Geweld tegen doktersassistenten

De NVDA stuurde vragenlijsten naar de 8000 leden en plaatste een bericht op Facebook. Van de 986 respondenten (van wie 82% werkzaam is in de huisartsenpraktijk) had 62% in de afgelopen twee jaar te maken met geweld. In 65% van de gevallen ging het om schelden en in 17% ging het om slaan, schoppen, spugen, dreigen met een mes of vuurwapen of iets kostbaars vernielen. Doktersassistenten voelden zich hierdoor angstig, boos en van slag; 6% gaf aan fysieke of langdurige klachten te hebben. Slechts 11% van de doktersassistenten gaf aan dat het geweld niets of weinig met hen deed.

De overgrote meerderheid (95%) meldde het geweld bij de werkgever. Eén op de vijf meldde het bij de politie, 11% deed aangifte. Deze werd in 78% van de gevallen direct opgenomen. Wanneer het geweld werd gemeld bij de werkgever, voelde 75% zich gesteund en kreeg 9% advies of hulp bij het doen van aangifte. De overige 16% voelde zich niet gesteund, omdat de werkgever niks deed.

Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg en Sport, beantwoordde op 12 maart 2019 Kamervragen naar aanleiding van dit rapport en benadrukte dat het wetvoorstel waarin staat dat geweld tegen zorgverleners strenger moet worden bestraft, ook geldt voor doktersassistenten.