Het onderschrift bij figuur 1 in het artikel van Leeuwen en Baggen (H&W 2002;45(2):66-9) klopt niet. Hier is de goede tekst.
Test met een sensitiviteit (Se) van 0,8 en een specificiteit (Sp) van 0,9. Prevalentie ziekte (P) 0,3. De figuur is als volgt tot stand gekomen: In een vierkant met hoekpunten ABC en D wordt de sensitiviteit afgezet op lijnstuk BC in de richting B ® C en de specificiteit op de lijnstuk DA in de richting D ® A. Vervolgens worden de aldus aangebrachte punten met elkaar verbonden. Verbind nu hoek A met (punt) Se en hoek C met (punt) Sp. Tot slot wordt de prevalentie weergegeven door op lijnstuk AB een loodlijn op te richten bij P (prevalentie 30). De loodlijn wordt door de lijnstukken A-Se, Se-Sp en C-Sp in stukken gedeeld, waarbij de lengte van deze stukken a, b, c, d, de test-uitkomsten bepaalt. Hierbij geldt: negatief voorspellende waarde = percentage terecht negatieven (% TN): a / a + b; positief voorspellende waarde = percentage terecht positieven (% TP): d / c + d. Goed is te zien:
- dat hoe kleiner de lijnstukken b en c zijn, hoe beter de test is. Ideaal is lengte 0. Dit komt overeen met een sensitiviteit en specificiteit van 100%: lijnstuk Se-Sp gaat dan van hoek tot hoek.
- dat verandering van prevalentie (plaats loodlijn) verandering van de lengte van de lijnstukken a,b,c en d geeft en daarmee van de testuitkomsten.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.