In het jaar 2000 begon ik met de opleiding geneeskunde. Binnenkort, over twee weken om precies te zijn, ben ik niet meer in opleiding. Dat voelt bevrijdend en beangstigend tegelijk. Bevrijdend omdat ik na dertien jaar genoeg ben beoordeeld, voldoende leerdoelen heb geformuleerd en onderhand weleens voor ‘vol’ wil worden aangezien. Beangstigend omdat ik niet meer kan terugvallen op een opleider, een opleidingsinstituut en al die professionals die zich om mij en mijn opleiding bekommeren. Toch geeft het feit dat ik alle toetsen met goed gevolg heb afgelegd me vertrouwen. En ik ben wat afgetoetst de afgelopen 13 jaar, ook tijdens de opleiding tot huisarts. Van alle toetsen zal vooral de consultvoeringstoets me bijblijven.
Er zijn meerdere toetsingsmomenten om de huisarts-in-opleiding te beoordelen, zoals: landelijke huisartsentoetsen, presentaties op de universiteit, functioneren tijdens de diensten en het beoordelen van consulten die op video zijn opgenomen. Dit laatste noemt men de consultvoeringstoets. Het is een leerzame manier van beoordelen, maar soms ook lastig. Het besef dat de camera draait geeft een mate van zelfbewustzijn die de consultvoering soms in de weg kan zitten. Aan de andere kant heb ik op mijn video’s de meest bruikbare kritiek gehad gedurende mijn opleiding.
In oktober moesten de derdejaars huisartsen-in-opleiding hun consultvoeringstoets inleveren bij de docenten van de universiteit. Dit is een van de laatste beoordelingen van de opleiding. De bedoeling is dat het spreekuur een uur lang wordt vastgelegd op film. Het is niet toegestaan om van meerdere dagen een ‘the best of’ film te maken, omdat er dan geen objectief beeld kan worden gevormd. Tevens moeten er in minstens twee consulten complexe problematiek aan bod komen. Met complexe problematiek worden chronische patiënten, patiënten met psychiatrische comorbiditeit of tegengestelde belangen van arts en patiënt bedoeld. Uiteraard moet van te voren worden gevraagd of de patiënt akkoord gaat met het vastleggen van het consult. Ik kreeg het idee dat naast je consultvoering ook je organisatiecapaciteiten werden getoetst, want het is nog een hele opgave om dit allemaal in een uur spreekuur voor elkaar te krijgen.
Ik besloot om op een vrijdagmiddag de toets op te nemen. Een paar patiënten die op de spreekuurlijst stonden kende ik al en ik had er vertrouwen in dat dit een goede toets zou opleveren. Alleen twijfelde ik over de eerste patiënt. Dit was een werkloze man van middelbare leeftijd die matig Nederlands spreekt, depressief is en waarbij het lastig is structuur in het consult te krijgen. Het is een hele opgave om de regie te houden en duidelijk te krijgen wat hij nu precies wil. Hij had me ook al een aantal keer onaangenaam verrast door op het einde van het consult een niet te negeren nieuwe klacht te melden. Zoiets als pijn op de borst of suïcidale gedachten. Kortom, niet het ideale consult om op te worden beoordeeld. Maar met de complexiteit zou het wel goed komen. Ik besloot om het consult op te nemen en duidelijk mijn structuur aan te houden. Dit lukte aanvankelijk aardig totdat de patiënt op het eind wederom een nieuwe derde klacht introduceerde. Er volgde een onvruchtbare discussie over het maken van een nieuwe afspraak voor deze klacht. Uiteindelijk verliet de patiënt mijn spreekkamer nadat we zijn derde klacht ook hadden besproken. Het voelde alsof ik een wedstrijd had verloren.
Ik zou later wel bedenken of ik het consult zou inleveren. Eerst maar verder met mijn spreekuur. De tweede patiënt was een vrolijke puber samen met haar moeder. Ze had een duidelijke klacht en het consult verliep soepel. Ik wilde aanvullend onderzoek voor haar aanvragen maar de formulieren lagen niet meer in mijn la. Nadat ik het consult had afgerond, liep ik samen met moeder en dochter naar de assistente om het formulier mee te geven. Bij het weggaan gaf de moeder mij een stevige hand en zei dat ze me zo’n prettige dokter vond. Ik glimlachte en moest de vraag onderdrukken of ze dat voor de camera wilde herhalen.
De andere consulten waren weer een uitdaging. Eén patiënte bleef ongerust over de steken in haar borst en de laatste barstte midden in het consult in tranen uit. Maar de consulten verliepen uiteindelijk prima. Deze consultvoeringstoets confronteerde me weer met de grote variatie die er in een middagspreekuur kan zitten. Ik leverde met een tevreden gevoel de toets in, met die complexiteit zou het wel goed komen. Na een week kreeg ik mijn beoordeling terug. Ook deze laatste toets was gehaald. Men had er vertrouwen in dat ik over een paar maanden klaar zou zijn voor het echte werk. Dan ga ik het zelf doen zonder toetsen en camera. En ik heb er zin in!
Siri Visser