Engelse onderzoekers vergeleken vier databases, drie bestanden afkomstig van verschillende onderzoeksnetwerken van geautomatiseerde huisartsen met landelijke dekking en een regionaal netwerk van negen praktijken in North Staffordshire. De registraties verschilden enigszins in wijze van coderen, registratieperiode en leeftijdsopbouw. Onverklaarbaar veel groter waren de verschillen in prevalenties van de geregistreerde aandoeningen van het bewegingsapparaat. Voor alle klachten van het bewegingsapparaat tezamen verschilden de hoogste en laagste prevalentiecijfers een factor 3, nota bene na standaardisatie voor leeftijd en geslacht. Bij specifieke diagnoses (artrose en reumatoïde artritis) waren de verschillen nog groter. Eén registratie had voor alle onderzochte diagnoses steeds de laagste schattingen. Als meest waarschijnlijke verklaring voor deze variatie noemen de auteurs de verschillen in registratiegedrag van de deelnemende huisartsen, veroorzaakt door verschillende instructies. Of de waarheid dan in het midden ligt? Dat is maar de vraag. Registratie van wat de huisarts ziet, is vermoedelijk altijd een onderschatting omdat niet elk probleem dat tijdens het consult aan bod komt geregistreerd zal worden. Beleidsmakers en anderen die iets met dergelijke cijfers willen, zijn gewaarschuwd. (HvdW)
Reacties
Er zijn nog geen reacties.
