Nieuws

Het ontstaan van de term ‘huisarts'

Gepubliceerd
1 juni 2023
Waarom spreek je in het Nederlands van een huisarts, in Duitsland van een hausartz, maar in andere omringende landen van general practitioner, médicin de famille, medico de familia of medico generale?
0 reacties
Jan Steen - ‘Het zieke meisje’ (1660)
Jan Steen - ‘Het zieke meisje’ (1660)

Dat heeft waarschijnlijk te maken met de etymologie van het woord arts, waar Lindeboom in 1986 in het NTvG over schreef.1 Het woord ‘arts’ komt van het Griekse ‘iatros’, wat later verlatijnst is tot archiater en arts. In de middeleeuwen hadden vorstenhoven in het Midden-Europese deel van het grote Frankische Rijk een opperarts, die archiater werd genoemd. Dat was niet het geval in het Franse Westerse deel van Europa, waar gesproken werd van médicin of physician.

‘Het zieke meisje’ van Jan Steen
‘Het zieke meisje’ van Jan Steen

1660: Het zieke meisje Jan Steen

Hier baet geen medecyn,want het is minnepijn2

Een dokter komt op huisbezoek bij een jonge vrouw en controleert de hartslag aan haar pols – tot zover niks geks. Maar er is weinig alledaags aan deze scène van Jan Steen. Kijkers in de zeventiende eeuw zagen het meteen: het is een klucht. Het meisje is niet echt ziek; ze beduvelt de dokter. Hij is een ouwe knoeier, herkenbaar aan hopeloos ouderwetse kleding. Op de grond staat een mand met daarin een urinaal, om plas te bestuderen. De uroscopie werd in die tijd al niet meer serieus genomen en in het ‘piskijken’ herkende de eigentijdse toeschouwer dan ook een kwakzalver. Het meisje, chic gekleed en met een zwarte ‘mouche’ op haar slaap (een stukje opgeplakt zwart textiel dat diende om de blankheid van de huid mooi uit te laten komen), heeft ‘minnepijn’, ofwel furor uterinus; een op drift geraakte, oververhitte baarmoeder. Het enige wat helpt: zo gauw mogelijk met een man naar bed.

Cupido
Beeldje van cupido

Om misverstanden over deze komische betekenislaag te voorkomen, is het gordijn van het hemelbed achter de jonge vrouw alvast opengeslagen, maakt een vrouw in de achtergrond een vuurtje warm en staat op de schouw een beeldje van cupido, klaar om zijn liefdespijlen te schieten. Jan Steen schilderde zeker 20 versies van doktersbezoeken, allemaal met een dikke knipoog naar de kijker: hier speelt zich iets anders af dan je op het eerste gezicht denkt.2

Het huisbezoek in de schilderkunst

In de negentiende eeuw werden door artsen voornamelijk huis bezoeken afgelegd. Over het huisbezoek in de kunst is in 1979 een mooi artikel geschreven in H&W door kunsthistoricus Bedaux.3

De term huisarts bestaat ruim 100 jaar volgens oud-H&W-redactielid Bremer.4 In de negentiende eeuw werd al gesproken van arts of algemeen practicus, en burgers hadden het over huisdokter. Volgens de Van Dale is een betekenis van huis ‘uit een voorname familie komen’, zoals ‘van goeden huize komen’. Vroeger hadden dergelijke families lijfartsen. Mogelijk is het gebruik van ‘huis’ daaruit voortgekomen, zo schrijft ook Bremer.4

Iris Wichers, senior wetenschappelijk medewerker NHG en Wieteke van Zeil, kunsthistorica en journalist bij de Volkskrant.

Literatuur

  • 1.Lindeboom GA. De benaming ‘arts’ in historisch perspectief. Ned Tijdschr Geneeskd 1986;130:364-7.
  • 2.Catalogustekst van het Mauritshuis. Website: (geraadpleegd op 13 april 2023). https://www.mauritshuis.nl/ontdek-collectie/kunstwerken/167-het-zieke-meisje/
  • 3.Bedaux JB. Het huisbezoek in de schilderkunst. Huisarts Wet 1979;22:469-75.
  • 4.Bremer GJ. De term huisarts. In: Aulbers BJM, Bremer GJ [red.]. De huisarts van toen. Een historische benadering. Rotterdam: Erasmus Publishing, 1995.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen