De 51e European General Practice Research Workshop (EGPRW) vond plaats in Zagreb, de hoofdstad van Kroatië. Verschillende Oost- en Zuid-Europese landen veranderen hun gezondheidszorgsysteem en ook dichter bij huis, in Groot-Brittannië en Duitsland, vinden hervormingen plaats.
Kroatië
De Kroatische minister van Gezondheidszorg, Ana Stavljeni-Rukavina, opende de bijeenkomst. Trefwoorden in haar lezing waren: marktwerking naast collectieve sector, verhoging efficiency, vermindering van sociale verschillen in gezondheid en toegang tot en kwaliteit van de gezondheidszorg. Primary care is in Kroatië een onderdeel van de algemene gezondheidszorg. Huisartsen hebben, naast curatieve dan ook preventieve en ARBO-taken. Er zijn drie soorten artsen werkzaam als huisarts: het merendeel is basisarts zonder aanvullende specialisatie, een aantal specialisten wordt in de tweede helft van hun carrière alsnog huisarts en slechts een klein aantal is huisarts met een aanvullende huisartsopleiding. De Kroatische huisartsenorganisatie vindt het een absolute must dat er een verplichte huisartsopleiding komt. De overgrote meerderheid van de Kroatische huisartsen heeft een contract met de overheid voor het leveren van medische zorg, meestal in een gezondheidscentrum gefinancierd door de overheid. Daarin werken enkele huisartsen samen met andere professionals zoals wijkverpleegkundige, maatschappelijk werker, tandarts, kinderarts en gynaecoloog, ondersteund door secretaresses en doktersassistentes. Een huisarts heeft 1000-1500 patiënten via een abonnementsysteem. Er is vrije toegang voor patiënten. Niet alle zorg is gratis: voor sommige medicijnen en ingrepen moeten patiënten een kleine bijdrage betalen. De huisarts heeft met allerlei restricties te maken, zoals maximaal twee verwijzingen naar een specialist gemiddeld per patiënt per jaar, maximaal vijf recepten gemiddeld per patiënt per jaar, maximaal 3,5% van de werkende praktijkpopulatie met ziekteverlof. De medische verslaglegging vindt plaats met een ‘groene kaart’. Daarnaast vult men bij ieder consult een formulier in voor de overheid (o.a. diagnosen en behandeling). Men lijkt zich nog weinig te realiseren welke mogelijkheden dit biedt voor morbiditeits- en procesonderzoek. Het onderzoek dat de Kroatische collega's presenteerden tijdens de EGPRW weerspiegelde waarmee ze in dit land bezig zijn: het in kaart brengen van de gezondheidstoestand van de bevolking en de gezondheidszorg in diverse regio's. Zo waren er bijdragen uit de Andrija Stampar School of Public Health van de Universiteit van Zagreb over het terugdringen van chronisch ranitidinegebruik, de relevantie van roken als risicofactor voor hart- en vaatziekten bij 65-plussers en het gebruik van de ICPC om te beschrijven wat huisartsen doen. Drie bijdragen gingen over verschillen tussen groepen patiënten: verschillen in health related quality of life bij patiënten uit de 14 Kroatische regio's, verschillen in medicatiegebruik bij diverse sociaal-economische groepen, en opvattingen van patiënten over de huisartsenzorg in verschillende regio's.
Duitsland en Groot-Brittannië
In Duitsland versterkt de huisartsgeneeskunde haar positie langzaam. De overheid heeft meer aandacht voor de ontwikkeling van de Allgemeinmedizin: er zijn meer leerstoelen huisartsgeneeskunde gekomen, de financieringsmogelijkheden voor huisartsgeneeskundig onderzoek nemen toe en er is geld beschikbaar voor de ontwikkeling van richtlijnen. In de Duitse richtlijnen en de manier waarop ze tot stand komen, herkent men overigens veel elementen uit de NHG-standaarden. Ook in Duitsland ervaart men weerstand bij de acceptatie en implementatie van de richtlijnen. De eerste lijn in het Verenigd Koninkrijk dient zich te organiseren in regionale primary care groups, die uiteindelijk – samen met de regionale afdelingen van de National Health Service – moeten uitgroeien tot primary care trusts. In deze trusts zijn aanbieders en uitvoerders van zorg verenigd met als doel: het leveren van effectieve en efficiënte gezondheidszorg op maat voor de vraag in een bepaalde regio. Net als in de Oost- en Zuid-Europese landen ziet men primary care als de basisgezondheidszorg voor de bevolking, waarbij preventieve en curatieve geneeskunde en zorg geïntegreerd zijn. De huisarts is slechts één van de professionals in dit samenwerkingsverband. Vergeleken met de situatie waarin een groot deel van de Nederlandse huisartsen zich bevindt, betekent dit enerzijds minder persoonlijke autonomie, anderzijds een duidelijk afgebakend professioneel takenpakket en korte lijnen naar andere disciplines en organisaties.
Volgende bijeenkomsten
De volgende EGPRW vindt plaats in Tampere, Finland, 3-6 juni 2001, onder de vleugels van de WONCA-Europe-conferentie. Thema: Evidence based medicine and performance in general practice. De najaars-EGPRW zal plaatsvinden in Gdansk, Polen, 18-21 oktober 2001, en heeft als thema General practitioners interventions in risk taking lifestyles.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.