De resultaten zijn gebaseerd op 66 RCT’s met in totaal 7442 volwassen patiënten met PTSS. De primaire uitkomstmaat was het behandeleffect. De auteurs vonden dat de PTSS-symptomen bij 58% van de SSRI-gebruikers en bij 35% van de placebogebruikers verminderden (RR 0,66; 95%-BI 0,59 tot 0,74). Hoewel slechts 9% van de SSRI-gebruikers de behandeling staakte vanwege bijwerkingen, stopten zij vaker wegens bijwerkingen dan de placebogebruikers (RR 1,41; 95%-BI 1,07 tot 1,87).
Ook mirtazapine en amitriptyline
Het noradrenerge en specifieke serotonerge antidepressivum mirtazapine had ook een betere behandelrespons vergeleken met placebo. In mirtazapine-groep verminderde de PTSS-klachten bij 65% tegen 22% in de placebogroep (RR 0,45;95%-BI 0,22 tot 0,94). Idem voor het tricyclische antidepressivum amitriptyline: bij 50% respectievelijk 17% van de patiënten namen de PTSS-klachten af (RR 0,60; 95%-BI 0,38 tot 0,96).
Er bleek geen verschil in behandelrespons tussen patiënten die een antipsychoticum kregen en degenen die een placebo kregen (RR 0,51; 95%-BI 0,16 tot 1,67). Mirtazapine-, amitriptyline- en antipsychotica-gebruikers staakten hun behandeling niet vaker dan degenen in de placebogroepen.
Kracht van SSRI’s
De auteurs concluderen dat SSRI’s een gunstig effect hebben op PTSS-klachten, gebaseerd op redelijke kwaliteit van wetenschappelijk bewijs. Mirtazapine en amitriptyline laten weliswaar ook positieve effecten zien, maar de kracht van het wetenschappelijk bewijs daarvoor is laag.
Deze bevinding sluit goed aan bij de richtlijnen voor huisartsen en de geestelijke gezondheidszorg, waarin SSRI’s het middel van eerste keus zijn, als voorlichting en cognitieve gedragstherapie of EMDR niet genoeg helpen.
Lees meer over het onderzoek Pharmacotherapy for post traumatic stress disorder (PTSD) van T. Williams.
Literatuur
- Williams_T, et al. Pharmacotherapy for post traumatic stress disorder (PTSD). Cochrane Database Syst Rev 2022;3:CD002795.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.