Nieuws

De (uit)stervende huisarts

Gepubliceerd
20 mei 2002

De overheid vindt dat in de gezondheidszorg marktwerking voorrang moet krijgen. De huisarts mag praktijkvestigingen niet reguleren, moet zelfstandig contractbesprekingen voeren met de zorgverzekeraar en mag daarbij geen tariefafspraken maken. Uit politiek-economische eisen komen richtlijnen voor de huisarts voort. De bevolking wil dat de gezondheidszorg, dus ook de huisarts, altijd toegankelijk en beschikbaar is, hij moet in staat zijn een degelijk advies te geven en vervolgens de keuze van de ingelichte patiënt te honoreren. Uit deze maatschappelijke eisen komen richtlijnen voor de huisarts voort. De geneeskunde wil een wetenschap zijn. Grondig uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek moet aantonen of uitsluiten dat de onderzochte werkwijze verantwoord is. Uit wetenschappelijk onderzoek komen richtlijnen voor de huisarts voort. En wat doet de huisarts? Die reageert op de ontwikkelingen. Hij staakt, verlengt contracten niet, zet dienstposten op en schrijft standaarden. De huisarts voelt zich overvraagd en gaat in verweer door te roepen dat het zo niet langer gaat. De huisarts is echter niet tot nauwelijks georganiseerd en is niet in staat een vuist te maken die er landelijk toe doet. De huisarts ontwikkelt een minderwaardigheidscomplex. Dus vergeet de huisarts zijn sterke kwaliteiten uit te spreken en vergeet hij een essentieel kenmerk van zichzelf. Tijdens ‘Woudschoten’ is de huisartsgeneeskunde gedefinieerd, maar niet een definitie van een huisarts gegeven. Zonder volledig te zijn, maakt empathie deel uit van deze begripsbepaling. Empathie gaat verder dan aardig zijn, verder dan meevoelen. Empathie is de oorsprong van het pluis-/niet-pluis-gevoel. Empathie is het aanvoelen van de onrust, ongerustheid, angst, verdriet of woede van de patiënt. Het samen formuleren van de juiste vraag, het kiezen van het moment van het uitspreken van de diagnose. Het aangeven en uitleggen van de consequenties. Het adviseren en begeleiden in de keuzes voor therapie. Het in staat zijn om het juiste moment uit te kiezen om naast de patiënt te gaan zitten, in plaats van tegenover. En dat zowel in de spreekkamer als in de huiskamer van de patiënt, zowel in dienst van de patiënt als van diens omgeving. Een voorwaarde om empathie te kunnen ontwikkelen en gebruiken, is in de directe en vertrouwde omgeving van de patiënt zijn. Empathie is daarom een essentieel kenmerk van de huisarts, de arts die thuis komt. Empathie is een kwaliteit. Het is niet te kwantificeren in economische evaluaties, maatschappelijke eisen en wetenschappelijk onderzoek. Door alleen commercië-le, organisatorische en wetenschappelijke eisen te stellen aan de huisarts zal zijn essentiële kenmerk naar de achtergrond gedrongen worden. Uiteindelijk zal het weggesaneerd en weggestructureerd zijn. Dat is het moment waarop de huisarts sterft. Zijn dood kan voorkomen worden door hardop en voortdurend uit te spreken wat zijn kwaliteiten zijn en niet te vergeten wat zijn essentiële kenmerk is. Ik ben blij straks mijn bijdrage hieraan te kunnen leveren, want als de huisarts dood is, zal ik hem missen.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen