Deze verzameling bijdragen over de euthanasieproblematiek (in ruime zin) in België en Nederland anno 2003 heeft me om verschillende redenen geboeid van begin tot eind. De titel verwijst naar de in 1987 verschenen bundel Euthanasie, knelpunten in een discussie onder redactie van G.A. van der Wal. Dit nieuwe boek bevat bijdragen van hoge kwaliteit van Belgische en Nederlandse auteurs die dit onderwerp vanuit verschillende perspectieven beschrijven. Ik vond verrassende feiten en inzichten, bijvoorbeeld over de rol van de arts. In Nederland en België is het voor niet-artsen verboden om levensbeëindigend te handelen of actieve hulp bij zelfdoding te geven. In Zwitserland mogen juist artsen geen euthanasie verrichten, maar wel euthanatica voorschrijven. Trappenburg laat zien dat in Nederland medische hulp vragen bij een humane dood meer voor de hand lag dan de ‘doe het zelf’-aanpak. Hier was immers niet alleen euthanasie, maar ook hulp bij zelfdoding expliciet verboden in het Wetboek van Strafrecht. In Schotland en Zwitserland bijvoorbeeld is hulp bij zelfdoding geen strafrechtelijk vergrijp. Door te kiezen voor de medische weg, kies je voor medische indicatiestelling en onderwerping aan een medisch oordeel. Daar impliceer je mee dat lijden een pathologische oorzaak moet hebben. Zo concludeert Trappenburg dat wij meestal lijken te kiezen voor ‘voorwaardelijke onderschikking aan een medisch regime’. Volgens haar hebben we voorlopig nog geen pil van Drion. Mortier problematiseert in zijn bijdrage het begrip autonomie, met name ten opzichte van minderjarigen. Hij laat prachtig zien dat het niet gaat om leeftijdsgrenzen, die arbitrair kunnen zijn, maar om ‘competent’ zijn. Het motief van weldoen of barmhartigheid naast het respect voor autonomie wordt ook door Van Delden uitvoerig beschreven. Hij laat zien hoe problematisch het respect voor autonomie kan zijn bij demente bejaarden en niet-aanspreekbare patiënten. Wat te doen wanneer de patiënt voor de uitvoering van de euthanasie in coma raakt? Hartogh meent dat er binnen het morele beoordelingskader van de wet geen ruimte is voor het alsnog respecteren van de wens van de patiënt omdat het beginsel van respect voor autonomie even belangrijk is als een beginsel van barmhartigheid. Het beschrijvende onderzoek naar ‘zelfdoding in eigen kring’ van Chabot leverde enkele onthutsende feiten op. Zo bleek dat humane zelfdoding zonder doktershulp opvallend vaak voorkomt bij hoogopgeleide vrouwen van 60 jaar en ouder. De belangrijkste reden van artsen om niet aan de euthanasiehulpvraag te voldoen, was dat het om niet-terminale patiënten ging. Artsen oordelen extra kritisch over de ondraaglijkheid en uitzichtloosheid van het lijden als er geen sprake is van de terminale fase. Artsen blijken jaarlijks 2500 uitdrukkelijke en herhaalde verzoeken om euthanasie af te wijzen! Ik ben het met Chabot eens dat het hard nodig is om te onderzoeken waarom er zo veel verzoeken afgewezen worden. Dit is, zo zegt Chabot, van belang om bescherming en rechtszekerheid te bieden aan patiënten op een uiterst kwetsbaar moment van hun laatste levensfase. Een fase waarin zij vrijwel weerloos staan tegenover een afwijzing die op een willekeurige of onjuiste interpretatie van de zorgvuldigheidseisen is gebaseerd. Ik kan dit boek van harte aanbevelen aan dokters die verder willen kijken dan hun medische neus lang is en die bereid zijn te blijven reflecteren op hun menselijk handelen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.