Praktijk

Geen langdradige test!

Gepubliceerd
10 juli 2006

Samenvatting

Diabetes mellitus type 2 stijgt met stip in de hiërarchie van de Nederlandse volksziekten. Het NHG denkt hierover mee in de herziene NHG-Standaard, een eveneens herzien Programma voor Individuele Nascholing en Verdiepingsmodules rond deze aandoening. Ook komt er een Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak tussen huisartsen en paramedici, waarin onder meer het voetonderzoek aan de orde komt. In de Praktijk geeft alvast een voorproefje.

Nagels, vlekjes, eelt

De heer Donovan, 53 jaar, komt voor de jaarlijkse controle van zijn diabetes mellitus type 2 bij huisarts Jaarsma. Deze richt zich nu - naast de gebruikelijke onderdelen van de controle - op eventuele voetproblemen. Jaarsma vraagt naar signalen van mogelijke risicofactoren, zoals slecht genezende wondjes aan de voet, claudicatioklachten en tintelingen of een doof of verminderd gevoel in de voeten. De heer Donovan heeft daar geen last van. Hij kan zijn voeten zelf goed verzorgen, knipt zijn nagels recht af en heeft ruim passende schoenen aan. Bij onderzoek ziet Jaarsma nagelafwijkingen die wijzen op onychomycose. De mediale zijde van het eerste metatarsofalangeale gewricht is wat rood en onder het kopje van metatarsale 1 vormt zich eelt. Mogelijk is er een lichte spreidvoet (pes transversoplanus) want er is ruimte tussen de tenen bij optillen en belasten. De pulsaties van de arteriën zijn aanwezig en de sensibiliteit lijkt normaal.

Druk met draad

Er zijn vele punten waar de huisarts of praktijkondersteuner op moet letten bij voetonderzoek, zoals de kleur, de trofiek (vooral van de nagels), de stand van de voet en huidafwijkingen (eeltvorming, wondjes of zelfs een ulcus). Palpatie richt zich op de temperatuur van de voet, de pulsaties en vooral de sensibiliteit. Dit laatste kan met een Semmes-Weinstein-monofilament (nylondraad met een dikte van 5,07 mm, buigend bij een kracht van 10 gram). Hiermee test u de sensibiliteit aan de plantaire zijde van de voeten. Druk het filament loodrecht op de huid tot het doorbuigt; dat geeft elke keer eenzelfde hoeveelheid druk. De patiënt geeft aan waar en wanneer hij de aanraking voelt. Er is sprake van sensibiliteitsverlies als de patiënt het monofilament, geplaatst op hallux, MTP-1 en MTP-5, niet voelt. Uit de standaard verdwenen is het testen van de sensibiliteit door middel van de kop-puntdiscriminatie via een naald of met een watje, dan wel door het opwekken van de achillespeesreflex. De vele onderdelen van het voetonderzoek zijn opgenomen op een formulier dat als geheugensteun kan dienen. Het is te vinden op de NHG-website (http://nhg.artsennet.nl), samen met de LESA Diabetes mellitus, alsook in de Verdiepingsmodule Voetonderzoek bij diabetes. U kunt het ook van de pagina hiernaast kopiëren.

Voetonderzoek en -controles

Afhankelijk van de uitkomsten van het voetonderzoek worden de controles aangepast volgens onderstaand schema, dat uitgaat van het risico op ulcera: geen verhoogd risico, matig risico (sensibiliteitsverlies of tekenen van perifeer arterieel vaatlijden) of hoog risico (combinatie van sensibiliteitsverlies en perifeer arterieel vaatlijden of standafwijkingen; een ulcus aan de voet, of amputatie in de voorgeschiedenis). De indeling in de mate van risico is gebaseerd op de gemodificeerde Simm’s classificatie.

PAV en de voet

Een oudere patiënt met diabetes mellitus type 2 zonder klachten of afwijkingen in de voetpulsaties heeft een kleine kans op perifeer vaatlijden (2 tot 3 procent; zie voetnoot 10 bij de NHG-Standaard Perifeer arterieel vaatlijden). Bij twijfel over de pulsaties of ontbreken ervan neemt vanwege de aanwezigheid van risicofactoren de kans op vaatschade toe tot ruim 90 procent. Bepalen van de enkel-armindex (EAI = systolische enkeldruk/systolische armdruk) is dan aan te bevelen: EAI 1,1 of drie bepalingen >1,0:PAV vrijwel uitgeslotenNoot 1* EAI tussen 0,9 en 1,0:PAV onvoldoende zeker

Verder met de heer Donovan

De heer Donovan komt in aanmerking voor behandeling van de nagelmycose als deze met een kweek is bevestigd. Naast orale antidiabetica en insuline kan terbinafine worden gebruikt. Gezien de roodheid, eeltvorming en mogelijke spreidvoet is een verwijzing naar een podotherapeut te overwegen om problemen op langere termijn te voorkomen. Louwrens Boomsma, huisarts, wetenschappelijk medewerker NHG

Classificatie Risicoprofiel Controlefrequentie
0geen SPS of PAV1 per 12 maanden
1SPS of PAV1 per 6 maanden
2SPS in combinatie met PAV en/of tekenen van lokaal verhoogde druk1 per 3 maanden
3ulcus of amputatie in voorgeschiedenis 1 per 1-3 maanden
SPS: sensibiliteitsverlies gemeten met 10 gram Semmes-Weinstein-monofilament PAV: perifeer arterieel vaatlijden
zes screeningspunten: noteer of in de hokjes
Datum … / … / …… / … / …… / … / …ACTIES
Rechts Links RechtsLinks Rechts Links
1. Voorgeschiedenis: ulcus of amputatie?line-breakyes?>
Inspectie
2. Huiddefect of blaar ?line-breakyes?> ?line-breakyes?> ?line-breakyes?>
3. OntstekingOppervlakkig
Diep
4. Lokale verhoogde druk: eeltvorming, te veel eelt of een likdoorn; drukplekken; bloeding in drukplekken; al dan niet in combinatie met standafwijkingen
Palpatie3.
5. Slechte pulsaties (PAV) ATP
ADP
TestenRechtsLinksRechts Links Rechts Links 4.
6. Stoornissen protectieve sensibiliteit: ?line-breakyes?>10 gr monofilament niet te voelen (SPS)?line-breakyes?> ?line-breakyes?> ?line-breakyes?> ?line-breakyes?>Juiste gebruik monofilament:?line-breakyes?> - 3 plaatsen: onder top dig 1, onder MTP1 en onder MTP5; ?line-breakyes?> - 3 maal aanraken (doe één keer alsof); ?line-breakyes?>- vermijd plaatsen met veel eelt.
Datum Ondernomen actie

Voetnoten

  • Noot 1.

    * Bij een klein aantal (ongeveer 5 procent) patiënten met diabetes is door de stugge vaatwand de EAI fout-positief verhoogd (>1,1).

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen