Balneotherapie bij veneuze insufficiëntie

CVI kenmerkt zich door varices, oedeem en huidafwijkingen die worden veroorzaakt door een gebrekkige klepfunctie in de beenvenen. Balneotherapie heeft als doel de bloeddoorstroming te verbeteren met hydrostatische druk en osmose. Het is een relatief goedkope, niet-invasieve en potentieel efficiënte behandelmethode. Traditioneel bestaat de behandeling uit een kuur van drie weken. Aanvullende verzekeringen vergoeden soms deels de kosten.

De auteurs van de cochranereview beoordeelden zeven gerandomiseerde onderzoeken, van lage tot matige kwaliteit, met in totaal 891 patiënten die met echo-duplex bevestigde CVI hadden. In de geselecteerde onderzoeken werd balneotherapie vergeleken met geen behandeling (n = 6) of een andere behandeling (n = 1, venotonicum honingklaver). Geen enkel onderzoek liet verbetering zien in ernst van de ziekte, oedeem of voorkomen van ulcera. Drie onderzoeken lieten een geringe significante, maar niet klinisch relevante, verbetering zien op de kwaliteit van leven na 3, 9 en 12 maanden (gemiddeld verschil 12 maanden 4,99; 95%-BI 0,78 tot 9,19; CIVIQ-2 vragenlijst schaal 0 tot 100). Balneotherapie gaf enige verlichting van de pijn (gemiddeld verschil VAS 1,23; 95%-BI 1,13 tot 1,30) in vergelijking met geen behandeling, maar niet in vergelijking met een venotonicum. Hyperpigmentatie was na 12 maanden iets verminderd.

Balneotherapie is volgens deze review niet te adviseren. De effectiviteit van de veel voorgeschreven compressiekousen om klachten te verminderen is echter ook slechts aangetoond bij patiënten met milde CVI. Het is een aanname dat de kousen progressie van varices kunnen verminderen. Als patiënten ernaar vragen, kunt u antwoorden dat balneotherapie een verzachtend alternatief kan zijn voor degenen die problemen ervaren met steunkousen en bij wie chirurgische behandeling geen optie is.