Wetenschap

De vertwijfeling van Charlie Brown

Gepubliceerd
10 oktober 2003

Een kind doet zijn verhaal bij een psychiater en zegt: Het advies van de psychiater is kort maar krachtig: ‘Gewoon proberen daar niet aan te denken…’ Als het jongetje weg is, legt de psychiater de voeten op de werktafel, leunt behaaglijk achterover en zegt: ‘Sommige gevallen zijn relatief eenvoudig.’ Op 26 november 1922 werd Charles M. Schulz geboren. Zijn kinder- en jeugdjaren ervoer deze kapperszoon als ongelukkig, gekenmerkt als deze waren door voortdurende afwijzing en onbeantwoorde liefde. Op de officiële website gewijd aan zijn werk heet het: ‘Zwaarmoedigheid achtervolgde hem gedurende zijn leven, evenals minderwaardigheidsgevoelens, paniek, angst en frustratie.’ Succes in zijn werk had striptekenaar Schulz echter wel degelijk. Op 2 oktober 1950 verscheen de eerste aflevering van een strip over een groep kinderen die elkaar ongezouten tegemoet treden. In een van de allereerste afleveringen vraagt een jongen met een bolronde kop aan een donkerharig meisje: ‘Ik voel me soms zo depressief, wat kan ik daartegen doen?’ Het antwoord is doodleuk: ‘Zet het van je af.’ Het jongetje heet Charlie Brown, de naam van het meisje is Lucy: aartsvijand én psychiater van Charlie Brown. Eerst een korte schets van enkele hoofdfiguren, een groep buurtkinderen, uit de Peanutsstrip. Zoals de hond Snoopy, ‘the funny looking kid with the big nose’. Een hond, maar een snobistische hond die in zijn hok onder andere een Van Gogh, zilveren kandelaars en een bibliotheek heeft. Verder hebben we Schroeder, de immer Beethoven vertolkende peuter-pianist (Schroeder heeft, net als zijn idool Beethoven, geen voornaam) en Linus, het jongere broertje van Lucy, duim in de mond en met de andere hand zijn ‘security-blanket’ angstvallig vastklampend. De wekelijkse wasbeurt van het laken brengt hem in totale paniek. Lucy is in dit kinderuniversum de absolute heerseres en kenau uit overtuiging. Lucy wil de werkelijkheid naar haar hand zetten en in alles haar zin krijgen. Haar voornaamste slachtoffer is Charlie Brown, de kleuter met het ballonhoofd. Hij is de antiheld, onovertroffen in het falen, maar iemand die zijn grandeur behoudt ondanks het voortdurend verlies van zijn honkbalteam (dat nog nooit met minder dan 123-0 een wedstrijd verloor, behalve die ene keer – toen Charlie Brown verhinderd was – en het team meteen een zege boekte). Hij is de falende manager die zich uitsluitend staande houdt omdat hij naar grootheid streeft. Hoop doet hem het onmogelijke verlangen. En ook in het verlies kan natuurlijk grandeur schuilen. Charlie Brown – net als zijn maker de zoon van een kapper – is de verstotene, een ‘blockhead’. Hij wil achter de oorzaak van zijn veelvuldig falen komen, maar opereert in al zijn naïviteit sociaal wat onhandig. Maar hoeveel schoonheid ligt niet besloten in dat streven? Temeer daar hij ook maar niet in het minst perfide is. Hij is argeloos, het ergste wat een mens kan overkomen (hoewel het heel charmant kan zijn). Zonder afweerwapens onderwerpt hij zich aan de wetten van de kinderjungle. Zijn onmacht krijgt steeds weer gestalte: alleen al het aantal afleveringen waarin hij vruchteloos een vlieger wil oplaten, loopt in de honderden. Ondanks alles wat hij meemaakt, volhardt hij in een basaal vertrouwen in zijn medemens. Hij ziet wel het slechte in de mens, maar ontkent het fundamentele karakter ervan. Zo speelt zich jaarlijks een vast ritueel af. Wanneer de winter voorbij is en de kinderen buiten gaan spelen, houdt Lucy met de vinger een ‘football’ tegen de grond gereed voor Charlie. Hij neemt dan zijn aanloop om de bal weg te trappen. Maar wanneer hij uithaalt, trekt Lucy deze voor hem weg. Charlie Brown komt met een smak op de grond terecht. Voor de zoveelste keer is zijn zachtmoedig-naïeve vertrouwen in de mensheid vergeefs geweest. Wij weten al dat Lucy volgend jaar op exact dezelfde manier de bal voor hem zal klaarhouden. Charlie Brown is de sukkel bij uitstek, zo luidt de algemene opinie. Ten onrechte, menen wij. De grond van zijn bestaan is vertwijfeling. Het is daarom geen domheid, maar vertwijfeling die hem steeds weer naar hulp doet zoeken bij een hulpverlener die zich ‘psychiater’ noemt.

