Industrie en artsen steunen Bush

De American Medical Association steunde volgens onderzoek van het onafhankelijke Centre for Responsive Politics vanaf 1989 Amerikaanse politici met ruim 20 miljoen dollar; bijna driekwart van dat geld ging naar Republikeinse vertegenwoordigers.1 Ook Bush ontving in dit verkiezingsjaar steun van de AMA ($ 8550). De medische stand lijkt op individuele basis overigens ook een belangrijke geldgever voor de Republikeinse campagne. Ze staat op de zesde plaats van de belangrijkste geldschieters, ruim achter advocaten en makelaars, maar nog voor mensen uit de olie- en gasindustrie. De farmaceutische industrie gaf de afgelopen 4 jaar 46 miljoen dollar steun aan politici; voor de huidige verkiezingscampagne gaven ze ruim drie kwart miljoen dollar aan Bush en 150.000 aan Kerry. Het zou allemaal zo erg niet zijn, als er voor al dat geld niet ook veel invloed werd gekocht. Zo gaven farmaceutische bedrijven in Californië de eerste maanden van 2004 een miljoen dollar aan de Republikeinen in de hoop dat er een verbod zou komen op goedkope parallelimport van geneesmiddelen uit Canada.2 De Bush-regering heeft ook het plan om de bevolking te screenen op psychiatrische aandoeningen.3 Daarvoor is een commissie in het leven geroepen (New Freedom Commission on Mental Health). De commissie neemt het geneesmiddelenadvies van het Texas Medication Algorithm Project over. Dat project is destijds door gouverneur Bush in het leven geroepen en zou op wetenschappelijke gronden advies moeten geven. Het advies plaatst SSRI's en atypische antipsychotica (olanzapine) boven goedkopere alternatieven. Bewijs voor superioriteit van die middelen is er echter niet. Eli Lilly, de fabrikant van olanzapine, blijkt volgens de BMJ stevige banden met de Bush-regering te hebben en stond ook aan de wieg van het Texaanse project. Gelukkig zie ik de KNMG of het NHG minister Hoogervorst of de VVD nog niet met grote bedragen steunen. Ook dit aspect van de marktwerking kunnen we maar beter in de VS laten. (JZ)