Wie aan één chronische aandoening lijdt, heeft 45% kans tegelijkertijd ook nog een tweede aandoening te hebben. Voor een grote groep patiënten is focus op een enkele aandoening weinig effectief, zo schrijven Starfield et al. in een nieuw en vrij toegankelijk Amerikaans huisartsentijdschrift (www.annfammed.org). Comorbiditeit heeft meer invloed op het gebruik van gezondheidszorg dan de inhoud van de indexziekte. Naarmate er meer comorbiditeit aanwezig is, neemt de zorgbehoefte toe. De onderzoekers gingen de rol van huisartsen en specialisten na bij alle patiënten jonger dan 65 jaar met een chronische ziekte binnen een grote HMO-organisatie in de VS. Huisartsen blijken het merendeel van de medische zorg te leveren, zowel voor de indexziekte als voor comorbide aandoeningen. Bij de wat vaker voorkomende ziekten speelt specialistische zorg slechts een kleine rol; deze neemt toe bij de meer zeldzame aandoeningen zoals MS en diabetes mellitus bij kinderen. Zeer opvallend is dat – afgezien van zeer zeldzame ziekten – alle patiënten vaker de huisarts bezoeken dan de specialist. Dat verschil wordt met name verklaard door het bestaan van andere aandoeningen dan de indexziekte. Het aantal consulten voor andere aandoeningen was gemiddeld 4-5 maal groter en vrijwel zonder uitzondering was de huisarts de zorgverlener. De resultaten zouden gevolgen moeten hebben voor de inhoud van diseasemanagementprogramma's. Zorgprogramma's zouden moeten worden afgestemd op het bestaan van comorbiditeit. Met name de selectie van patiënten op basis van een enkele aandoening biedt geen perspectief voor patiënten met de grootste behoefte aan zorg. Juist zij blijken behoefte te hebben aan generalistische zorg en deze behoefte neemt toe naarmate er meer comorbiditeit is. Bij omvangrijke comorbiditeit is de huisarts dus onmisbaar. (HvW)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.