Op 11 december 2003 presenteerden het NHG en de LHV het rapport Functie- en Taakomschrijving Huisartsenzorg. In dit rapport staat een goede beschrijving van de feitelijke zorgverlening door de huisarts. Gelukkig wordt de zorgverlening niet louter beperkt tot protocollering, standaardisering, delegatie en organisatie, maar wordt er ook waarde toegekend aan een contextgerichte benadering. De uitwerking hiervan vind ik echter te beperkt. Hoe kun je een toekomstvisie formuleren zonder te beschrijven vanuit welke waarden je werkt en welk mensbeeld je daarbij hanteert? Men zou ook andere zorgaspecten moeten onderscheiden: de betrokkenheid van de arts en de verantwoordelijkheid die de arts op zich neemt door hulp te verlenen. Als de huisarts op de hoogte is van de achtergrond en het dagelijks leven van een patiënt, kan hij de overwegingen van een patiënt om een bepaalde hulpvraag te stellen bespreken en bekritiseren. De huisarts kan samen met de patiënt een antwoord formuleren dat past bij de opvattingen van de patiënt en dat de huisarts medisch kan verantwoorden. Zo doet hij recht aan de uniciteit van de patiënt en voert hij medisch een beter beleid dan met de louter vraaggerichte attitude waarover het rapport spreekt. Ik ben ervan overtuigd dat velen het huisartsenvak niet primair kiezen om technische zorg te verlenen maar juist vanwege die aspecten in de zorg die de relatie met de patiënt bijzonder maken en die specifiek zijn voor de kwaliteit van de huisartsenzorg. Wat me verheugt in het rapport is dat men streeft naar een verzorgingsgebied van 10.000 tot 15.000 patiënten per huisartsenvoorziening. Dit opent het perspectief om de grote centrale huisartsenposten te verkleinen tot een werkgebied van 1 à 2 van dergelijke populaties. Dat zou een einde maken aan de anonimiteit van de patiënt en van de huisarts door de huidige grootschaligheid. Wim Klaassen
Reacties
Er zijn nog geen reacties.