Wetenschap

Hoe lezen en waarderen aios huisartsgeneeskunde Huisarts en Wetenschap?

Gepubliceerd
20 mei 2008

Samenvatting

Jongebreur JA. Hoe lezen en waarderen aios huisartsgeneeskunde Huisarts en Wetenschap? Huisarts Wet 2008;51(6):277-9. Inleiding Een lezersonderzoek onder huisartsen in opleiding (aios) is nooit eerder verricht, terwijl hun mening belangrijk is voor de toekomst van H&W. Daarom vroeg ik aan alle aios huisartsgeneeskunde wat zij van H&W vonden door middel van een internetenquête. Methode Ik stuurde 1556 aios van alle 8 opleidingsinstituten een e-mail met een link naar de enquête. Deze bestond uit 11 meerkeuzevragen en een open vraag. Resultaten In totaal vulden 432 aios de enquête in, een respons van 28%. Van de respondenten krijgt 97% H&W thuis; 80% noemt H&W interessant, goed leesbaar en informatief. De best scorende rubriek is de NHG-Standaard, de minst scorende rubriek het NHG-nieuws. Tijdens het onderwijs op de instituten en tijdens leergesprekken in de praktijk wordt H&W door ruim 50% minder dan eenmaal per maand gebruikt. Beschouwing Hoewel H&W onder aios goed scoort kan het tijdschrift meer worden gebruikt tijdens het onderwijs. Sommige rubrieken verdienen een opknapbeurt. Ook ingezonden stukken van aios zelf zijn zeer welkom, dat gebeurt nu nog te weinig.

Wat is bekend?

• Bijna alle aios huisartsgeneeskunde krijgen H&W thuis. • Rubrieken als de NHG-Standaarden zijn onder aios populair omdat veel vragen van de kennistoets erop gebaseerd zijn.

Wat is nieuw?

• H&W verrichtte nog nooit een lezersonderzoek onder aios en het is ook het eerste lezersonderzoek dat door middel van een internetenquête werd afgenomen. • Alle respondenten lezen H&W en waarderen het, maar het blad zou meer bij het onderwijs betrokken moeten worden.

Inleiding

Het bestaansrecht van Huisarts en Wetenschap (H&W) berust voor een groot deel op de belangstelling van de doelgroep: huisartsen. Incidenteel vinden er daarom lezersonderzoeken onder huisartsen plaats.1 Onder de toekomstige generatie huisartsen, de huisartsen in opleiding (aios), is nog geen lezersonderzoek verricht. Hun mening als lezers, toekomstige onderzoekers en misschien wel redactieleden is echter misschien nog wel belangrijker dan die van huisartsen die al langer praktiseren. Om vast te stellen of aios H&W lezen en hoe ze het beoordelen, verzocht ik hen een vragenlijst in te vullen. Ik wilde ook achterhalen of en hoe de aios de informatie uit het blad in de dagelijkse praktijk gebruiken.

Methode

Procedure en populatie

Verspreid over juni, juli en augustus 2007 stuurde ik 1556 aios van alle 8 opleidingsinstituten een e-mail waarin ik hen uitnodigde deel te nemen aan dit onderzoek. In die e-mail stond eveneens een link naar de online-enquête.

Enquête

Om de vragen van deze online-enquête op te stellen, maakte ik gebruik van een recent artikel over het opstellen van web-based enquêtes.2 De enquête bestond uit elf meerkeuzevragen en één open vraag. Zo kregen de aios enkele vragen voorgelegd over hun opleidingsinstituut en het opleidingsjaar waarin ze zaten. Daarnaast moesten ze enkele vragen beantwoorden over hun leesgedrag met betrekking tot H&W, het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) en Medisch Contact (MC), en de tijd die ze daaraan besteden. Ik vroeg hen ook welke typering van H&W het best bij hun mening aansluit. Ze konden kiezen uit tegengestelde omschrijvingen, bijvoorbeeld: interessant – saai. Daarna volgden vragen over de bruikbaarheid van H&W in de praktijk, bijvoorbeeld tijdens leergesprekken en op de terugkomdagen. Komen er genoeg verschillende onderwerpen aan bod? Vinden aios de gepubliceerde onderzoeken interessant? Tot slot konden de aios een oordeel geven over de verschillende rubrieken. Lezen ze die en zo ja, wat is hun oordeel daarover? De aios konden aangeven wat ze zich nog herinnerden van de laatste H&W die ze gelezen hadden.

Resultaten

Van de 1556 aios vulden 432 de enquête in – een respons van 28%. Van deze respondenten zat 42% in het derde jaar van de opleiding, 29% in het tweede jaar en 29% in het eerste jaar. Tabel 1 geeft het aantal respondenten weer per universiteit.

Tabel1Aantal aios per instituut die per e-mail een uitnodiging kregen en het aantal reacties per instituut
InstituutnResponsRespons %
Amsterdam AMC2536023
Amsterdam VU191137
Groningen1504832
Leiden1766939
Maastricht1424934
Nijmegen2486124
Rotterdam1917036
Utrecht2056230
Totaal155643228

Leesgedrag

Van alle respondenten krijgt 97% het blad thuis op de mat en op een enkeling na leest iedereen H&W ook (98%). De tijd die de aios daarin steken varieert. De grootste groep leest een half uur tot een uur in H&W, een klein deel neemt meer tijd (tabel 2). Bijna de helft (46%) leest het NTvG en veel respondenten (83%) lezen ook MC. Daar steken ze minder tijd in dan in het lezen van H&W, gemiddeld zo’n 10 tot 30 minuten per nummer.

Tabel2Leestijd voor H&W en percentage aios per leestijd
Leestijd% aios
5
10-30 minuten22
30-60 minuten38
1-2 uur27
> 2 uur8

Oordeel over de inhoud

Vier van de vijf aios vinden H&W interessant, goed leesbaar en informatief. Een even grote meerderheid noemt de gepubliceerde onderzoeken interessant, terwijl 15% ze oninteressant vindt. De overgrote meerderheid (89%) is van mening dat er in de onderwerpen voldoende variëteit is. Het blad wordt door 40% als behoudend betiteld, tegen 31% vooruitstrevend.

Bruikbaarheid in de praktijk

H&W blijkt nuttig te zijn bij het werk in de praktijk, 65% beoordeelt dit aspect als ‘goed’. Acht procent vindt dat ze bij hun dagelijks werk weinig tot helemaal niets aan het blad hebben.

Gebruik van H&W tijdens het onderwijs

Tijdens terugkomdagen op het instituut (eenmaal per week) doen de aios niet veel met de informatie uit het blad. Achtendertig procent van de aios gebruikt het nooit en 52% minder dan 1 keer per maand. Ook voor het onderwijs in de praktijk, bijvoorbeeld bij de leergesprekken, wordt H&W weinig gebruikt; 25% gebruikt het nooit en 58% minder dan eenmaal per maand.

Waardering van H&W-rubrieken

Bijna alle respondenten (94%) lezen de NHG-Standaarden en geven deze het oordeel ‘goed’. Een andere rubriek die goed scoort is de kennistoets (85% geeft het oordeel ‘goed’). Sommige rubrieken, zoals het NHG-nieuws, worden niet goed gelezen (36% leest ze niet) en krijgen geen goede beoordeling. Hetzelfde geldt voor de POEM’s, de boekbesprekingen en de ingezonden brieven (zie tabel 3).

Tabel3Waardering van verschillende rubrieken in H&W. Welke rubrieken worden gelezen en hoe worden deze beoordeeld?
Niet gelezen %Gelezen, matige waardering %Gelezen, goede waardering %
Journaal242749
Onderzoeken93952
NHG-Standaard1396
Kennistoets7588
In de praktijk101971
NHG-nieuws393823
POEM462331
Cochrane-review232057
Boekbespreking462628
Ingezonden brieven422929

Wat blijft hangen van het laatste nummer?

Als antwoord op deze open vraag noemen veel aios de NHG-Standaard Acne. Enkele andere antwoorden: ‘De laatste weken had ik het erg druk’, ‘de nieuwe standaard’ of ‘net terug van vakantie’.

Beschouwing

H&W scoort goed onder aios. Ze hebben bijna allemaal een abonnement en bijna iedereen leest het ook. De tijd die ze daarin steken varieert, sommigen gaan er eens echt voor zitten. Opvallend veel aios lezen ook Medisch Contact en bijna de helft leest het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. H&W beoordelen ze als interessant, goed leesbaar en informatief. De informatie en artikelen zijn in de spreekkamer goed bruikbaar, maar tijdens de terugkomdagen en het contact met de opleider en, de leergesprekken wordt het blad nog niet veel opengeslagen. Een gemiste kans? De oordelen van de aios over de verschillende rubrieken lopen uiteen. De NHG-Standaard is erg populair en de kennistoets, de gepubliceerde onderzoeken en In de praktijk scoren ook goed. Andere rubrieken waarderen ze een stuk minder. De respons van 28% is voor een per e-mail uitgezette enquête geen slechte score.3 Het is echter mogelijk dat er zich onder de non-responders (72%) meer niet-lezers bevinden dan onder de responders, wat een vertekening van de cijfers kan geven. Bij H&W zijn er niet veel lezersonderzoeken gedaan onder zittende huisartsen. Het meest recente dateert uit 2000.1 Toen bleek uit een uitgebreid onderzoek onder verschillende groepen huisartsen (geen aios) dat zij H&W waardeerden, maar ook saai en moeilijk leesbaar vonden. De NHG-Standaard scoorde ook toen goed. Op basis van dit onderzoek zijn indertijd enkele punten geformuleerd die de leesbaarheid van H&W zouden vergroten. Zo introduceerde de redactie bijvoorbeeld het kader ‘Wat is er bekend? Wat is er nieuw?’ bij de rubriek onderzoek. De richtlijnen voor auteurs werden verscherpt en de website kreeg een opknapbeurt. Uit het huidige lezersonderzoek blijkt dat aios H&W niet saai vinden en het ook als goed leesbaar beoordelen. Een duidelijke vooruitgang dus. Hoewel H&W goed ligt bij de aios, wordt het niet veel bij het onderwijs gebruikt. De redactie zou aios meer kunnen betrekken bij het blad door ze bijvoorbeeld POEM’s, besprekingen van Cochrane-reviews of commentaren te laten schrijven, die vervolgens ook gepubliceerd worden. Opleiders kunnen aios ook stimuleren om in de onderwijsgroepen vaker onderzoeksartikelen te bespreken. Daar ligt een taak voor de opleidingen. Een sterke kant van dit aios-lezersonderzoek is het aantal respondenten, zeker omdat het om een per e-mail uitgezette enquête gaat. Om een zo groot mogelijk aantal respondenten te krijgen heb ik de lengte van de enquête beperkt. Daardoor en vanwege de opzet van de antwoordopties, bijvoorbeeld door tegengestelde omschrijvingen (saai – interessant) te gebruiken, konden de respondenten hun antwoorden niet nader specificeren of nuanceren. Het is duidelijk dat de respondenten H&W graag lezen en het een goede beoordeling geven. Sommige rubrieken in het blad moeten verbeterd worden om hun waardering te verhogen. De redactie stelt een grotere bijdrage van de aios op prijs, bijvoorbeeld in de vorm van ingezonden stukken.

Literatuur

  • 1.Zaat JOM, Tasche MJA. Huisarts en Wetenschap lezen is werk... maar wel leuk werk. Het oordeel van lezers over Huisarts en Wetenschap, het NHG-katern en de website. Huisarts Wet 2000;43:455-7.
  • 2.Dillman DA, Smyth JD. Design effects in the transition to web-based surveys. Am J Prev Med 2007;32(5S):S90-6.
  • 3.www.pittigeteksten.nl: lezersonderzoeken via het internet.

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Verder lezen