Nieuws

Continuïteit werkt

Gepubliceerd
10 juni 2005

Het blijft tobben voor onderzoekers die zich bezighouden met de effecten van continuïteit op de kwaliteit van de zorg. Bij sommige auteurs leidt dat tot het pleidooi om continuïteit maar gewoon als een uitkomstmaat te gaan zien. Dat scheelt een hoop gelazer.1 Andere onderzoekers blijven daarentegen scrupuleus op zoek naar evidence. In het laatste deel van hun drieluik over de zin en onzin van continuïteit in de Annals of Family Medicine beschrijven Saultz en Lochner hun literatuuronderzoek naar de relatie tussen continuïteit, zorguitkomstmaten en kosten.2 De bevindingen zijn niet verrassend en sluiten aan bij eerdere literatuuronderzoeken. Persoonlijke continuïteit lijkt te leiden tot betere en goedkopere zorg. Van de 81 zorguitkomstmaten waren er 41 beter en slechts 2 slechter naarmate er meer continuïteit was. Ook was er een verband met de kosten: voor 35 van de 41 variabelen werden lagere kosten gerapporteerd naarmate er meer continuïteit was, en slechts in 1 onderzoek was continuïteit gerelateerd aan hogere kosten. Bewijs genoeg dus. Maar zal dit literatuuronderzoek ook de sceptici over de streep trekken? Ik vrees van niet. De moeilijkheid bij onderzoek naar het nut van continuïteit blijft dat onderzoekers geen echte effecten meten, en dus ook geen oorzaak-gevolgconclusies kunnen trekken. Gecontroleerd onderzoek waarbij patiënten aselect worden toegewezen aan praktijken waarin wél en praktijken waarin geen continuïteit wordt geboden, zou dit probleem kunnen oplossen, maar dergelijke onderzoeken komen waarschijnlijk niet door medisch-ethische commissies. Misschien is ook dat wel bewijs dat continuïteit werkt. (HS)

Literatuur

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen