Samenvatting
Onlangs verscheen het rapport ‘Diabeteszorg in de eerste lijn; werk in uitvoering’. Onderdeel daarvan vormt het advies voor de eerstelijns Diabetes-DBC, opgesteld door de Nederlandse Diabetes Federatie, zodat zowel professionals als patiënten inspraak hadden. Dit ‘model-DBC’ blijkt echter niet altijd even transparant te zijn voor de huisarts, reden voor In de praktijk om een poging te wagen de DBC te ‘versimpelen’.
Zoveel mensen, zoveel wensen
Helaas, het voor iedereen geldende plaatje bestaat niet als het gaat om de diabeteszorg. De onderlinge verschillen tussen de Nederlandse huisartsenpraktijken zijn dusdanig groot dat toch altijd een inschatting moet worden gemaakt van de eigen situatie. Niet iedereen heeft een praktijkondersteuner die is gespecialiseerd in diabetes. Niet overal zijn gelijkluidende afspraken gemaakt met oogartsen of internisten. Meer dan tijdindicaties (en af en toe open vakjes) kunnen dan ook niet worden gegeven. Maar de indicaties zijn toch ook niet uit de lucht gegrepen: een werkgroep van de DiHAG heeft deze gemaakt op grond van ruggespraak met diverse huisartsen uit haar netwerk. Het invulmodel geeft de huisarts dan ook een goed houvast bij de onderhandelingen met de zorgverzekeraars.
Eerst de gebruiksaanwijzing!
In de tabellen zijn, zoals gezegd, tijdindicaties gegeven. Steeds wordt begonnen met de totaaltijd die huisarts en paramedicus (praktijkverpleegkundig/praktijkondersteuner, diabetesverpleegkundige, diëtiste) kwijt (kunnen) zijn aan het bedoelde onderdeel van de zorg, waarna een uitsplitsing wordt gegeven per deelactiviteit. Daar waar sprake is van de opmerkingen ‘overlap’ of ‘aanvullend’ kan de geïndiceerde tijd worden aangepast aan de praktijksituatie.
- Er is een onderverdeling gemaakt in de zorg in het eerste jaar van de diagnosestelling (tabel 1 en 2) en de zorg voor de stabiele patiënt in daaropvolgende jaren (tabel 3 en 4). Zelfcontrole en instelling op insuline vinden zowel plaats in het eerste jaar van de diagnosestelling als in de stabiele fasen. Zowel in tabel 2 als in tabel 4 zijn daarvoor dus tijd- en taakverdelingen opgenomen.
- Bovendien is een onderverdeling gemaakt in de handelingen die altijd worden doorberekend bij alle diabetespatiënten, dus ook als ze niet van toepassing zijn (tabel 1 en 3), en de handelingen die alleen worden doorberekend als ze daadwerkelijk van toepassing zijn (tabel 2 en 4). Bij deze laatstgenoemde handelingen moet de huisarts dus een schatting maken van de frequentie en werksituatie in de eigen praktijk en aan de hand daarvan de tijdinvestering bepalen.
- Na berekening van de handelingen in tabel 2 en 4, geeft een optelling van de tijdinvesteringen van tabel 1 en tabel 2 de totale gemiddelde tijd die huisarts en paramedici kwijt zijn in het eerste jaar van de diagnosestelling, en een optelling van de tijdinvesteringen van tabel 3 en 4 de totale gemiddelde tijd die huisarts en paramedici jaarlijks kwijt zijn na het eerste jaar van de diagnosestelling.
Tijdinvestering bij een NIEUWE PATIËNT in het eerste jaar van de diagnosestelling
Handelingen per patiënt; altijd doorberekenen1 | % van patiënten | Tijdinvestering medicus (min) | Tijdinvestering paramed. (min) | Opmerking |
---|---|---|---|---|
Diagnostiek | totaal | 40 | 40 | |
Diagnose stellen | 100% | 20 | 0 | |
Diagnose meedelen | 100% | 10 | 0 | |
Informatie geven over ziektebeeld | 100% | 10 | 40 | aanvullend |
Hart- en vaatziekten | 100% | 10 tot 20 | 10 | overlap |
Voeten (onderzoek en verzorging) | 100% | 10 | 20 | overlap |
Ogen | 100% | 5 | 0 | |
Bespreking uitslagen | 100% | 10 met patiënt 5 met paramed. | 10 met patiënt 5 met medicus | aanvullend gezamenlijk |
15 | 60 | aanvullend | ||
Dieet/voeding | 100% | 5 | ||
Beweging | 100% | 5 | ||
Stoppen met roken | 25 tot 30% | 5 | ||
15-30 | 15-30 | |||
Glucose, tensie, lipiden | 90% | 15-30 | 15-30 | aanvullend |
Driemaandelijkse controles | 100% | 3x20 | ||
Overleg arts-paramedicus | 100% | 3x5 | 3x5 | gezamenlijk |
Verwijzing oogheelk. onderzoek | 90% | 0-5 |
- De in deze tabel gegeven tijdindicaties gelden voor alle met diabetes gediagnosticeerde patiënten; er is dus een omslag gemaakt bij de gehanteerde percentages. Bijvoorbeeld: als de patiënt rookt, moet een stoppen-met-rokentraject worden gestart dat de huisarts per patiënt 15 tot 20 minuten zal vergen; bij 25 tot 30 procent rokende patiënten komt dit dus neer op gemiddeld 5 minuten per patiënt.
