Minister Vogelaar wil prachtwijken en die zal ze krijgen ook. In het hele maatschappelijk debat over de wijken horen we echter weinig over de rol van de huisarts. En die huisarts is toch echt een van de meest deskundige professionals in die prachtwijken. Wie is beter en breder geïnformeerd over problemen binnen gezinnen, over sociale ellende, eenzaamheid en armoede dan de huisarts? Wie weet beter welke problemen er in een wijk spelen?
Toekomstvisie NHG
Juist daarover gaat in deze H&W de Frans Huygenlezing, uitgesproken door Jan De Maeseneer, hoogleraar huisartsgeneeskunde in Gent. Zoals we al eerder constateerden verschillen België en Nederland niet zoveel van elkaar. De door De Maeseneer genoemde principes van een goed zorgsysteem: ‘relevance, equity, quality, cost-effectiveness’ komen overeen met de uitgangspunten zoals die staan geformuleerd in de toekomstvisie van het NHG. Vanuit de pijlers van de huisartsgeneeskunde – generalisme en contextgeneeskunde – kan de huisarts een belangrijke bijdrage leveren aan een relevant en kosteneffectief zorgsysteem. Juist omdat de huisarts de situatie in een buurt als geen ander kent, kan hij goed inschatten welke zorg er nodig is. De benodigde zorg is immers niet overal dezelfde doordat onder andere de sociaal-economische en demografische kenmerken per wijk verschillen. De Maeseneer propageert het concept van ‘Community Oriented Primary Care’, dat in staat zou moeten zijn de equity – de meeste zorg voor hen die ook het meest behoeven – in de zorg te borgen. Dit komt aardig overeen met het door het NHG gewenste model van ‘huisartsenvoorziening’, een lelijk woord voor een samenwerkend team van eerstelijns hulpverleners. In zijn toekomstvisie deelde het NHG de zorg op in drie compartimenten: basiszorg (beschikbaar voor iedereen), aanvullende zorg (toegesneden op de lokale behoefte) en bijzondere zorg (bepaald door de interesse van de speciaal getrainde huisarts).
De buurt
De oriëntatie in de wijk moet worden gerealiseerd met behulp van de aanvullende zorg. Het leek en lijkt allemaal prachtig op elkaar aan te sluiten en zou ook moeten worden ondersteund door de politiek. Groot probleem bij dit alles is dat de politiek zo weinig meer te zeggen heeft over (de inhoud van) de zorg en we horen er dan ook weinig over in Den Haag. Verzekeraars maken zich tot nu toe hoofdzakelijk druk om basiszorg en bijzondere zorg (via de M&I-module) en ook de huisartsen zelf lijken slecht in staat om de aanvullende zorg vorm te geven. Daarmee dreigt dit tweede zorgcompartiment uit beeld te verdwijnen. Het is echter juist de aanvullende zorg waarmee de huisarts zich mooi zou kunnen profileren en een relevante invulling kan geven aan het begrip equity. Mogelijk hangt een gebrekkige organisatie van de huisartsen samen met de moeilijkheden om te onderhandelen over de aanvullende zorg, maar in regio’s waar de huisartsen wel goed zijn georganiseerd moeten voorstellen daartoe ontwikkeld kunnen worden. Belangrijke kernelementen van ons vak krijgen daarmee een stimulans: toegankelijkheid, context en continuïteit. Een wat ouderwets en geromantiseerd beeld van de huisarts als de wijze dorpsdokter wordt vervangen door een moderner, maar niet minder belangrijk beeld van een huisarts die dicht bij de lokale bevolking staat, goed op de hoogte is van de zorgbehoefte en daar ook een adequaat antwoord op heeft. Laten we daartoe het initiatief nemen en zelf met ideeën komen. Uw patiënten kunnen u daarmee vast helpen. Kan minister Vogelaar straks tevreden zijn.
De redactie
Reacties
Er zijn nog geen reacties.