Informatie vergaren
Het is erg moeilijk kindermishandeling te herkennen. Meestal gaat het daarbij om het combineren van diverse signalen. Bij een vermoeden van kindermishandeling is onderzoeken en informatie vergaren essentieel. Bronnen van informatie kunnen eventuele andere betrokken specialisten zijn of hulpverleners en de jeugdgezondheidszorg. Gezien hun aandachtsgebieden kan ook overleg met CB-arts of jeugdarts zeer informatief zijn. Of met de Centra voor Jeugd en Gezin, al zijn die nog niet overal operationeel. Persoonlijk contact en bekendheid met elkaars werkwijze zal de drempel om contact op te nemen verlagen. Zo kan herkenning en handelen bij een vermoeden van kindermishandeling verbeteren en vergemakkelijken. Ook de beslissing hoe te handelen wordt meestal genomen na overleg met derden, bijvoorbeeld het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling.
Nascholing
Natuurlijk moet de huisarts wel voldoende vaardigheden hebben voor het signaleren en bespreekbaar maken van kindermishandeling. Hiertoe zijn verschillende vormen van nascholing ontwikkeld, zoals webprogramma’s en de PIN Kindermishandeling, die in 2008 tijdens het NHG-Congres is uitgedeeld. De LESA gaat overigens niet alleen in op de aspecten van samenwerking, maar ook op situaties met een verhoogd risico op kindermishandeling, de wettelijke aspecten en preventie. Daarom is de LESA voor iedere huisarts lezenswaardig.
In H&W is ruimte gereserveerd voor de implementatie van onderwerpen die elders in het nummer worden besproken. Louwrens Boomsma vat de NHG-inbreng samen (l.boomsma@nhg.org).
Reacties
Er zijn nog geen reacties.