Het kwaliteitsbeleid van de beroepsgroep in Nederland richt zich vooral op het ‘nog beter doen’. De zorg voor het kleine percentage huisartsen dat echt in de problemen zit, lijkt minder aandacht te krijgen. In een regio in Engeland (North Trent) spoorde men in zeven gezondheidsregio's de minder goed functionerende huisartsen op. 1 Daartoe stelden de Health Authorities samen met vertegenwoordigers van huisartsen (performance review quartets) een aantal normen op. In Engeland wordt veel geregistreerd en door nu allerlei cijfers te combineren leek het mogelijk een profiel op te stellen van huisartsen in de gevarenzone: aantal patiënten, aantal vrouwen met een recente cervixsmear, formatie assistentie per 1000 patiënten, aantal klachten bij instanties, voorschrijfcijfers, percentage generiek voorschrijven, nascholing van assistentes, etc. Voor elk van deze items werden afkappunten bepaald. Op deze manier werden 18 huisartsen opgespoord die mogelijk disfunctioneerden: 3 weigerden verder mee te doen, 15 werden er bezocht en namen deel aan een verbetertraject op maat. De inspectie heeft in Nederland wel een visitatie-instrument en ook verschillende regio's voeren inmiddels praktijkvisitaties uit, maar echt systematisch is dat allemaal niet. Zou extra aandacht voor huisartsen die disfunctioneren wellicht kunnen voorkomen dat er echte brokken komen? (JZ)
De berichten, commentaren en reacties in de rubriek Journaal richten zich op de wetenschappelijke en inhoudelijke kanten van de huisartsgeneeskunde. Bijdragen van lezers zijn welkom. De bijdragen in deze aflevering zijn van Ton Drenthen, Henriëtte van der Horst, Berend Terluin, Tjerk Wiersma en Joost Zaat
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.