Praktijk

Een ‘invul Diabetes-DBC’

Gepubliceerd
10 november 2005

Samenvatting

Onlangs verscheen het rapport ‘Diabeteszorg in de eerste lijn; werk in uitvoering’. Onderdeel daarvan vormt het advies voor de eerstelijns Diabetes-DBC, opgesteld door de Nederlandse Diabetes Federatie, zodat zowel professionals als patiënten inspraak hadden. Dit ‘model-DBC’ blijkt echter niet altijd even transparant te zijn voor de huisarts, reden voor In de praktijk om een poging te wagen de DBC te ‘versimpelen’.

Zoveel mensen, zoveel wensen

Helaas, het voor iedereen geldende plaatje bestaat niet als het gaat om de diabeteszorg. De onderlinge verschillen tussen de Nederlandse huisartsenpraktijken zijn dusdanig groot dat toch altijd een inschatting moet worden gemaakt van de eigen situatie. Niet iedereen heeft een praktijkondersteuner die is gespecialiseerd in diabetes. Niet overal zijn gelijkluidende afspraken gemaakt met oogartsen of internisten. Meer dan tijdindicaties (en af en toe open vakjes) kunnen dan ook niet worden gegeven. Maar de indicaties zijn toch ook niet uit de lucht gegrepen: een werkgroep van de DiHAG heeft deze gemaakt op grond van ruggespraak met diverse huisartsen uit haar netwerk. Het invulmodel geeft de huisarts dan ook een goed houvast bij de onderhandelingen met de zorgverzekeraars.

Eerst de gebruiksaanwijzing!

In de tabellen zijn, zoals gezegd, tijdindicaties gegeven. Steeds wordt begonnen met de totaaltijd die huisarts en paramedicus (praktijkverpleegkundig/praktijkondersteuner, diabetesverpleegkundige, diëtiste) kwijt (kunnen) zijn aan het bedoelde onderdeel van de zorg, waarna een uitsplitsing wordt gegeven per deelactiviteit. Daar waar sprake is van de opmerkingen ‘overlap’ of ‘aanvullend’ kan de geïndiceerde tijd worden aangepast aan de praktijksituatie.

  • Er is een onderverdeling gemaakt in de zorg in het eerste jaar van de diagnosestelling (tabel 1 en 2) en de zorg voor de stabiele patiënt in daaropvolgende jaren (tabel 3 en 4). Zelfcontrole en instelling op insuline vinden zowel plaats in het eerste jaar van de diagnosestelling als in de stabiele fasen. Zowel in tabel 2 als in tabel 4 zijn daarvoor dus tijd- en taakverdelingen opgenomen.
  • Bovendien is een onderverdeling gemaakt in de handelingen die altijd worden doorberekend bij alle diabetespatiënten, dus ook als ze niet van toepassing zijn (tabel 1 en 3), en de handelingen die alleen worden doorberekend als ze daadwerkelijk van toepassing zijn (tabel 2 en 4). Bij deze laatstgenoemde handelingen moet de huisarts dus een schatting maken van de frequentie en werksituatie in de eigen praktijk en aan de hand daarvan de tijdinvestering bepalen.
  • Na berekening van de handelingen in tabel 2 en 4, geeft een optelling van de tijdinvesteringen van tabel 1 en tabel 2 de totale gemiddelde tijd die huisarts en paramedici kwijt zijn in het eerste jaar van de diagnosestelling, en een optelling van de tijdinvesteringen van tabel 3 en 4 de totale gemiddelde tijd die huisarts en paramedici jaarlijks kwijt zijn na het eerste jaar van de diagnosestelling.

Tijdinvestering bij een NIEUWE PATIËNT in het eerste jaar van de diagnosestelling

Tabel1
Handelingen per patiënt; altijd doorberekenen1 % van patiënten Tijdinvestering medicus (min) Tijdinvestering paramed. (min) Opmerking
Diagnostiektotaal4040
Diagnose stellen100%200
Diagnose meedelen100%100
Informatie geven over ziektebeeld 100%1040aanvullend
 
Hart- en vaatziekten100%10 tot 2010overlap
Voeten (onderzoek en verzorging)100%1020overlap
Ogen100%50
Bespreking uitslagen100%10 met patiënt
5 met paramed.
10 met patiënt
5 met medicus
aanvullend
gezamenlijk
 
