De alleroudste dokters onder ons herinneren zich wellicht nog de tijd dat de rubrochinonrecepten met regelmaat over de spreekkamertafel gingen; de laatste decennia is daar door de toegenomen nadruk op informed consent bij de behandeling(sovereenkomst) evenwel aanzienlijk de klad in gekomen. Amerikaanse onderzoekers gingen na hoe het heden ten dage met het voorschrijven van placebobehandelingen is gesteld. Ze stuurden een vragenlijst naar 600 internisten en 600 reumatologen, 2 groepen medici die veelvuldig in aanraking komen met invaliderende chronische syndromen waarvan de behandeling notoir lastig is. Zij kregen vragen voorgelegd als ‘Zou u een fibromyalgiepatiënt een suikerpil aanbevelen als is aangetoond dat die beter is dan geen behandeling?’ en ‘Beveelt u weleens een behandeling aan om aan de verwachtingen van de patiënt tegemoet te komen?’ Achtenvijftig procent van de respondenten bleek wel te voelen voor de suikerpil en circa de helft van de dokters bleek placebobehandelingen met enige regelmaat te gebruiken. Overigens bleek het meestal ‘actieve’ placebo’s te betreffen; vooral vrij verkrijgbare analgetica en vitamines, in mindere mate antibiotica of sedativa. Meestal werden ze bij de patiënt geïntroduceerd als ‘een niet-specifiek middel voor uw aandoening, maar de moeite van het proberen zeker waard.’ Omdat de klachten en kwalen waarmee patiënten de huisarts consulteren ook niet altijd even gemakkelijk zijn op te lossen, lijkt het niet ondenkbaar dat zij in het geniep evenzeer van ‘actieve’ placebobehandelingen gebruikmaken. Een gedegen onderzoek naar het voorschrijfgedrag van de Nederlandse huisarts lijkt dringend gewenst. (TW)
Literatuur
- 1.Tilburt JC, et al. Prescribing ‘placebo treatments’: results of national survey of US internists and rheumatologists. BMJ 2008:337:a1938.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.