Vrouwen winnen

Bij de Peanuts heeft Lucy de macht. Deze macht is bijna absoluut. Lucy regeert met harde hand. Zij probeert zo veel mogelijk het leven van anderen te verzieken, haar weerstreven is alleen weggelegd voor Schroeder, de Beethoven-adept, voor wie ze, oh zoete gerechtigheid, een onbeantwoorde liefde koestert. Naast haar slechte karakter, haar onophoudelijke inspanningen Charlie Browns leven te bemoeilijken, haar broertje Linus te koeioneren en om het even wie af te snauwen, heeft Lucy een belangrijke troefkaart in handen: haar pseudo-geleerdheid. Lucy is de psychiater van de Peanuts, in het bijzonder van Charlie Brown. Haar diagnostisch instrumentarium en therapeutisch arsenaal zijn beperkt: ze zit, hoort aan en adviseert. Duur is zij niet: ‘vijf dollarcent’ staat op de balie. Lucy's oplossingen zijn nooit duurzaam. Meestal zijn het geen oplossingen of zelfs maar vingerwijzigingen in de goede richting. Op zijn best bestaat haar advies uit algemene waarheden, zoals ‘alsjeblieft niet zeuren’: [in verband met auteursrechtelijke aspecten is deze afbeelding niet online beschikbaar]

…. of fysiek geweld zoals een klap op de kop: [in verband met auteursrechtelijke aspecten is deze afbeelding niet online beschikbaar]

De derde behandelstrategie is het bevestigen van gevoelens van onmacht en nutteloosheid bij Charlie Brown. Hoe gaat zij te werk? Eerst belaadt zij Charlie Brown, maar ook Linus, met schuldgevoelens. Zij doet dit niet in haar rol als hulpverlener, maar gewoon als meisje uit de groep buurtkinderen. In het volgende stadium, als psychiater, bevrijdt zij hen daar niet van, maar voor haar advies moet wel betaald worden. Met andere woorden: eerst schept zij de behoefte, en verder zorgt zij ervoor dat die behoefte blijft bestaan en zelfs toeneemt. Ze creëert afhankelijkheid. Een fundamenteel probleem is dat Lucy nauwelijks luistert. In een cartoon zegt ze tegen Charlie Brown: ‘De hele moeilijkheid met jou is, dat je de betekenis van het leven niet begrijpt.’ ‘Begrijp jij de betekenis van het leven dan?’, vraagt hij haar. Ze antwoordt: ‘Wij hebben het niet over mij, maar over jou.’ Over haar luistervaardigheid zijn haar patiënten het hartgrondig eens: die is gering. Over haar rol is zij zelf volmaakt tevreden. Zo houdt zij Charlie Brown voor dat de piepkleine deugden niet opwegen tegen diens talloze fouten en zegt vervolgens: ‘Vind je niet, dat je blij mag zijn, dat iemand zoals ik je zo aanschouwelijk laat zien wat je fouten zijn?’ Zo houdt zij Charlie Brown een spiegel voor. [in verband met auteursrechtelijke aspecten is deze afbeelding niet online beschikbaar] Toch is het verkeerd uitsluitend negatief over Lucy te oordelen. Zij bezit namelijk een eigenschap die geregeld erg verhelderend werkt: zij is ironisch, om niet te zeggen sarcastisch.

Archetypen

Journalisten en essayisten beweren graag dat de Peanutskinderen vooral volwassen sores portretteren. Dat lijkt ons wat beperkt. Wellicht zijn er ‘volwassen’ sores, maar de belevenissen in Peanuts zijn vooral universeel. Dat ze beleefd worden door kinderen, geeft Schulz de kans problemen te benaderen vanuit kinderlijk- eenduidige perspectieven. Zijn hoofdpersonen zijn zo uitgesproken dat ze iets van archetypen hebben. Charlie Brown is de everyman, wiens aansprekendste eigenschappen eerlijkheid, doorzettingsvermogen en hoop zijn. Vooral dat laatste zingt door alle strips van Schulz heen. Charlie Brown was vooral in het begin – later neemt zijn centrale rol wat af – de ik-figuur die struikelde over het levenspad. Zijn ad infinitum herhaalde vragen (‘Why me?’ ‘Why can't I be the hero?’ ‘Why do I always have to be the goat?’) verwoorden de frustraties en woede van iedereen die merkt dat zijn of haar kinderdromen niet uitkomen. Daarom menen wij dat kinderen de strip goed kunnen begrijpen. Charlies alter ego is Snoopy, die in vrijwel alles zijn tegengestelde is: zorgeloos, succesvol, populair en sexy. Snoopy is het eeuwige kind dat onbegrensd binnen zijn fantasieën kan blijven leven. Hij heeft het kostbare vermogen om een hondenhok om te toveren tot een levensgevaarlijk vliegtuig, de ‘Sopwith Camel’, met zichzelf als heldhaftige piloot. Ook dit is voor een kind geruststellend en troostrijk en versterkt het vermogen om een regenachtige zondagmiddag in een kamertje om te toveren tot een avontuur. Maar Snoopy is een hond en hoeft dus niet als mens volwassen te worden. Naar Snoopy kijken roept een oud gevoel van verlies op, dat samengaat met de overgang van je vrije kinderwereld naar de wereld waarin beperkingen zijn, voor het eerst bijvoorbeeld: de schoolbel. En die wereld dooft vrijwel onontkoombaar de vonk van fantasie. Regelmatig is Charlie jaloers op Snoopy. Charlie is te veel een realist om te kunnen vluchten in fantasie: hij heeft verantwoordelijkheden; hij moet bijvoorbeeld voor zijn hond zorgen en hij heeft een jonger zusje. Komen we bij Lucy. Zij werd al geïntroduceerd als een soort force of nature, een fussbudget. Zij vertegenwoordigt een andere wijze van bestaan, een ander antwoord op de moeilijkheden van alledag, namelijk die van vrijwel totale zelfovertuiging en dominantie. Zij is de baas, en neemt meestal ook machtsposities in, zoals die van de psychiater, die van oudere zus, maar ook die van veldspeler bij het honkbal, op veilige afstand van werpheuvel en thuisplaat. Vanuit een staat van onaantastbaarheid levert ze dan kritiek op Charlie Brown. Haar strategie voor het leven is die van het eigen, onaantastbare gelijk, het pantser, de macht. Zij is psychiater omdat een psychiater zich meester maakt van je geest en je er ook nog voor moet betalen. De psychiater is hier een metafoor voor elke hulpverlener bij wie iemand terechtkan die steun zoekt. In de Nederlandse context zou Lucy een wat oudere huisarts zijn, gelet op de ampele middelen die haar ter beschikking staan, de wat cynische grondhouding en haar therapie (advisering). Zelfs Lucy is echter kwetsbaar. Haar kwetsbaarheid zit in de liefde die haar afhankelijk maakt van een ander. De magie van Schulz is dat hij haar tegenover Schroeder zet, die bijna autistisch leeft in zijn muziekwereld. De vrouw die alles kan beheersen krijgt Schroeder er niet onder, wat ze ook probeert. De ‘gesprekken’ met Schroeder zorgen ook voor heel veel vertederende momenten, doordat Lucy, die anders wellicht een eendimensionaal en monsterlijk karakter zou zijn, heel menselijk wordt. Het onderlinge spel tussen krachten en kwetsbaarheden, overwinningen en frustraties, maken van Peanuts een strip die over het leven gaat en daarvoor inderdaad archetypen aanvoert, maar geen eendimensionale archetypen. Dit ondanks het feit dat de stripfiguren in het oog springende eigenschappen hebben, zoals intellectualisme (Linus), fantasie (Snoopy), macht (Lucy), overlevingsinstinct (Peppermint Patty) of authenticiteit (Charlie). Met authenticiteit bedoelen wij dat Charlie Brown trouw aan zichzelf blijft door zijn twijfels en angsten recht in de ogen te kijken. Hij wil of kan niet vluchten in fantasie, macht of afhankelijkheid, en kan dus niet anders dan met de moed der wanhoop elk jaar maar weer de aanloop naar Lucy's bal nemen. Zo ontstaat gaandeweg een genuanceerder beeld van Charlie Brown. Charlie is niet ‘dom’, hij is hooguit sociaal onhandig of extreem naïef. Soms komt hij met prachtige – zij het vaak tot zichzelf gerichte – relativerende uitspraken. Deze zelfkennis is strijdig met zijn vermeende domheid. Van de andere kant is hij echter niet zo complex om Lucy dwars te zitten met zijn naïviteit. Maar wat drijft Charlie ertoe om keer op keer terug te gaan naar de psychiater? Opvallend is dat Charlie doodgewone vragen aan Lucy stelt: waarom pieker ik zo over morgen? Waarom voel ik me schuldig? Waarom negeren mensen me? Dat zijn zeker geen domme, maar heel gewone, universele vragen. De strip presenteert een metafoor voor de manier waarop mensen omgaan met zingevingsvragen. We hebben de neiging om ons te wenden tot iedereen die zich hult in het gewaad van autoriteit. We willen bedot worden. Maar Charlie is niet zomaar een volgeling zonder ruggengraat of eigenheid: je ziet zijn worsteling, je ziet hoe hij zich ook verzet tegen de streken van Lucy, hoe hij zich voorneemt haar te overwinnen (‘just wait ‘til next year!’), hoe hij soms terecht in de hulpverlener teleurgesteld is. Wat je ziet, is een mens die – zoals iedereen – worstelt met het leven: [in verband met auteursrechtelijke aspecten is deze afbeelding niet online beschikbaar]

De sleutel zit in ‘hoop’, zoals wij eerder schreven, en vooral in het trouw blijven aan zichzelf, zijns ondanks. Hij bevindt zich regelmatig ergens tussen het troostrijke ‘hoop doet leven’ en de afgrijselijke ‘torture of hope’ (met dank aan Edgar Allen Poe). Het is dit pendelen tussen troostrijke en pijnlijke hoop dat Charlie Brown steeds doet terugkeren naar psychiater Lucy. Zij toont Charlie Brown de betrekkelijkheid van zijn strevingen, als is ze de draagster van een onverbiddelijke waarheid. Maar Charlie erkent geen waarheid die onverbiddelijk is, want er is nu eenmaal altijd een soort hoop, de pijnlijke dan wel de troostrijke variant. Lucy's hulpverlening is daarmee deels te beschouwen als een illustratie van macht, en deels is zij de ‘boodschapper van het slechte nieuws’: de harde confrontatie met onwil, onveranderlijkheid en verstarring. Charlie Brown lijkt onsterfelijk in zijn diepmenselijke worsteling met hoop, naïviteit, argeloosheid en behoefte aan ‘verlossing’. In zijn kern is Charlies vertwijfeling eindeloos, zoals die van de meeste mensen die voor de eerste keer zingevingsvragen onder ogen durven zien. Het is dapper van Charlie dat hij bereid is die fundamentele vragen keer op keer te blijven stellen. In die zin is hij in hoge mate een authentiek mens. Een realist ook, die desondanks persisteert in een streven zijn wensen en verlangens te doen uitkomen. Natuurlijk, in zekere zin is hij een loser, maar hij is dat uitsluitend in zijn eeuwige falen om boven de middelmaat uit te stijgen. Dat heeft hij gemeen met de hele middenklasse, waaraan hij sterk verwant is. De middenklasse biedt – net als de kinderwereld – aan de ene kant veiligheid, maar vraagt anderzijds een hoge prijs: vertwijfeling. Charlie Brown is de held van het stille verzet daartegen. Zo kent ook middelmatigheid haar eigen helden, met Charlie Brown voorop. Een ‘held’ wiens vertwijfeling iedereen herkent, maar voor wie in het echte leven nauwelijks applaus zou zijn. Op 14 december 1999 kondigde de 77-jarige Schulz zijn afscheid aan. Met spijt in het hart. Na bijna vijftig jaar tekenen – Schulz tekende alles zelf – was zijn tekenhand bibberig geworden en zijn ogen zeer slecht. Het kón gewoon niet meer. Op 12 februari 2000 ging Charles Schulz heel vroeg naar bed. Het regende die nacht hard in Santa Rosa, California. Om kwart voor tien 's avonds overleed hij, luttele uren voor de allerlaatste Peanutsaflevering in de krant zou staan. Het leven van Charles Schulz was immer verstrengeld met zijn kunst. Op het moment dat er een einde kwam aan zijn leven als cartoonist, stierf hij ook daadwerkelijk. overloop kennistoets pag 689 De toetsvragen zijn afkomstig van de Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoetsen van de SVUH. De vragen zijn altijd als juist/onjuist geformuleerd. De antwoorden worden verzorgd door de afdeling Productontwikkeling & Implementatie van het NHG. Correspondentie over de vragen is mogelijk via: Secretariaat SVUH, rubriek H&W, Postbus 20072, 3502 LB Utrecht of per e-mail: secretariaat@svuh.knmg.nl

Literatuur

  • 0.Geel R, Fuchs RH. Schijnhelden en nepschurken (Beschouwingen over het beeldverhaal). Amsterdam: Meulenhoff, 1973:41-69.
  • 0.Kaal R. Hiëroglyfen. Amsterdam: De Harmonie, 1977.
  • 0.Short RL. Het evangelie naar de peanuts. Baarn: Bosch & Keuning, 1973.
  • 0.Schulz Charles M. You're my hero Charlie Brown; Have it your way, Charlie Brown; Who was that dog I saw you with, Charlie Brown?; You're a pal, Snoopy; Take it easy, Charlie Brown; Don't give up, Charlie Brown; You're a brave man, Charlie Brown; Hey Peanuts!; The wonderful world of Peanuts; Nobody's perfect, Charlie Brown. Greenwich (Conn): Fawcett Crest.
  • 0.www.schulzmuseum.org/home.html Kennistoets

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen