CGT en antidepressiva bij recidiverende depressies

De onderzoekers vergeleken drie behandelstrategieën: alleen antidepressiva, cognitieve therapie waarbij antidepressiva werden afgebouwd en een combinatie van antidepressiva en cognitieve therapie. De cognitieve therapie bestond uit acht wekelijkse sessies van groeps- of individuele therapie. De onderzoekers selecteerden 289 mensen met recidiverende (> 2) depressies die in remissie waren (acht weken tot twee jaar) en nog behandeld werden met antidepressiva (81% SSRI). Na een follow-up van twee jaar was er een recidiverende depressie bij 60% in de groep die alleen antidepressiva kreeg, bij 63,3% in de groep die cognitieve therapie kreeg en bij 42,6% in de combinatiegroep. Er was meer dan één recidief binnen twee jaar bij 31% in de groep die alleen antidepressiva kreeg, tegenover 23% in de groep die cognitieve therapie kreeg en 16% in de combinatiegroep. Een beperking van het onderzoek is dat de rekrutering van deelnemers grotendeels via de media plaatsvond, waardoor de resultaten mogelijk niet volledig zijn te extrapoleren naar de eerstelijnspopulatie.

De onderzoekers concluderen dat monotherapie met antidepressiva en cognitieve therapie waarbij antidepressiva worden afgebouwd gelijkwaardige opties bij mensen met recidiverende depressies. De combinatie van beide behandelingen geeft echter het beste resultaat. De NHG-Standaard Depressie adviseert bij > 3 episodes van een depressie een langdurige behandeling met antidepressiva en/of psychotherapie. Uit dit onderzoek blijkt dat dit wellicht al voor twee of meer depressies mag gelden.