Wetenschap

Diagnostische criteria bij diabetes

Door
Gepubliceerd
20 mei 2001

De Hoorn-studie heeft al een groot aantal proefschriften opgeleverd. Voor diabetesonderzoekers is het cohort Hoornse inwoners (>50,

  • volgens de WHO-criteria uit 1985, waarbij zowel een nuchtere glucose wordt geprikt als een 2-uursglucose na een standaardhoeveelheid glucose (diabetes bij n-bls = 7,8 of 2-uurs-bls = 11,l; impaired glucose tolerance bij n-bls
  • de ADA-97-criteria, waarbij alleen een nuchtere glucose wordt geprikt (diabetes = 7,0 mmol en impaired fasting glucose bls 6,1-7,0).
  • Met beide diagnostische criteria worden evenveel diabeten gevonden, maar het zijn wel voor 30 procent andere mensen. Bij de overleving zijn er verschillen tussen de groep patiënten met een gestoorde glucosetolerantie en die met een gestoorde nuchtere glucose. Naarmate de glucosespiegel hoger is, neemt de mortaliteit toe. Een van de aardigste stukjes voor praktiserende huisartsen is het hoofdstuk over het verloop: wie krijgt er in de loop van zes jaar diabetes? Bij een normale bloedsuiker bij aanvang is dat, afhankelijk van de criteria, 6,1-9,9 procent, bij een IFR of IGT 33 procent en bij aanwezigheid van IGT en IFR maar liefst 64 procent. De ook in de NHG-standaard gebruikte ADA-criteria halen een kleine groep patiënten met een hoog risico (alleen een gestoorde 2-uursglucose) er niet uit. De auteurs bevelen echter niet aan om toch weer iedereen een belastingstest aan te doen. Het is immers niet duidelijk of het behandelen van die gestoorde 2-uursglucose wel enig effect op het optreden van complicaties heeft. Kortom, een aardig proefschrift voor de huisartsen-diabetologen. De overige huisartsen zien wellicht te zijner tijd de weerslag van dit onderzoek in de herziene NHG-standaard.

    Reacties

    Er zijn nog geen reacties.

    Verder lezen