Nieuws

De perfecte partner

Gepubliceerd
4 december 2013
Binnenkort start ik met mijn derde en laatste jaar van de huisartsenopleiding. Daarvoor zal ik, net zoals in jaar 1, gekoppeld worden aan een huisartsopleider. Aan het opleidingsinstituut de moeilijke taak de juiste aios bij de juiste opleider te plaatsen. In het eerste jaar had ik een perfecte match. Toch vind ik het opnieuw spannend. Ik denk dat de band die je met je opleider hebt minstens zo belangrijk is als die met je partner, en ik ben een kritische vrouw. Gaat ook mijn nieuwe opleider aan mijn uitgebreide eisenpakket voldoen?
In het eerste jaar vond de koppeling stapsgewijs plaats. We konden een eerste indruk opdoen van de beschikbare opleiders met behulp van een carrousel, door velen ook wel de ‘speeddate’ genoemd. Na 12 consulten van 5 minuten beslisten we met welke huisartsen we wel een tweede ‘date’ wilden. Daar ging je dan op praktijkbezoek, zodat je direct zag in wat voor soort huis en bij welke schoonfamilie je terecht zou komen. Uiteindelijk moesten we een voorkeurslijst opstellen van meest tot minst gewilde opleider. De opleiders scoorden de aios in eenzelfde lijst. De matchmakers van het instituut probeerden vervolgens beide partijen een partner uit hun top-3 te geven.
Als aios en opleider deel je feitelijk 2400 ‘kinderen’ en ben je, zij het bij de een meer dan bij de ander, medeverantwoordelijk voor hun ‘opvoeding’. Belangrijk vind ik dan dat je elkaar als aios en opleider een beetje aanvoelt en het handelen, zoals bij een goed functionerend ouderkoppel, op elkaar is afgestemd. Toen ik als kind geen extra snoepje meer van mama mocht, probeerde ik het vanzelfsprekend nog eens bij papa. Hetzelfde gebeurt bij de patiënt die bij mij geen antibiotica loskrijgt: die gaat ook nog even langs bij mijn opleider (‘de echte dokter’). Het is wel zo prettig als je de patiënt in zo’n geval beiden zijn ‘snoepjes’ ontzegt.
Ook is het fijn een opleider te hebben die naar je luistert en je steunt bij emotionele belevenissen. Ik heb eens de plastabletten van een patiënt te snel afgebouwd, waardoor ik hem op mijn zelfstandige dag met een astma cardiale in bed aantrof. Met buikpijn ging ik de volgende dag naar mijn werk, ik voelde me een slechte dokter. Ik was mijn opleider zo dankbaar toen ze voor mij bewust een kwartier vroeger kwam om het er rustig over te hebben en mijn schuldgevoel weg te nemen. Een kleine moeite voor haar, maar van grote betekenis voor mij.
Dan wil ik ook nog samen kunnen lachen. Lachen is voor mij ontspanning en ik verwerk mijn dag vaak met humor. Het is fijn als dat met je opleider kan. Ik heb me eens ernstig versproken. Een patiënte die net chemotherapie achter de rug had, vroeg of ze haar dagelijkse activiteiten weer kon oppakken. Ik verzekerde haar dat dit kon: ‘Ga gerust lekker winkelen of naar de kapper’, zei ik. Mevrouw was kaal. Zelf reageerde ze niet op mijn opmerking, dus ik weet nog steeds niet of ze mijn misser doorhad. Maar onnadenkend voelde ik me wel degelijk. De opleider zei naderhand met een knipoog: ‘Een goed advies, misschien kan ze daar een nieuwe pruik laten aanmeten?’ Zo zorgde ze ervoor dat ik kon relativeren en mijn onzekerheid weglachte.
Sla een pagina met contactadvertenties open en je concludeert dat veel mensen een partner zoeken die zorgzaam, betrouwbaar, sociaal en humoristisch is. Deze eigenschappen zoek ik ook in mijn huisartsopleider. Ik ben dus blij dat het opleidingsinstituut zijn best doet een goede aios/opleiderskoppeling te waarborgen. Binnenkort mag ik weer de hort op, speuren naar een leuke opleider. Ik ben benieuwd of mijn ware ertussen zit.
Sophie van der Voort
Sophie van der Voort is tweedejaars aios.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen