Tjeerd van Althuis is programmaleider bij het team Informatisering van het NHG.
De focus van het team Informatisering ligt op uniforme registratie in het elektronisch patiëntendossier. Dit draagt bij aan continuïteit van zorgverlening, ondersteunt samenwerking binnen de praktijk en helpt ook bij de gegevensuitwisseling met andere zorgverleners. Van Althuis: ‘In de waarneming is het heel fijn om op basis van een samenvatting op hoofdlijnen te weten wat voor patiënt er voor je zit. En hoe je daar bijvoorbeeld als waarnemer of acute zorgverlener op kunt acteren. Zo zie je op de huisartsenpost meteen of een patiënt bepaalde geneesmiddelen gebruikt of aandoeningen heeft waar je rekening mee moet houden.’
Noodzakelijke informatie
In de communicatierichtlijnen zijn eigenlijk 2 “smaken”, vertelt Van Althuis. Bij de eerste gaat het om gegevensuitwisselingen waarbij een van de zorgpartijen het initiatief neemt en de redactie heeft over de inhoud van het bericht. Dit is kenmerkend voor bijvoorbeeld de geplande zorg. In de dagelijkse praktijk kan dat gaan over de communicatie tussen een huisarts en medisch specialist, zoals beschreven in de richtlijn Informatie-uitwisseling tussen Huisarts en Specialist (HASP). Deze richtlijn beschrijft een aantal rubrieken, waarbij de invulling per rubriek deels wordt opgesteld door de verzender en deels bestaat uit gegevens uit het medisch dossier die door de verzender kunnen worden geredigeerd.
Als je precies weet wat er aan de hand is, kom je beter beslagen ten ijs
De communicatie verloopt via elektronische berichten, die de huisarts ontvangt in het HIS. De communicatierichtlijnen zorgen voor een eenduidige gegevensuitwisseling binnen deze berichten. Zo krijg je als huisarts precies de benodigde informatie, bijvoorbeeld bij een ontslagbericht, diagnose of terugkoppeling. ‘Stel dat een patiënt een diagnose heeft gekregen bij een medisch specialist, dan wil je als huisarts graag weten wat er besproken is en wat er van je verwacht wordt. Als je precies weet wat er aan de hand is, kom je beter beslagen ten ijs. Dat geeft dan meer comfort om in gesprek te komen met die betreffende patiënt.’
Uitwisseling in de acute zorg
De tweede smaak gaat om de nadere uitwerking bij het ophalen van gegevens. Dat is van toepassing wanneer meerdere behandelaren onafhankelijk van elkaar bij zorg zijn betrokken, zoals bij medicatie, huisartswaarneming of in de acute zorg. Omdat dit ophalen geautomatiseerd verloopt, is het nodig om preciezer aan te geven om welke gegevens het gaat en waar die zich bevinden in het medisch dossier. De onlangs geüpdatete richtlijn Gegevensuitwisseling acute zorg is een voorbeeld van zo’n richtlijn, waarbij het vooral draait om het opvragen van gegevens uit een dossier. Van Althuis: ‘Acute zorg kan natuurlijk op elk moment en overal in Nederland plaatsvinden, dan is het handig als je vanuit het huisartsendossier een samenvatting kunt ophalen met informatie waarmee je in de acute zorgketen uit de voeten kunt.’ Wat dat betreft is acute zorg een complexe richtlijn, geeft Van Althuis aan. Veel partijen spelen immers een rol in de keten. ‘Je weet natuurlijk niet van tevoren waar en op welk moment je de patiënt tegenkomt. Doordat er meer partijen zijn, zijn er ook meer berichten die uitgewisseld worden.’
Totstandkoming
Bij het ontwikkelen van een communicatierichtlijn is de behoefte van de huisarts altijd het uitgangspunt. Het team gaat hierbij af op signalen vanuit de achterban. Soms komen die signalen via de mail of van horen zeggen. Maar ook op congressen en bijeenkomsten komen onderwerpen naar voren. Vanuit de expertise van het team wordt vervolgens afgewogen of het een issue betreft dat op landelijk niveau aangepakt kan worden. Zo wordt er momenteel gewerkt aan een richtlijn over de thuiszorg. Van Althuis: ‘In de thuiszorg is in de afgelopen jaren veel veranderd door digitalisering. Van huisartsen kregen we signalen dat zij informatie en mogelijkheden misten, die er voorheen wel waren.’
Heeft u suggesties? Mail naar informatisering@nhg.org.
Twee kanten op
De richtlijnen zelf komen tot stand met behulp van werkgroepen: de deelnemers zijn vertegenwoordigers van betrokken koepels in de huisartsenzorg. Voorafgaand daaraan vindt een oriëntatie plaats. Dit geeft een eerste beeld van het speelveld en welke grote lijnen daarin herkend kunnen worden. Welke communicatiemomenten zijn er, zoals een verwijzing, update, specialistenbrief of ontslagbericht? Welke informatie is nodig? ‘In principe kun je op een knop drukken en het hele dossier ligt bij een medisch specialist. Maar je wilt voorkomen dat daar allemaal overbodige informatie tussenzit,’ aldus Van Althuis. Het proces rond gegevensuitwisseling vergt zorgvuldige informatieverwerking door alle betrokken zorgverleners. ‘Voor sommige specialisten is bijvoorbeeld een uitgebreid ontslagbericht een resumé van wat er allemaal in het ziekenhuis gebeurd is. Maar dat is niet altijd waar de huisarts op zit te wachten.’
Het is de bedoeling dat gegevensuitwisseling 2 kanten opgaat
De kern van het verhaal voor een goede communicatierichtlijn? ‘Het is de bedoeling dat gegevensuitwisseling 2 kanten opgaat. Dat betekent dat je het over en weer eens moet zijn met elkaar. Om dat helder te krijgen en daarover overeenstemming te krijgen is precies waar de expertise zit van het team Informatisering.’
Reacties
Er zijn nog geen reacties.