H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website en analytische cookies om inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de website.
H&W maakt gebruik van functionele cookies die strikt noodzakelijk zijn voor de werking van de website. We gebruiken analytische cookies om de website te verbeteren. Tevens gebruiken we cookies voor advertenties. U kunt hieronder aangeven welke cookies u toestaat. We gebruiken de volgende cookies:
Door in te loggen op HAweb krijgt u toegang tot de artikelen op HenW.org.
Beste abonnee, je hebt toegang tot HenW.org door in te loggen met je HAwebSSO-account. Onlangs heb je mail van ons ontvangen hoe je dit account kunt activeren. Hulp nodig bij het aanmaken van een nieuwe inlog? Heb je vragen? Neem dan contact op met onze supportteam via contactcentrum@nhg.org.
Ongeveer 70% van de westerse bevolking krijgt ten minste een keer in het leven aspecifieke lagerugpijn. Sommige patiënten hebben wellicht baat bij oefentherapie en manuele therapie in de acute fase, maar het effect daarvan was nog niet goed onderzocht. Nieuw onderzoek laat zien dat oefentherapie en manuele therapie niet zorgen voor minder pijn of een klinisch relevant sneller herstel.
Amerikaanse onderzoekers voerden een gerandomiseerd onderzoek uit bij 220 patiënten met acute aspecifieke lagerugpijn. Patiënten waren gemiddeld 37 jaar oud en hadden minder dan 16 dagen last van lagerugpijn zonder uitstraling. Alle patiënten kregen dezelfde informatie over lagerugpijn. De helft kreeg daarnaast een interventie: vier sessies met een combinatie van oefentherapie en manuele therapie. Patiënten werden één jaar gevolgd. De primaire uitkomst was de ODI-score, de maat waarmee beperkingen in het dagelijks functioneren wordt gemeten. Een verbetering van zes of meer punten wordt als klinisch relevant beschouwd. Daarnaast werd ook een pijnvragenlijst afgenomen. Zowel de interventie- als de controlegroep verbeterde sterk in de eerste maand. Na één maand was er een statistisch significant, maar niet klinisch relevant verschil in de ODI-functioneringsscore van 3,5 punt tussen de groepen. Na één jaar was dit verschil niet langer significant. De verschillen in pijnscores waren evenmin klinisch relevant.
Dit onderzoek laat zien dat een verwijzing voor oefen- en manuele therapie niet bijdraagt aan sneller herstel of vermindering van pijn in de acute fase van aspecifieke lagerugpijn. De NHG-Standaard Aspecifieke lagerugpijn adviseert patiënten met deze klacht pas na 6 weken te verwijzen voor oefen- of manuele therapie. Dit onderzoek ondersteunt dat advies. Voorlichting en zo nodig pijnbestrijding zijn dus nog steeds de belangrijkste pijlers voor de behandeling van acute lagerugpijn.
1.Fritz JM, et al. Early physical therapy vs usual care in patients with recent-onset low back pain: a randomized clinical trial. JAMA 2015;14:1459-67.