Inmiddels lijken de meeste huisartsenpraktijken de reguliere zorg en de ketenzorg voor chronische aandoeningen weer te hebben opgepakt. Ook zijn de bevolkingsonderzoeken (bvo’s) gefaseerd hervat: medio mei het bvo darmkanker, een maand later borstkanker en sinds 1 juli ook het bvo baarmoederhalskanker. Maar komt men wel opdagen? Recente cijfers zijn er nog niet, maar in dit nummer concluderen Thomas Bongaerts et al. dat de landelijke opkomstcijfers de laatste jaren een dalende trend laten zien. En dat was vóórdat de coronacrisis losbarstte.
Volgens de WHO moet het deelnamepercentage van het screeningsprogramma boven de 70% zijn om effectief te zijn. Dat haalden we op het platteland maar net, laat staan in de grote steden. Vooral mensen geboren buiten Nederland en mensen met een lagere sociaal-economische status blijken minder gebruik te maken van de bvo’s. Waarom? Niet deelnemen mag natuurlijk; de voordelen van een adequaat screeningsprogramma, zoals minder invasieve behandelingen door vroegdiagnostiek en een (lichte) reductie van kankergerelateerde mortaliteit, wegen niet voor iedereen op tegen de nadelen. Maar berust afzien van deelname in bovengenoemde groepen op een goed geïnformeerde keuze? Bij een deel van de wegblijvers lijkt de overtuiging te bestaan dat kanker nu eenmaal niet te genezen is, in welk stadium dan ook. Maar juist in een vroeg stadium is er nog veel mogelijk.
Zouden wij als huisarts niet een proactievere rol moeten pakken, juist bij deze groepen? Preventie valt ons immers als kerntaak ten deel. Sinds huisartsen een minder grote rol spelen bij de bvo’s is de opkomst lager. Terwijl juist de huisarts dit gesprek goed kan voeren; we zijn gewend te vragen naar overtuigingen en doen altijd ons best informatie te geven die past bij het referentiekader van de patiënt, ondersteund door Thuisarts.nl. Goed dus om, met name bij bovengenoemde groepen, eens naar deelname te vragen en bij twijfels de ambivalenties te bespreken, zodat uw patiënt een goed afgewogen beslissing kan maken. Geen deelname is ook goed, maar het moet wel een bewuste keuze zijn.
Reacties (1)
Deelname aan oncologische bevolkingsonderzoeken
Zowel in het hoofdredactioneel commentaar als in het artikel van Bongaerts et. al. in de H&W van september wordt ruim aandacht besteedt aan het dalende opkomstpercentage bij oncologische bevolkingsonderzoeken. In 2018 lag de deelnamegraad van het baarmoederhalskankeronderzoek (BMHK)k op nog geen 58 procent. In het artikel wordt ruiterlijk toegegeven dat het opkomstpercentage voor het bvo-BMHK steeds verder is afgenomen nadat screeningsorganisaties de selectie en het uitnodigen van de huisarts hadden overgenomen. Er wordt in het artikel gesuggereerd dat als de huisarts weer een prominentere rol zou krijgen dit de screeningsdeelname positief zou kunnen beïnvloeden. De aangedragen oplossing, een meer proactieve, gestructureerde, wijk-en risicogroep gerichte aanpak is behalve vaag geformuleerd, ook omslachtig en weinig concreet. Er zijn betere oplossingen denkbaar maar dat vraagt wel enige durf!
In het verleden behaalden, zeker de zelf-uitnodigende huisartsen een opkomstpercentage van vaak ruim boven de 80 procent. Naar de redenen kan ik enkel gissen maar ik heb wel enig idee. Patiënten met een lage SES, getrouwde- of vrouwen met een vaste partner of woonachtig in stedelijke gebieden participeerden ook toen al minder vaak. Dit zijn ook de groepen die wij als huisarts regelmatig op het spreekuur zien voor andere klachten. Zo’n consult was vaak ook de gelegenheid om hen nogmaals te attenderen op deelname aan het bevolkingsonderzoek. Ook de praktijkassistente had vaak eenzelfde rol, bijvoorbeeld bij het aanvragen van herhaalrecepten. Vaak werd nog dezelfde dag een afspraak gepland. Geen onwil of bewust afzien van deelname maar gewoon vergeten een afspraak te maken. Een korte interventie, passend bij onze rol als huisarts, en het probleem was getackeld. Daarnaast ben ik van mening dat als de huisarts zelf uitnodigt dit de drempel voor vrouwen om deel te nemen verlaagd. Het is net als bij een collecte aan de voordeur; je bent toch geneigd meer te geven als er een bekende voor de deur staat.
Wat nodig is is lef! Geef de huisarts weer de gelegenheid om zijn patiënten zelf op te roepen en ik zal u verzekeren dat het lage opkomstpercentage in no-time weer tot het verleden behoort.
Rob van Kimmenaede, huisarts te Zutphen
- Login om te reageren