Blijkmaar meende Zaat in zijn kennelijk meer absolutistische ingestelde jeugdjaren (rond 1990) dat er door huisartsen te veel laboratoriumtests werden aangevraagd en ‘dat dat niet goed was’ (H&W 2004;47:126). Nu slaat bij hem de twijfel toe. Wij zelf hebben ons rond de jaren negentig van de vorig eeuw niet zozeer gefocusseerd op te veel aangevraagde tests, maar op de juistheid van de testaanvraag voor de klinische probleemstelling, naar de inzichten van het onderhavige moment.1 Wij hadden namelijk geconstateerd, zoals zoveel anderen, dat door rondetafelconferenties en symposia het aanvraaggedrag voor obsolete tests maar moeilijk was te veranderen. Invoering van bijvoorbeeld de TSH-bepaling in plaats van de Totaal-T4-test als eerst aangewezen test voor schildklierdiagnostiek, of van de ferritinebepaling in plaats van ijzer voor ijzergebreksanemie, creatinine in plaats van ureum voor nierfunctie, geschiedde maar moeizaam. Door het voordrukken van deze tests op het aanvraagformulier onder bijbehorende ziekteproblemen verdwenen in één klap de obsolete tests en werden geschiktere tests aangevraagd. Deze constatering werd in 1994 nogmaals gedaan, nu in vergelijking met een controlegroep.2 Het probleemgeoriënteerde aanvraagformulier leidde, naast het aanvragen van geschiktere tests, ook tot vermindering van het aantal tests. Wij zijn, hoewel ook ouder geworden, minder relativerend dan Zaat en menen dat het testgebruik doorlopend verbeterd dient te worden. In de eerste plaats omdat de patiënt het meest gebaat is met de test die optimaal past bij zijn veronderstelde ziekteprobleem. Als daarbij het testvolume wordt teruggedrongen, is dat een bijkomend voordeel. Wij vinden het ziekteprobleemgeoriënteerde aanvraagformulier (of een elektronische vorm daarvan) nog steeds een uitstekend, geschikt (en goedkoop) hulpmiddel voor de arts om op moment van aanvragen de meest juist gedachte test onder ogen te hebben. Als er daarnaast om emotionele redenen of om welke reden dan ook een testje extra wordt aangevraagd, doet dat niets af aan de opzet om te blijven streven naar de beste testaanvraag en dat kan door een blijvende aanpassing van het probleemgeoriënteerde aanvraagformulier. W.J. van Geldrop, huisarts, dr. L.O.M.J. Smithuis, klinisch chemicus
Literatuur
- 0.Geldrop WJ van, Lucassen PLBJ, Smithuis LOMJ. Een probleemgeoriënteerd aanvraagformulier voor laboratoriumonderzoek. Effecten op het aanvraaggedrag van huisartsen. Huisarts Wet 1992;35:192-6.
- 0.Smithuis LOMJ, Van Geldrop WJ, Lucassen PLBJ. Beperking van het laboratoriumonderzoek door een probleemgeoriënteerd aanvraagformulier. Een partiële implementatie van NHG-standaarden. Huisarts Wet 1994;37:464-6.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.