Het totale handelen van dokters in de dagelijkse praktijk is voorlopig nog niet te kwalificeren als goed of slecht. Een groep Amerikaanse onderzoekers heeft de huidige stand van zaken van de beoordeling van het klinisch handelen van dokters in kaart gebracht. Ze waren hiertoe aangemoedigd omdat steeds meer instanties een keurmerk aan dokters willen geven. Patiënten willen weten aan wie ze zich toevertrouwen en verzekeraars willen alleen met de beste (lees meest kosteneffectieve) dokters een contract afsluiten. Ook voor de herregistratie binnen de beroepsgroep moet er een maat gesteld worden. Problemen met deze maat zijn er volgens de auteurs nog legio. Een dokter die bijna altijd dezelfde handeling doet, zoals een hartchirurg, kan wel beoordeeld worden op de postoperatieve mortaliteit. Maar wat is de maat voor de kwaliteit van een huisarts? Dat kan niet het gemiddelde HbA1c van zijn patiënten zijn, of de gemiddelde bloeddruk bij bepaalde risicogroepen. Het precies volgen van standaarden is ook niet altijd maatgevend. Daarbij komt het probleem dat we niet allemaal dezelfde patiënten hebben. Veel hoogopgeleide gezondheidsmaniakken geven waarschijnlijk betere cijfers dan veel patiënten uit een gemiddelde achterstandswijk in een grote stad. Processen waarvan wel een goede kwaliteitsbeoordeling mogelijk en bewezen is, vormen vaak maar een fractie van het totale takenpakket van een dokter. Dat we nu dus nog geen goed onderbouwde cijfers aan dokters kunnen geven, wil volgens de auteurs niet zeggen dat we het zo moeten laten. Het rechtvaardig beoordelen van dokters moet verder onderzocht worden, maar is een delicaat proces. Verzekeraars moeten vooralsnog niet de kans krijgen om ons te beoordelen op fracties van ons werk. Kritiek van patiënten moeten we ons wel ter harte nemen, want beter kan de zorg altijd. (RD)
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.