Tijdens de menopauze bezoekt 15 tot 30% van de vrouwen het spreekuur in verband met vasomotorische klachten als opvliegers en nachtzweten. Het behandelen van deze klachten met hormoonpreparaten heeft ongewenste bijwerkingen en daarom schrijven huisartsen deze medicijnen zo weinig mogelijk, zo kort mogelijk en in een zo laag mogelijke dosering voor. Wanneer de klachten beginnen en hoe lang een vrouw last blijft houden van opvliegers en nachtzweten was tot dusver slecht te voorspellen. Met behulp van een meta-analyse van bestaande onderzoeksgegevens is nu het natuurlijk beloop berekend van vasomotorische klachten in de menopauze.
Onderzoek
Opzet In november 2007 zochten de auteurs via MEDLINE Engelstalige literatuur over vasomotorische klachten tijdens de menopauze. Om het risico op selectie- en samplingbias te verkleinen, sloten zij RCT’s over menopauzebehandeling uit. Met behulp van STRAW-criteria (STages of Reproductive Aging Workshop) maakten zij een gestandaardiseerde indeling van de menopauze:
- S-3, premenopauzaal (regulaire cyclus);
- S-2, vroeg-perimenopauzaal (variabele cycluslengte > 7 dagen, anders dan normaal);
- S-1, laat-perimenopauzaal (variabele cycluslengte van > 2 gemiste menstruaties en een amenorroe-interval van > 60 dagen);
- S1 vroeg-postmenopauzaal (
- S2 laat-postmenopauzaal (> 4 jaar na de laatste menstruatie).
Interpretatie
De piek van vasomotorische klachten ligt een jaar na de laatste menstruatie. De mediane duur van vasomotorische klachten tijdens de menopauze is volgens dit onderzoek 2 jaar langer dan beschreven in de bestaande behandelingen en richtlijnen. De klachten duren vaak wel 8 jaar en 10% van de vrouwen heeft zelfs 12 jaar na de laatste menstruatie nog opvliegers. Het hormonaal behandelen van klachten dient zo kort mogelijk te zijn in verband met bijwerkingen. Het NHG-Standpunt Hormoongebruik in de overgang uit 2006 adviseert een halfjaar na aanvang te stoppen. Gezien de piek in klachten en de mediaan wat betreft de totale duur, zullen veel vrouwen langduriger klachten hebben. Daarom is het beter terughoudend te zijn met het starten van hormonale behandeling. Verder prospectief longitudinaal onderzoek naar vasomotorische klachten is nodig, al dan niet in combinatie met het effect van langer durende behandeling. De invloed van etniciteit, potentiële risicofactoren voor het ontstaan van deze klachten en de leeftijd waarop de klachten optreden, is niet goed bekend.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.