Dit is het eerste volledige handboek over hoofdpijn, gebaseerd op het Angelsaksische origineel (2e druk, 2002). De inhoud is congruent gemaakt met de Nederlandse richtlijnen en opvattingen en naast de beschrijving geplaatst van in onze ogen soms wat ongebruikelijke therapeutische zijpaadjes uit de Amerikaanse “ER’s”. De aanpak van medicatie-overgebruik bij hoofdpijn in de VS (langzaam afbouwen) en de meer calvinistische aanpak (in één keer stoppen met alles) worden vriendelijk naast elkaar gezet. Het moet nog blijken wat het beste werkt. De basis is de indeling van de Internationale Hoofdpijn Classificatie 2004. Dit boek vult die saaie tekst kleurrijk in met de kliniek. De indeling is ziektegewijs. Maar er zijn ook ingangen via symptomen te vinden, zoals de peracute hoofdpijnen bij hoesten en seks, en de aparte anamnestische kenmerken. Hoofdpijn bij ouderen en bij zwangeren wordt behandeld, maar jammer genoeg niet hoofdpijn bij kinderen. Bij de migrainevarianten staan de zeldzame vormen als de basilaris migraine en de oftalmoplegische migraine beschreven. Maar de cyclische syndromen bij kinderen ontbreken, zoals de varianten met buikpijn, duizeligheid of braken in plaats van hoofdpijn. Het is een zeer leesbaar en compleet handboek dat goed te gebruiken is voor bijscholingscursus, toetsgroep of onderwijs. Er zijn fraaie hoofdstukken over hoofdpijn in de verre historie, de epidemiologie, aanvullende diagnostiek en comorbiditeit. Goede klinische verhalen zijn geschreven over prodromen, aura en allerlei secundaire hoofdpijnen zoals hoofdpijn bij arteritis temporalis, hersentumor en de posttraumatische hoofdpijn, de whiplash. Verder wordt het heikele probleem van CVA en hoofdpijn, van een CVA door migraine en van migraine als risicofactor voor CVA beschreven, met alle incidenties erbij. Dit is handig bij de voorlichting aan patiënten – helemaal geruststellen kunt u ze niet. De beperkingen zijn gering. De index is mager, kinderhoofdpijn ontbreekt en de waarde van anamnestische kenmerken is te stellig neergezet. De genetica en de neuromoleculaire kennis zijn wat overdreven uitgebreid beschreven, en door de aard van deze vakgebieden snel achterhaald. Eén kenmerk loopt op de afspraken vooruit, namelijk de waarde van de overgevoeligheid voor geuren, osmofobie, die nog niet in de criteria voor migraine is opgenomen, maar wel een sterke kandidaat is, parallel aan de kenmerken fotofobie en fonofobie. Dit handboek hoort in de bibliotheek, zeker van de opleidingspraktijk en de huisartsenpost. Het gaat nog jaren mee.
Nico van Duijn
Reacties
Er zijn nog geen reacties.