Nieuws

Twee leerboeken kinder-/jeugdpsychiatrie

Gepubliceerd
10 december 2008

Het boek van Doreleijers en anderen is een soort supplement bij het Leerboek Psychiatrie bij volwassenen. Het boek van Verhulst kun je beschouwen als de zoveelste editie van het eerste Nederlandse leerboek van Sanders-Woudstra uit de jaren tachtig, dat uitgroeide tot een handboek in drie delen onder redactie van Verhulst en Verheij. Verhulst heeft dat handboek hier weer gecomprimeerd tot een ‘leerboek’. Een beetje merkwaardig dat er in 1 jaar 2 leerboeken op eenzelfde vakgebied verschijnen. Wilden allebei de uitgevers per se een eigen editie op de markt? Bestaan er concurrerende scholen/groepen in de kinderpsychiatrie? Het boek van Doreleijers is door 41 auteurs uit Nederland en Vlaanderen geschreven, waarvan 8 Belgen en 18 Amsterdammers. Rotterdammers en Groningers ontbreken. Verhulst deed het ‘in zijn eentje’. Dorelijers bevat een uitgebreid deel over ‘kinderen in hun leefomgeving’ en een algemeen deel over psychopathologie, diagnostiek en behandeling. Pas na bijna 200 bladzijden begint het deel over de afzonderlijke stoornissen. Het boek van Verhulst heeft een omvang van 240 bladzijden, waarvan nog geen 20 aan een inleiding over diagnostiek besteed worden. Ik heb ettelijke hoofdstukken uit beide boeken na elkaar gelezen en naast elkaar gelegd. Als het gaat om depressie, schrijft Doreleijers een heel beknopt stuk van netto zeven bladzijden waarbij hij de DSM IV-criteria schematisch opsomt en een casus met vragen bespreekt. Verhulst neemt veertien bladzijden voor hetzelfde onderwerp. Ook hier komt de DSM-classificatie aan bod, maar Verhulst gaat veel uitgebreider in op etiologie en therapie. Als een flink Caput Selectum met kritische bespreking van de onderzoeksliteratuur. Verhulst richt zich dus duidelijk op een ander soort lezer. Het hoofdstuk van Doreleijers is basaal en bestemd voor de medisch student, dat van Verhulst is voor de lezer die meer wil weten. Doreleijers leest simpeler, is echt een leerboektekst. Bij Verhulst moet je je aandacht erbij houden en ‘leer je het niet in een keer’. Er staat dan ook nogal wat in dat bij Doreleijers niet aan de orde komt. Het autismespectrum krijgt bij Doreleijers netto vijfeneenhalve bladzijde, met tweeëneenhalve bladzijde casuïstiek en DSM-criteria in een schema. Een nogal karig bedeeld onderwerp dus. Doreleijers signaleert dat er meningsverschillen tussen deskundigen bestaan, maar vertelt er niet bij waaruit die bestaan. Verhulst besteedt 25 bladzijden aan het autismespectrum en vertelt dus meer dan de meest elementaire kenmerken. Jammer dat geen van de twee het boekje Sociaal onhandig over de opvoeding van kinderen met autismespectrumstoornissen en ADHD, geschreven vanuit de Groninger kinderpsychiatrie-afdeling noemt. Iedere huisarts zou dat moeten lezen en uitlenen. Je leest bij Verhulst steeds veel nieuws na het lezen van Doreleijers, maar omgekeerd niet! Verhulst refereert aan een vracht aan literatuur, terwijl Doreleijers karig is met de verantwoording van zijn bronnen en ook weinig suggesties voor verdiepende literatuur geeft. De instructieve casuïstiek in Doreleijers sluit vaak niet goed aan bij de tekst, de vele vette woorden in de tekst zijn soms nogal willekeurig gekozen. Verhulst bekommert zich weinig om de leesbaarheid en presentatie van de tekst; hij richt zich op de gretige doorbijter en niet op de beginnende student. Heel opmerkelijk is dat bij Verhulst suïcide niet en bij Doreleijers slechts in een halve bladzijde aan de orde komt. Het boek van Doreleijers is een mooi en beknopt basisboek voor studenten psychologie, pedagogiek en geneeskunde en eventueel artsen in opleiding tot huisarts, met een heel instructieve dvd als bijlage. Voor de ervaren huisarts is dat van Verhulst een bevredigender aanschaf, omdat het steeds méér dan de meest elementaire informatie geeft en deze kritisch bespreekt. Douwe de Vries

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen