gaf ik me meteen gewonnen. Gegeven zijn respectabele leeftijd was bescheidenheid op zijn plaats. Ter plekke besloot ik dat de adviezen van de Gezondheidsraad inzake leeftijdsvaccinatie niet op 98-jarigen die de Spaanse griep hadden overleefd, betrekking hadden.
Tjerk Wiersma
Reacties
Er zijn nog geen reacties.