Casus
Patiënt: Een 73-jarige man meldt zich bij de huisarts.
Voorgeschiedenis: Diabetes mellitus type 2, COPD Gold IID, hypertensie, osteopenie.
Medicatie: Umeclidinium/vilanterol 1 dd 55/22 microg per inhalatie, losartan 1 dd 50 mg, metoprolol MGA 1 dd 100 mg, calcium/vitamine D 1 dd 500/800 mg, metformine 2 dd 500 mg.
Anamnese: Drie dagen geleden reed de patiënt in de auto door zijn eigen wijk, zijn vrouw zat naast hem. Plotseling reageerde hij niet meer en raakte hij op de andere weghelft. Hij zag koplampen op zich afkomen en vanaf dat moment was hij dus weer bij kennis. Hij kon zelf nog tijdig corrigeren en bracht de auto zonder schade tot stilstand. Er waren geen prodromale verschijnselen, geen tongbeet, trekkingen of urineverlies. Het echtpaar heeft op dat moment geen verdere hulp ingeschakeld. Afgelopen dagen ervoer hij geen klachten meer. Met name zijn vrouw wil graag weten wat er aan de hand was en kwam ook mee naar het spreekuur.
Lichamelijk onderzoek: Bloeddruk 153/98 mmHg, pols 94/min, regulair. Saturatie 93%. Temperatuur 37,1 ° C. Hart: normale tonen, geen souffle. Longen: symmetrisch, vesiculair ademgeruis, met verlengd expirium en brommende expiratoire rhonchi (bekend). Enkels: gering oedeem, onveranderd. Kuiten geen DVT-tekenen.
De huisarts vindt de wegraking vreemd. Er is geen sprake van een duidelijk vasovagale genese. De patiënt gebruikt voor zijn DM2 alleen metformine en daarmee is een hypoglykemie onwaarschijnlijk. Zij besluit verder onderzoek te doen. Ze maakt onder meer een ecg.
Opgave
➤ Het antwoord leest u hier.
Literatuur
Reacties
Er zijn nog geen reacties.