- De diëtetiek en leefstijladviezen – voor een goede diabeteszorg essentieel – zullen de paramedici tezamen ongeveer een uur per jaar kosten. Hier is geen verdeling van de tijd over de verschillende onderdelen aangegeven.
Handelingen per patiënt; alleen voor zover van toepassing doorberekenen1 | % van patiënten | Tijdinvestering medicus (min) | Tijdinvestering paramed. (min) | Opmerking |
---|---|---|---|---|
Indicatie stellen | 5 tot 10% | 10 | ||
Uitvoering | 5 tot 10% | 30 | ||
Bespreken uitslagen | 5 tot 10% | 30 | ||
Indicatie stellen | 5 tot 10% | 20 | ||
Instellen op insuline | 5 tot 10% | 45 | ||
Bespreken uitslagen | 5 tot 10% | 10 | 45 | |
Advies voeding | 5 tot 10% | 45 | ||
Tussentijdse evaluatie insulinegebruik | 5 tot 10% | 10 | 10 |
- De in deze tabel gegeven tijdindicaties gelden alleen voor die patiënten bij wie de genoemde handeling van toepassing is. Bijvoorbeeld: slechts 5 tot 10 procent van de nieuw met diabetes gediagnosticeerde patiënten moeten op zelfcontrole of insuline worden ingesteld, maar áls dat moet gebeuren kost dat veel tijd. De huisarts moet zelf een inschatting maken van de frequentie en taakverdeling in de eigen praktijksituatie en aan de hand daarvan de jaarlijkse tijdinvestering vaststellen.
Tijdinvestering bij een STABIELE PATIËNT in de jaren na de diagnosestelling
Handelingen per patiënt; altijd jaarlijks doorberekenen1 | % van patiënten | Tijdinvestering medicus (min) | Tijdinvestering paramed. (min) | Opmerking |
---|---|---|---|---|
Dieet/voeding | 100% | |||
Beweging | 100% | |||
Stoppen met roken | 10 tot 15% | |||
Medicamenteus | subtotaal | 10 | 30 | |
Glucose, tensie, lipiden | 95% | 10 | 30 | |
Driemaandelijkse controles | 100% | 3x20 | ||
Overleg arts-paramedicus | 100% | 3x5 | 3x5 | gezamenlijk |
Voetonderzoek | 90% | |||
Risico’s hart- en vaatziekten | 100% | |||
Fundusonderzoek | 80% | |||
Besprekingen uitslagen | 100% | |||
- Ook hier gaat het weer om alle met diabetes gediagnosticeerde patiënten en is dus een omslag gemaakt bij de gehanteerde percentages (zie tabel 1, noot 1).
- Zie tabel 1, noot 2.
- De uitvoering van de jaarcontrole zal gemiddeld circa 20 tot 25 minuten per patiënt vergen; een exacte verdeling over de verschillende onderdelen ervan is niet gegeven. Na de controle zal de huisarts de uitslagen bespreken met de patiënt en over het beleid overleg plegen met de paramedicus die het beleid uitvoert.
Indicatie stellen | 5 tot 10% | 10 | ||
Uitvoering | 5 tot 10% | 30 | ||
Bespreken uitslagen | 5 tot 10% | 30 | ||
Indicatie stellen | 5 tot 10% | 20 | ||
Instellen op insuline | 5 tot 10% | 45 | overlap | |
Bespreken uitslagen | 5 tot 10% | 10 | 45 | |
Advies voeding | 5 tot 10% | 45 | ||
Tussentijdse evaluatie insulinegebruik | 5 tot 10% | 10 | 10 | overlap |
Reacties
Er zijn nog geen reacties.