Achtergrond
Niet-maligne pijn is een toenemend probleem in de westerse wereld. Fibromyalgie is een aandoening die steeds meer erkenning krijgt.
Methode
Er werd gezocht naar gerandomiseerde en gecontroleerde effectonderzoeken. Indicaties waren fibromyalgie of gegeneraliseerde-pijn-syndromen. Het revalidatieprogramma diende multidisciplinair te zijn: behandeling door een arts in combinatie met (een combinatie van) psychologische, sociale of ergonomische interventies. Twee revalidatiedeskundigen beoordeelden de relevantie en toepasbaarheid, en twee anderen beoordeelden de kwaliteit. Er werd gekeken naar de uitkomstmaten pijn, algemene verbetering, ziektespecifieke functionele toestand, generieke functionele toestand, werkverzuim, medische consumptie en patiëntensatisfactie.
Resultaten/conclusies
Er werden zeven onderzoeken met in totaal 1050 patiënten gevonden, vier over fibromyalgie en de drie over gegeneraliseerde pijnsyndromen; niet een daarvan was van hoge methodologische kwaliteit. Geen van de onderzoeken liet een effect van multidisciplinaire behandeling zien. Stressbeheersing en gedragstherapie waren belangrijke onderdelen van de programma's. Voorlichting en fysiotherapie lieten enige positieve effecten op de langere termijn zien. Hoewel deze syndromen vaak voorkomen, is er weinig bewijs voor de effectiviteit van multidisciplinaire behandelprogramma's voor deze syndromen. Er is behoefte aan meer trials van hoge kwaliteit.
Commentaar
Dit literatuuroverzicht is het resultaat van een uitgebreide zoektocht in de literatuur. De reviewers hebben 1808 referenties doorgeworsteld en 311 volledige artikelen bestudeerd. Een heel werk. Des te teleurstellender is de uiteindelijke conclusie dat er weinig bewijs is voor de effectiviteit van multidisciplinaire behandelprogramma's voor fibromyalgie. Helaas werden op grond van de gehanteerde definitie van ‘multidisciplinair’ bijna evenveel onderzoeken uitgesloten als er werden geselecteerd, omdat de interventie geen biomedische component had, maar alleen een psychologische, sociale of op het werk gerichte interventie. We weten eigenlijk al uit de praktijk dat biomedisch dokteren bij fibromyalgie weinig doet. Alleen fysiotherapie heeft mogelijk enig effect als de patiënt kan worden geactiveerd. Uit de gerefereerde onderzoeken komt naar voren dat gedragstherapie, stressmanagement en voorlichting mogelijk effectief zijn. Ik had daarom graag gezien dat alle niet-biomedische interventie-trials waren meegenomen. Overigens bleek dat de kwaliteit van de onderzoeken erg te wensen overliet. Het viel mij op dat maar in één onderzoek werkverzuim als uitkomstmaat was gehanteerd. Bij een chronisch syndroom als fibromyalgie komt het er volgens mij op neer dat de patiënten leren leven met hun handicap. Dan zou ik meer verwachten van gedragstherapie en op het werk (meer algemeen: op het functioneren) gerichte interventies, en dan zouden maatschappelijk functioneren en al of niet werken belangrijker uitkomstmaten zijn dan het hebben van pijn.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.