Hoe vaak een patiënt contact heeft met de huisartsenpraktijk is natuurlijk vooral afhankelijk van diens gezondheidstoestand. Het lijkt daarom aannemelijk dat verschillen tussen praktijken vooral terug te voeren zijn tot de verschillen in de samenstelling van de praktijkpopulaties en niet zozeer aan kenmerken van de praktijk. Maar klopt dat ook?
De ene praktijk is de andere niet: praktijkpopulaties verschillen
Het gemiddelde aantal patiëntcontacten (consulten en visites) per patiënt per jaar (3,6 in 2001) – de contactfrequentie – verschilt sterk tussen praktijken (95%-BI 1,7-5,4). Uitgedrukt in de contactfrequentie heeft de ene praktijk het dus veel drukker dan de andere. Dit kan komen doordat de ene praktijk meer (ernstig) zieken te behandelen heeft dan de andere. Maar ook andere kenmerken kunnen een rol spelen. In de meest vergrijsde praktijken loopt het percentage 75-plussers op tot 19%, terwijl er ook praktijken zijn met slechts 1% procent 75-plussers ( tabel 1). Om na gaan in hoeverre verschillen tussen praktijken in contactfrequentie wegvallen als we corrigeren voor kenmerken van patiënten, gebruiken we multilevelanalyse.
Kenmerk patiënten | Per praktijk | Spreiding |
---|---|---|
Ziekenfondsverzekerd | 66,1 | 40,4-93,3 |
Vrouw | 52,2 | 48,7-60,8 |
0-4-jarig | 4,5 | 1,8-8,0 |
75+ | 7,1 | 0,9-18,7 |
Opleiding: geen | 15,2 | 7,3-23,8 |
Opleiding: hbo/academisch | 16,9 | 3,5-47,2 |
Ervaren gezondheid: heel goed | 23,3 | 15,8-31,7 |
Ervaren gezondheid: slecht | 2,4 | 0,9-7,1 |
Etniciteit: westers | 92,7 | 29,7-100 |
Etniciteit: niet-westers | 7,3 | 0,1-70,3 |
Contactfrequentie van vergelijkbare patiënten in verschillende praktijken loopt sterk uiteen
Na de genoemde analyses zijn er nog steeds grote verschillen tussen praktijken ( tabel 2). Een praktijk met een hoge contactfrequentie heeft gemiddeld per patiënt 3,7 contacten meer dan een praktijk met een gemiddeld laag aantal contacten. Meer specifiek is het zo dat mensen die hun gezondheid als ‘(heel) goed’ beoordelen, in een praktijk met een hoge contactfrequentie toch ruim 2 keer zoveel contacten per jaar hebben als in een praktijk met een lage contactfrequentie. Voor patiënten met een ‘(heel) slechte’ gezondheidstoestand is dit zelfs ruim 3 keer zo vaak. Kortom, de stelling dat verschillen tussen praktijken in contactfrequenties alleen zouden zijn toe te schrijven aan de samenstelling van praktijkpopulaties, is niet bevestigd. Mogelijk wordt de variatie tussen praktijken kleiner als we nog verfijndere kenmerken van patiëntenpopulaties in de analyses betrekken, zoals aangeboden morbiditeit. Op basis van bovenstaande analyses concluderen we echter dat verschillen tussen praktijken in contactfrequentie wel degelijk worden beïnvloed door de huisartsenpraktijk en niet alleen afhankelijk zijn van de samenstelling van de praktijkpopulatie. Dit wijst op verschillen in praktijkvoering. Denk bijvoorbeeld aan het terugbestelbeleid of het hebben van een inloopspreekuur, al of niet in samenhang met het aantal patiënten per fulltime-equivalent en de werkdruk van de huisarts.
Ervaren gezondheid* | Gemiddelde contactfrequentie | 95%-BI | Spreiding |
---|---|---|---|
(Heel) goed | 3,1 | 1,8-4,5 | 2,7 |
Matig | 5,4 | 1,5-9,3 | 7,8 |
(Heel) slecht | 7,1 | 2,1-12,2 | 10,1 |
Totaal | 3,6 | 1,7-5,4 | 3,7 |
Reacties
Er zijn nog geen reacties.