Benauwdheid heeft iets existentieels (in het boek Job is zelfs sprake van ‘Ik wil spreken in de benauwdheid van mijn geest’). Begrijpelijk, want zonder lucht valt weinig van het leven te genieten. Ademloos willen wij hooguit uit bewondering zijn. De confrontatie met benauwdheid kan beangstigend zijn. Patiënt en omstanders reageren soms panisch en het is raadzaam als arts die paniek niet als een estafettestokje over te nemen. Omgaan met paniek wil geleerd zijn. Neem de pas afgestudeerde arts in het verhaal De stalen keel van Michael Boelgakov. Zijn onzekerheid is enorm. Geroepen bij een stervensbenauwde peuter met difterie valt alle medische bagage van hem af en ziet hij eerst alleen haar schoonheid. Een vreemde troebelheid in de ogen, de angst van de benauwdheid. ‘Over een uur is ze dood’, beseft hij. Nadat hij de dwarsliggende oma eerst buiten de deur heeft laten zetten, krijgt hij met de grootste moeite toestemming van de moeder voor een tracheotomie (vandaar de titel van de novelle). De schrik slaat hem om het hart als hij zichzelf het aanbod hoort doen. Wat moet hij doen als het mislukt? Succes daarentegen zal zijn reputatie in het landelijk ziekenhuis definitief vestigen… Wat te doen? Hoe anders reageert zijn literaire collega in Dood op krediet van L.F. Céline die ook bij een benauwd en doodziek kind wordt geroepen: ‘Ik ga naast d'r bed zitten. Ze speelt toch nog een beetje met d'r pop. Ik zal ‘r eens wat opvrolijken. Als ik wil, kan je best met me lachen… Dat grietje is niet ten dode opgeschreven… Ze ademt wat moeilijk… Duidelijk geval van bloedstuwing… Ik maak ‘r aan 't lachen. Ze krijgt 't er benauwd van. Ik stel de moeder gerust. (…) Ik leg mijn oor op d'r borst, nogal wat gereutel. Maar ach, zo dodelijk is dat niet… Ik stel de moeder weer gerust. Tweemaal dezelfde woorden zeggen. Dat breekt je op… 't Kleine wicht heeft weer pret. En begint 't weer benauwd te krijgen. Ik moet ingrijpen. Ze loopt blauw aan… Zou ze een tikje difterie hebben? Moet misschien onderzocht worden… Sputumonderzoek?… Morgen!…’
De jonge arts bij Boelgakov is tastend, onzeker en twijfelend. Zijn ervaren collega lijkt alles al een keer gezien te hebben en reageert zelfs cynisch (‘zo dodelijk is het niet’). Cynisme dat de macht van ervaring in zich draagt. In die zin is benauwdheid – voor de patiënt -een symptoom en iets bedreigends, maar voor de dokter de meetlat waaraan ervaring wordt afgemeten.
Reacties
Er zijn nog geen reacties.