Casus
Een 69-jarige man meldt zich op het spreekuur vanwege een voor hem onverklaarbaar hematoom op zijn rechterbovenarm. Hij heeft een aantal dagen geleden zijn balkondeuren met kracht achter zich gesloten, daarna is het hematoom geleidelijk ontstaan. Er is anamnestisch verder geen sprake van een trauma of overbelasting van deze arm. De medische voorgeschiedenis bevat geen bijzonderheden en de patiënt gebruikt evenmin bloedverdunners.
Bij lichamelijk onderzoek ziet de huisarts een fors hematoom over de ventrale zijde van zijn rechterbovenarm, verder is er bij flexie van de rechterbovenarm tegen weerstand een opvallende contour van de musculus biceps te zien.
Er is geen functiebeperking van de schouder of bovenarm en er zijn geen pijnklachten.
Aanvullend onderzoek met een echo van de rechterbovenarm toont naast een fors hematoom proximaal in de bovenarm mogelijk een partiële ruptuur van de lange arm van de bicepspees (proximaal).
In overleg met de orthopeed stelt de huisarts een conservatief beleid voor, dat bestaat uit rust, NSAID’s en fysiotherapie. De patiënt is na zes weken volledig hersteld.
Beschouwing
Huisartsen zien vaak patiënten met klachten van het bewegingsapparaat. Zij kunnen diagnostiek en behandeling veelal in eigen hand houden, maar deze casus beschrijft een andere situatie.
Een (partiële) bicepspeesruptuur is een relatief zeldzame aandoening. De incidentie wordt geschat op 1,2 per 100.000 patiënten per jaar en betreft in het merendeel van de gevallen (96%) een proximale ruptuur van de lange arm van de biceps, vaak van de dominante arm. De piekincidentie ligt tussen de 40 en 60 jaar en het betreft meestal mannen.12
De klinische presentatie is divers; patiënten kunnen klagen over pijn en krachtsverlies, maar soms zijn er nauwelijks klachten. Er kan ook sprake zijn van een ‘knappend geluid’ in de bovenarm na zwaar tillen, na een val of sporten.
Bij lichamelijk onderzoek kan de huisarts een ecchymose bij de bovenarm zien en soms een abnormale positie van een spierbuik van de biceps: te hoog bij een ruptuur van de distale pees, te laag bij een proximale ruptuur (Popeye sign). Een klassiek beeld is een palpabel defect in de distale biceps, die toeneemt bij flexie van de elleboog.3
De huisarts stelt de diagnose op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek. Echografie kan de diagnose bevestigen, maar is niet altijd nodig.4
De behandeling kan chirurgisch en conservatief zijn, en hangt af van leeftijd, activiteit, comorbiditeit en mate van last.4 De prognose is bij beide behandelingen goed. Gemiddeld genomen wordt er 20% krachtsverlies gemeten. Een partiële bicepspeesruptuur kan meestal conservatief worden behandeld. In een aantal gevallen is echter verwijzing naar de orthopedisch chirurg nodig voor reconstructie.5
Literatuur
- 1.↲ Safran MR, Graham SM. Distal biceps tendon ruptures: incidence, demographics, and the effect of smoking. Clin Orthop Relat Res 2002;404:275-83.
- 2.↲ Mazzocca AD, Spang JT, Arciero RA. Distal biceps ruptureOrthop Clin North Am 2008 ;39:237-49.
- 3.↲ Bernstein AD, Breslow MJ, Jazrawi LM. Distal biceps tendon ruptures: a historical perspective and current concepts. Am J Orthop 2001;30:193-200.
- 4.↲ Chillemi C, Marinelli M, De Cupis V. Rupture of the distal biceps brachii tendon: conservative treatment versus anatomic reinsertion-clinical and radiological evaluation after 2 years. Arch Orthop Trauma Surg 2007;127:705-8.
- 5.↲ Bain GI, Johnson LJ, Turner PC. Treatment of partial distal biceps tendon tears. Sports Med Arthrosc 2008;16:154-61.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.