De tonsillen in neus- en keelholte zijn kleine gebieden van lymfoïd weefsel. Ze maken deel uit van het lymfoïdstelsel en van de ring van Waldeyer. Het lymfoïde weefsel van de ring van Waldeyer ligt rond de toegang tot de voedsel- en de luchtwegen, en vormt zo een eerste barrière voor micro-organismen, die via de ingeademde lucht en het voedsel het lichaam binnenkomen. Het adenoïd en de tonsillen maken deel uit van het mucoïdgeassocieerde lymfoïde weefsel (MALT), dat een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van de immunologische afweer.
Een eenzijdig vergrote tonsil [
figuur 2] komt weinig voor in de Nederlandse huisartsenpraktijk. In een onderzoek heeft men 267 tonsillectomieën geanalyseerd, waarvan er bij 30 sprake was van asymmetrie.
3 De patiënten varieerden in leeftijd van 7 tot 84 jaar. Bij 80% van de 30 patiënten met een eenzijdig vergrote tonsil was de aandoening benigne en bij 20% was deze maligne.
Eenzijdige vergroting van de tonsil kan het gevolg zijn van een infectie, een chronische ontsteking en nieuwvormingen. Veruit de meest voorkomende infectieuze oorzaak van een eenzijdig vergrote tonsil is het dreigend peritonsillair abces. Wat betreft nieuwvormingen gaat het in de meerderheid van de gevallen om lymfomen of plaveiselcelcarcinomen [
figuur 1]. Zeldzamer zijn de plasmocytomen, leukemie en metastasen. Verschillende bevindingen zijn gerelateerd aan een vergrote kans op een maligniteit: cervicale lymfadenopathie, een klinisch verdachte tonsil (ulceratie, irregulariteit, abnormale pigmentatie) en de aanwezigheid van begeleidende systemische symptomen, zoals koorts, nachtzweten, dysfagie en gewichtsverlies.
4 Een ander onderzoek noemt als risicofactoren voor maligniteit leeftijd > 45 jaar, mannelijke geslacht, ulceratie van de tonsil, gewichtsverlies, nachtzweten en cervicale lymfadenopathie.
5 Een belangrijke bevinding uit dit onderzoek is dat er bij alle gediagnosticeerde maligniteiten tevens een hoge klinische verdenking voor maligniteit bestond. De Richtlijn Mondholte- en orofarynxcarcinoom van de Nederlandse Werkgroep Hoofd-halstumoren wijst op de statistisch significante relatie met roken en overmatig alcoholgebruik.
6
Bij kinderen met een asymmetrisch vergrote tonsil is de kans op een onderliggende maligniteit zeldzaam, maar niet uitgesloten. Onderzoekers hebben retrospectief twintigduizend tonsillectomieën bij kinderen beoordeeld, waarbij ze slechts bij zes patiënten een maligne lymfoom vonden.
7 Bij twee van de zes patiënten (33,3%) bleek de eenzijdig vergrote tonsil echter de enige klinische bevinding te zijn. Op grond hiervan concludeerden de onderzoekers dat men kinderen met een asymmetrisch vergrote tonsil nauwkeurig moet vervolgen, totdat de diagnose maligne lymfoom uitgesloten is.
De klachten van patiënten met een asymmetrisch vergrote tonsil zijn zeer aspecifiek. De meest voorkomende klacht is keelpijn, gevolgd door cervicale lymfadenopathie en dysfagie. Soms is er sprake van begeleidende algemene symptomen, zoals onverklaard gewichtsverlies, koorts, nachtzweten, verminderde eetlust en moeheidsklachten.
8 De anamnese draagt weinig bij aan de diagnose. Het lichamelijk onderzoek kan echter belangrijke aanvullende informatie geven, zoals asymmetrie van de tonsil, exofytische groei, kleur, ulceratie en de aanwezigheid van cervicale lymfadenopathie. Het is onduidelijk of aanvullend bloedonderzoek in de huisartsenpraktijk een toegevoegde waarde heeft. Huisartsen moeten de patiënt bij een klinisch verdachte tonsil voor een biopsie naar de kno-arts verwijzen. Verwijscriteria zijn:
In het beleid speelt de factor tijd een belangrijke rol. Een tijdelijk vergrote tonsil als gevolg van een virale of bacteriële infectie is meestal geen groot diagnostisch dilemma vanwege de korte duur van de klachten, de aanwezigheid van acute ziekteverschijnselen en de snelle genezingsduur. Bij een persisterende unilateraal vergrote tonsil, zeker als deze gepaard gaat met risicogedrag (roken en overmatig alcoholgebruik) en de patiënt ouder is dan 45 jaar, moeten huisartsen bedacht zijn op de aanwezigheid van een onderliggende maligniteit. In dat geval is het beter de patiënt door te verwijzen naar de tweede lijn voor aanvullend onderzoek en behandeling. Bij kinderen (
Conclusie
Terugkijkend is er in de eerste casus sprake van een doctors delay van enkele weken. Het persisterende karakter en het roken waren de belangrijkste redenen om de patiënt naar de kno-arts te verwijzen. In de tweede casus bleek dat de factor tijd een belangrijk diagnosticum is en dat histologisch onderzoek niet altijd tot definitieve conclusies leidt.
De derde casus illustreert dat ervaring telt! De huisarts was, wijs geworden door de eerste twee patiënten, alert op de mogelijkheid van een onderliggende maligniteit. Wat deze laatste casus nogmaals aantoont is dat een eenzijdig vergrote lymfeklier hoog jugulair helaas relatief vaak het eerste symptoom is van een reeds lymfogeen gemetastaseerde maligniteit in het hoofd-halsgebied.
Wat betekent dit nu voor de huisarts? Als u in de praktijk geconfronteerd wordt met een eenzijdig vergrote tonsil is dit reden om alert te zijn. Vervolg dit beeld bij afwezigheid van alarmsymptomen en verwijs de patiënt door als de symptomen aanhouden (arbitrair twee tot vier weken). Risicofactoren als leeftijd ouder dan 45 jaar, roken en overmatig alcoholgebruik bepalen mede het beleid. Als er tijdens het eerste consult al sprake is van een klinisch verdachte, eenzijdige vergrote tonsil, dan kunt u de patiënt voor aanvullende diagnostiek het beste doorverwijzen naar de tweede lijn.