1560aanvullend
Dieet/voeding100%5
Beweging100%5
Stoppen met roken 25 tot 30%5
15-3015-30
Glucose, tensie, lipiden90%15-3015-30aanvullend
 
Driemaandelijkse controles100%3x20
Overleg arts-paramedicus100%3x53x5gezamenlijk
Verwijzing oogheelk. onderzoek90%0-5

  • De in deze tabel gegeven tijdindicaties gelden voor alle met diabetes gediagnosticeerde patiënten; er is dus een omslag gemaakt bij de gehanteerde percentages. Bijvoorbeeld: als de patiënt rookt, moet een stoppen-met-rokentraject worden gestart dat de huisarts per patiënt 15 tot 20 minuten zal vergen; bij 25 tot 30 procent rokende patiënten komt dit dus neer op gemiddeld 5 minuten per patiënt.
  • De diëtetiek en leefstijladviezen – voor een goede diabeteszorg essentieel – zullen de paramedici tezamen ongeveer een uur per jaar kosten. Hier is geen verdeling van de tijd over de verschillende onderdelen aangegeven.
Tabel2
Handelingen per patiënt; alleen voor zover van toepassing doorberekenen1 % van patiënten Tijdinvestering medicus (min) Tijdinvestering paramed. (min) Opmerking
 
 
Indicatie stellen5 tot 10%10
Uitvoering5 tot 10%30
Bespreken uitslagen5 tot 10%30
Indicatie stellen5 tot 10%20
Instellen op insuline5 tot 10%45
Bespreken uitslagen5 tot 10%1045
Advies voeding5 tot 10%45
Tussentijdse evaluatie insulinegebruik5 tot 10%1010
  • De in deze tabel gegeven tijdindicaties gelden alleen voor die patiënten bij wie de genoemde handeling van toepassing is. Bijvoorbeeld: slechts 5 tot 10 procent van de nieuw met diabetes gediagnosticeerde patiënten moeten op zelfcontrole of insuline worden ingesteld, maar áls dat moet gebeuren kost dat veel tijd. De huisarts moet zelf een inschatting maken van de frequentie en taakverdeling in de eigen praktijksituatie en aan de hand daarvan de jaarlijkse tijdinvestering vaststellen.

Tijdinvestering bij een STABIELE PATIËNT in de jaren na de diagnosestelling

Tabel3
Handelingen per patiënt; altijd jaarlijks doorberekenen1 % van patiënten Tijdinvestering medicus (min) Tijdinvestering paramed. (min) Opmerking
Dieet/voeding 100%
Beweging100%
Stoppen met roken10 tot 15%
Medicamenteussubtotaal1030
Glucose, tensie, lipiden95%1030
Driemaandelijkse controles100%3x20
Overleg arts-paramedicus100%3x53x5gezamenlijk
Voetonderzoek90%
Risico’s hart- en vaatziekten100%
Fundusonderzoek80%
Besprekingen uitslagen100%
  • Ook hier gaat het weer om alle met diabetes gediagnosticeerde patiënten en is dus een omslag gemaakt bij de gehanteerde percentages (zie tabel 1, noot 1).
  • Zie tabel 1, noot 2.
  • De uitvoering van de jaarcontrole zal gemiddeld circa 20 tot 25 minuten per patiënt vergen; een exacte verdeling over de verschillende onderdelen ervan is niet gegeven. Na de controle zal de huisarts de uitslagen bespreken met de patiënt en over het beleid overleg plegen met de paramedicus die het beleid uitvoert.
Tabel4
 
Indicatie stellen5 tot 10%10
Uitvoering5 tot 10%30
Bespreken uitslagen5 tot 10%30
Indicatie stellen5 tot 10%20
Instellen op insuline5 tot 10%45overlap
Bespreken uitslagen5 tot 10%1045
Advies voeding5 tot 10%45
Tussentijdse evaluatie insulinegebruik 5 tot 10%1010overlap
1.Ook hier gelden de tijdindicaties alleen voor die patiënten bij wie de genoemde handeling van toepassing is. Zie tabel 2, voetnoot 1. De tabellen zijn gebaseerd op het door de Nederlandse Diabetes Federatie opgestelde model-DBC. Daarin staat ook een omschrijving van alle handelingen die geacht worden deel uit te maken van de genoemde onderdelen van de zorg. Deze nadere omschrijving is te vinden op www.steunpuntdiabeteszorg.nl. (AS)

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen